die van het kennis vergaren, die van het Redeneeren of zich beraden, ook die van de Inventie en het Oordeel. En deze edelste vermogens maken te zamen la Mente, den Geest.
13 Silvius, de zoon van Aeneas.
14
Zinnelijk, sensibelmente, in verband met het in de noot op vs. 6 gezegde, gemakkelijk te begrijpen als: nog het lagere en sterfelijke leven deelachtig.
16
hem, steeds Aeneas.
17
Hoffelijk en vs. 58 hoofsch, twee Hollandsche woorden, beiden letterlijke vertaling van het Ital. cortese waarover zie vs. 58.
20 Over Dante’s politieke wereld-beschouwing en zijne voorstelling van het Romeinsche Rijk als volstrekt noodzakelijk voor den Christelijken Godsdienst en het Pausdom zie men „Kunst en Maatschappij” Nieuwe Gids, Dec. 1896.
22
Welke beiden: Rome én haar heerschappij.
28
Het uitverkoren vat: Paulus.
52 Dit wordt verklaard in den vierden Zang.
55
De Ster: De planeet Venus.
58
hoofsche, letterlijke vertaling van Cortese. Hoofschheid, Cortesia wordt door Dante zelven in het Convito II, 11 aldus verklaard: „Hoofschheid en eerlijkheid (onestade) zijn gansch één; en omdat aan de hoven oudtijds de deugden en schoone gewoonten in zwang waren (gelijk heden ten dage juist het tegendeel daar in zwang is) werd dit woord genomen van de hoven; om te zeggen hoofschheid was zooveel als te zeggen gebruik van het Hof. Welk woord, indien het nu werd genomen van de hoven, vooral die van Italie, niet anders zoude beteekenen dan schandelijkheid.”
78
dien hemel enz. d. i. de hemel der maan, die al het ondermaansche òmvat. In den Hemel wordt deze Allegorie nader uitgewerkt, maar Beatrice is hier wel degelijk, behalve de gestorvene geliefde ook de verpersoonlijking van Theologie en Philosophie.
94
Eene edele vrouwe, d. i. Maria.
100
Lucie, de verlichtende genade, die der blindheid der stervelingen te gemoet komt en hen tot de redding brengt.
102
Rachel, zooals men in zang IV zal zien eene van de weinige in de Oudheid en dus voor het Christendom gestorvenen, die toch in den hemel zijn gekomen. Zij stelt voor het comtemplatieve leven, in tegenstelling met Lea hare zuster, het actieve leven. Genesis c 29.
Derde Zang.
56 De Drieëenheid.
59 Wie hier bedoeld wordt, hetzij een Paus die van zijne waardigheid afstand had gedaan, hetzij Ezau, hetzij een Florentijn, die tot hooge positie geroepen, zich in de geweldige beroeringen in zijn vader-stad onzijdig had gehouden, is onzeker.
Vierde Zang.
De Hel is een ontzaggelijk kegelvormig dal. De top des kegels valt samen met het middelpunt der aarde, welker oppervlak haar van boven dekt en afsluit. Langs den wand loopen negen groote ommegangen telkens de volgende korter dan de voorgaande en door treden aan elkaar verbonden. De beide dichters steeds den wand aan de linkerhand houdend, maken telkens bijna den geheelen ommegang. Eenige kleinere afwijkingen zullen te hunner plaatse worden aangeteekend.
45 Zoom Limbo.
45 zie II 52.
60
Hij: Israël.
121
Electra, moeder van Dardanus, den stichter van Troje.
Vijfde Zang.
6 met zijn staart.
61
De tweede, Dido uit de Aenëis.
107
Kaïna, in de onderste Hel, waar Kaïn en zijns gelijken vertoeven.
136
Galeotto, de vriend van Lancelot, die hem tot eene samenkomst met Ginevra bracht.
Zesde Zang.
21
Ontwijden, profani, worden deze zondaren genoemd, die oorspronkelijk tot hooger bestemming gewijd, zich zelven verlaagd hebben.
61 Over de burger-twisten in Florence zie men Potgieters Toelichtingen tot zijn gedicht „Florence”.
Zevende Zang.
1
Pape, interjectie van verwondering.
aleppe, de Hebreeuwsche a, interjectie van smart.
38
Klerken, geestelijken.
73 Volgens Dante zijn de hemelen negen onderscheidene uitspanselen, van welke de binnenste zeven geleid worden door de zeven planeeten, op elk van welke de hun voorlichtende engelen of intelligentiën gezeten zijn. Vandaar dan ook in de 1ste Canzone van het Gastmaal „Voi che intendendo il terzo ciel movete.” „Gij, die door uw intelligentie den derden hemel beweegt,” gesproken tot de engelen, die den planeet Venus lichten en leiden.
87
goden, d. w. z. die engelen of intelligenties.
91
aan het kruis gebracht d. i. eenvoudig beschimpt.
95
eerstgeborene schepselen, de engelen.
105
Binnen in den vijfden ommegang.
Achtste Zang.
1 Boccacio verhaalt dat hem uit goede bron was medegedeeld, dat Dante de zeven eerste canto’s geschreven hebbende, ze bij zijne uitwijking uit de stad te huis achtergelaten had en ze, daar zijn huis geplunderd was, ze verloren, waande; ze echter door de zorgen van een neef vele jaren later terug kreeg, en eerst toen het gedicht voortzette: van daar dit zonderlinge begin.
19
Phlegyas uit de Aeneis VI 618.
71
vallei, Overgang tot den zesden Cirkel.
83
neergeregende, nl. duivelen tegelijk met Lucifer uit den Hemel geploft.
88
sloten zij weg, daar duivelen, als tot geene deugd bekwaam, nooit iets kwaads kunnen bedwingen, maar alleen tijdelijk verbergen.
125
daar zij haar reeds gebruikten, nl.
1 comment