Hoevelen ook zouden in staat zijn, de tien giften te offeren, die den goden, en vooral den Brahmanen, die ze in ontvangst nemen, aangenaam zijn, te weten, koeien, goud, grond, boter, katoen, suiker, sesamolie, zout, zilver en koren? De reinigingsceremoniën duren het langst en moeten het nauwkeurigst in acht worden genomen, maar ze zijn niet het zindelijkst, want koeienmest en de urine der dieren spelen er een hoofdrol in. De hoogste reiniging van het lijk bestaat daarin, dat men met vloeibare boter de openingen van het lichaam van den overledene overgiet. Het lijk wordt dan door vier Brahmanen gedragen; dezen blijven op de plek der verbranding, tot alles is afgeloopen, terwijl alle overige aanwezigen de plaats moeten verlaten op het oogenblik, dat de brandstapel wordt aangestoken.

Een Brahmaan mag niet sterven op zijn gewone legerstede, maar moet op den grond den geest geven; als hij op het punt van sterven is, moet hij op de aarde worden gelegd op een plek, die te voren gereinigd is met urine van een rund, op een nieuw stuk katoen, en hij gaat naar de andere wereld onder het vasthouden van den staart van een koe, die ervoor is aangebracht, om den stervende den weg te wijzen op zijn laatste reis en hem zonder brandwonden den stroom van vuur door te voeren in het verblijf van Yama, den koning der onderwereld.

 

Woning van een Europeaan bij Tellicherry.

Na de begrafenis is het huis van den Brahmaan onrein geworden. Het wordt gezuiverd door de besproeiing met mest, in melk opgelost, na welke bewerking men de dingen weer mag aanraken; maar opdat de menschen er weer mogen eten en hun gewone leven hervatten, moeten er nog heel wat gebeden worden opgezonden. Den tienden dag weer besproeiing en uitdeeling van gekookte rijst aan de raven, ten behoeve van den doode. Men mag ten teeken van rouw zich in een geheel jaar niet laten scheren; maar gewoonlijk wordt de barbier al gehaald na den veertigsten dag na de begrafenis. Zooals bekend is, verbiedt de wet in alle malabarsche kasten, dat men zichzelven scheert.

De verbranding der lijken heeft alleen in de hoogste kasten plaats; de Tiven worden begraven, niet, naar mij verzekerd wordt, omdat dat zoo is voorgeschreven, maar omdat het nu eenmaal gewoonte is, waarschijnlijk daar begraven minder kosten meebrengt en het verbranden daarentegen zeer duur is. Bij de Soederen wordt het lijk der oude menschen verbrand, en jonge menschen en kinderen worden begraven, zonder dat aan dien regel altijd wordt vastgehouden. Vroeger was de toestemming van den radjah noodig voor de verbranding van een lijk, behalve in de families, die er de vergunning voor hadden gekregen.

Het hout, dat ervoor gebruikt wordt, moet opzettelijk gekapt worden van een mangoboom of een jacquinia, gekocht eer hij bestemd werd voor industrieel of huiselijk gebruik. De stervende zelf wijst de plek aan, waar hij wenscht te worden verbrand en die zijn eigen tuin mag wezen of eenige plaats in de buurt.

Zoodra de dood is ingetreden, wordt het lijk gewikkeld in een laken, dat gedompeld is in met curcuma geel gekleurd water of waarin saffraan is opgelost en dan gebracht naar de verbrandingsplaats. Daar legt men een laag van het uitverkoren hout neer en legt er het lijk op, en daar boven bouwt men den brandstapel met kokosvezels, takken en struikgewas, dat met petroleum in brand wordt gestoken. De bloedverwanten en vrienden staan erbij; maar zoodra de brandstapel ontstoken is, trekt iedereen zich terug zonder plechtigheid. In den nacht wordt de verbranding voltrokken, tegen drie uur in den morgen en ze is gewoonlijk om zeven uur afgeloopen.

Den tienden dag na den dood en na de verbranding of begrafenis heeft er een andere plechtigheid plaats, de Pinom, waaraan verwanten en vrienden deelnemen, een ceremonie, die overeenkomst heeft met de uitdeeling van rijst aan de raven en bestaande in een uitdeeling van dezelfde rijst aan de visschen, een variant, die te verklaren is bij een zeevarend volk.

De bloedverwanten laten rijst koken, waaronder ze bloemen mengen, verder curcuma, betel en òf aarde van het kerkhof òf asch van den brandstapel. Dan leggen ze dat alles in een schotel, een koperen schaal met een doek erover, die een stuk is van het lijkkleed, daar afgenomen op het oogenblik van de begrafenis of de verbranding, en die alles bedekt. Bovenop plaatst men een soort van lont, een opgerolde lap van de eene of andere stof, die met petroleum is gedrenkt. De oudste zoon of, als die er niet is, een neef of broeder of naaste verwant neemt die schaal op het hoofd en, vergezeld door de verwanten en vrienden, voorafgegaan door de trom en de fluit, treedt hij naar buiten, waar voetzoekers worden geworpen. Men begeeft zich naar de rivier. De processie is pas aan den oever aangekomen, of de zoon ontsteekt de lont en stapt in het water, tot zoover, dat het water hem tot de kin reikt. Op dat oogenblik werpt hij alles voor de visschen. Allen gaan heen en samen versterken ze zich in het huis van den overledene….

De rivier van Mahé, die geelachtig water vervoert over een groot deel van haar loop, ontspringt in de Ghats en vormt, als alle rivieren aan de kust van Malabar, veel kronkelingen eer ze zich in zee stort. Zij kan bij hoogen waterstand 40 tot 45 kilometer lang zijn en vertoont zich soms als een watervlakte van 120 meter breedte. Bij de monding wordt tweemaal per jaar, als de moessons wisselen, het strand, dat zandig is, verplaatst, zoodat de rotsen, waar eerst de golven overheen sloegen, bloot komen en een uitgestrekte vlakte omsluiten. Die veranderingen staan in verband met de vereenigde werking van de moessons en de zeestroomingen op het rivierwater. Bij laag water zou een gewoon europeesch vaartuig er niet kunnen binnenloopen.

Kokospalmen.

Er is veel visch. Die geeft zelfs aanleiding tot een eigenaardig verschijnsel. Elk jaar tegen September of October, als het weinig heeft geregend, vervoert de rivier een eindeloos aantal doode visschen, groote en kleine, die van boven komen en zich nu en dan zoozeer aan de monding ophoopen, dat er heele lagen worden gevormd en er ondiepten ontstaan. In jaren, als de regelmatige hoeveelheid regen valt of als het overvloedig regent, doet het verschijnsel zich niet voor. Houdt de regen eenige dagen op, dan verschijnt het weer. Er heeft dan blijkbaar een vergiftiging plaats, die zich uitbreidt over de andere leden van de vischfauna. Maar wat is de oorzaak?

De grootste bewoners van de rivieren aan de kust van Malabar zijn de krokodillen, waarvan het er wemelt.