"Marie en Lili, wanhopig kijken! Meer wringen je armen, Lili! In wanhoop, meer in wanhoop! Freddy, jij meer smachten, je ogen omhoog, in je mond iets treurigs."
"Zo?"
Marie schaterde.
"Ja zo! Zo is het beter; stil nu, Marie alles klaar?"
"Klaar!" sprak Marie.
Paul schikte nog iets, een plooi, een bloem, in wantrouwen, of alles gereed zou zijn.
"Kom, nu maar beginnen!" sprak Lili, die zeer ongemakkelijk lag. "Bet, breng de lamp weg; Dien, de deur dicht, en dan beiden hier elk aan een kant van de porte-brisée!"
Dit gebeurde, en zij bevonden zich allen met kloppende harten in het pikdonker, terwijl Paul aan het venster tikte, om zich daarna bij de jongens in de hoek te voegen.
Langzaam en weifelend ontvlamde het Bengaalse licht tegen de reflector aan, de porte-brisée schoof statig open, een helle witte gloed verheerlijkte het tableau.
III
Glimlachend en beleefd, terwijl de gesprekken eensklaps in een murmelend gegons overgingen, drongen zich de gasten in de grote suite en de serre een weinig naar voren, verblind door een zee van kleuren en licht. Heren weken uit voor een paar lachende meisjes; op de achtergrond der zaal klommen jongelieden op stoelen, om beter te zien.
"'La mort de Cléopâtre!'" las Betsy van Raat aan mevrouw Van Erlevoort voor, die haar het programma had gereikt.
"Prachtig, magnifique!" hoorde men van alle zijden.
In de witte gloed van het licht scheen het oude Egypte herschapen te zijn. Tussen weelderige draperieën zag men iets als een oase doorschemeren, een blauwe lucht, een paar pyramiden, een palmengroep. Op haar door sfinxen getorste rustbank lag Kleopatra, overgolfd door een vloed van lokken, de dood reeds nabij, terwijl zich een adder om heur arm kronkelde. Twee slavinnen wrongen zich in wanhoop aan haar voeten. De bonte droom ener oriëntalische pracht van enkele seconden, de poëzie der oudheid voor korte wijlen herlevend, onder de blikken van een moderne soirée.
"Dat is Freddy!" sprak Betsy: "beeldig, o beeldig" en zij wees mevrouw Van Erlevoort, wie al die weelde een weinig voor ogen schemerde, de stervende vorstin aan. Nu echter herkende de moeder haar eigen dochter in het bevallige, onbeweeglijke beeld, ginds voor haar.
"En dat is Marie, en die andere, o, dat is Lili, onherkenbaar! Wat een prachtige costumes, wat een moeite! Ziet u, die draperie van Lili, dat violet met zilver, heb ik hun nog geleend."
"Hoe doen ze het!" murmelde de oude dame.
De witte gloed van het licht weifelde, de deuren schoven dicht.
"Prachtig tante, prachtig!" riep Betsy tot mevrouw Verstraeten, de gastvrouw, die haar voorbij ging.
Tweemalen herhaalde zich de droom, eerst in zeegroene glans, daarna in vuurrode gloed. Onbeweeglijk lag Freddy met de adder, en alleen Lili sidderde in haar gewrongen pose. Paul zag met een stralend gezicht uit zijn hoek toe; alles was goed..
"Wat ligt die Freddy stil! En alles zo rijk en toch met overladen! Iets van een schilderij van Makart!" sprak Betsy, haar veren waaier ontplooiend.
"De freule uw dochter is al heel gauw levensmoe, mevrouw!" lispelde de jonge De Woude van Bergh, zich tot mevrouw Van Erlevoort, de mama van Freddy, buigende.
IV
Na de derde herhaling van de droom ging mevrouw Verstraeten in de kleedkamer. Zij vond er Frédérique en Lili, schaterend bezig zich van haar Egyptische dos te ontdoen, zoekende naar de talloze spelden tussen elke vouw. Paul en Marie, op hoge trappen, bijgelicht door twee der meiden rukten Kleopatra's boudoir uiteen. Dien beijverde zich neergeworpen draperieën en afgegleden kettingen op te rapen. De drie jongens rolden op een matras over elkaar.
1 comment