Zoo is er in deze eeuw niet éen dichter of prozaschrijver geweest, die den naam waardig is, of het Britsche publiek heeft hem herhaaldelijk en op plechtige wijze diploma's van onzedelijkheid uitgereikt, en zulk een diploma vervangt hier bij ons feitelijk de formeele erkenning der Académie in Frankrijk, zoodat de instelling van zulk een instituut hier in Engeland gelukkig geheel overbodig is. Het spreekt van-zelf dat het publiek in de toepassing van het woord toch geheel onberekenbaar is. Dat zij Wordsworth een onzedelijk dichter zoûden noemen, was bepaald te verwachten. Wordsworth was werkelijk dichter. Maar dat zij Charles Kingsley een onzedelijk romanschrijver hebben genoemd, viel buiten allen regel. Het proza van Kingsley was niet van zeer goede kwaliteit. Maar zij hebben het woord nu eenmaal en passen het toe met meer of minder succes. Een kunstenaar laat zich daardoor natuurlijk niet van de wijs brengen. De waarachtige kunstenaar is iemand die volstrekt in zich-zelf gelooft, omdat hij volstrekt zich-zelf is. Toch kan ik mij voorstellen dat, als een kunstenaar in Engeland een schepping voortbracht, die onmiddellijk bij haar verschijnen door het publiek, bij monde van zijn medium de pers, erkend werd voor een geheel verstaanbaar en hoog zedelijk werk, die kunstenaar zich ernstig zoû gaan afvragen of hij bij het voortbrengen inderdaad wel zich-zelf geweest was, en of dus het werk hem misschien niet waardig was, en iets van den tweeden rang of van niet de geringste kunstwaarde.

Toch heb ik het publiek misschien te kort gedaan toen ik zijn woordenschat begrensde tot "onzedelijk" en "duister." Zij hebben nog een ander woord in gebruik, het woord "morbide." Zij wenden het niet vaak aan: de beteekenis is zoo eenvoudig dat zij bang zijn het te gebruiken. Toch komt het voor; nu en dan kan men het tegenkomen in populaire bladen. Het is natuurlijk een belachelijk epitheton om op een kunstwerk toe te passen. Want behoort niet "morbide" bij een stemming of gevoelsaandoening of verstandswerking die men niet tot uiting brengen kan? Het geheele publiek is morbide, omdat het nooit voor eenige zaak uiting kan vinden. De kunstenaar is het nooit. Hij brengt alles tot uiting. Hij staat achter zijn onderwerp en brengt daardoor als door een medium onvergelijkelijke kunstwerkingen teweeg. Een kunstenaar "morbide" te noemen omdat hij onder andere van morbiditeit zijn onderwerp maakt, is even lichtvaardig als Shakespeare krankzinnig heeten omdat hij onder andere "Koning Lear" geschreven heeft.

Per slot wint de kunstenaar in Engeland toch iets bij de aanvallen waar hij aan bloot staat. Zijn individualiteit verscherpt zich. Hij wordt meer volledig zich-zelf. Zooals van-zelf spreekt, zijn de aanvallen buitengewoon grof, onbeschaamd en verachtelijk. Maar welke kunstenaar verwacht gratie bij den gemeen-platten geest of stijl bij het intellect onzer voorsteden? Platheid en stompzinnigheid zijn sterksprekende feitelijkheden in het moderne leven. Men kan haar bestaan natuurlijk betreuren. Maar zij zijn er eenmaal. Zij zijn onderwerpen van studie zoo goed als eenig ander ding... Om eerlijk te zijn moet men toegeven dat onze moderne journalisten iemand steeds in besloten kring verschooning vragen voor wat zij in 't openbaar tegen hem geschreven hebben.

Het is vermeldenswaard, dat in de allerlaatste jaren twee andere bijvoegelijke naamwoorden toegevoegd zijn aan den zeer beperkten woordenschat, dien het publiek bij de hand heeft om de kunst te smaden. Het éene luidt "ongezond," het tweede "exotisch". Het laatste woord bedoelt enkel uit te drukken de verwoedheid van den paddestoel van het oogenblik tegen de onsterfelijke hartvervoerende, uitgelezen liefelijke orchidee. Het is een hulde, maar een hulde van geen belang. Het woord "ongezond" echter laat zich in beteekenis ontleden. Het is geen onbelangwekkend woord. Het is zelfs zoo belangwekkend, dat de menschen die het gebruiken, niet weten wat het beduidt.