Deze overpeinzing wordt verklaard door hetgeen in den volgenden Buidel gezien wordt: Zondaren die misbruik hadden gemaakt van hun groote geestesgaven.

34 degene, die zich wreekte, Eliza, die toen hij na Elia’s hemelvaart gezien te hebben, op weg naar Bethel door kinderen bespot werd. Hij vervloekte ze en ze werden door beren verslonden. Zie Koningen II. 2. 23, 24.

62 Deidamia, Achilles’ verloofde, van wie Ulisses hem scheidde, door hem naar Troje te doen vertrekken.

63 Palladium, het Pallas-beeld, waaraan Troja’s behoud hing door Ulisses listig geroofd. Reeds bij Euripides begint de kloeke en vindingrijke Odysseus van Homerus een onedel en bedriegelijk karakter aan te nemen.

92 Caieta, Voorgebergte van Campanië, aldus door Aeneas genoemd naar zijne voedster: Aeneid. VII, 1. Zie Odyssee XIV.

108 zijne grenssteenen, de straat van Gibraltar.

131 onderkant, de naar ons toegekeerde.

133 een berg, waarschijnlijk de Louteringsberg.

Zeven-en-twintigsten Zang.

1 Ook het in dezen zang verhaalde geschiedt in den achtsten Buidel.

14 zijn spraak, het geluid van het vuur.

27 al mijne schuld, nl. niets er van door boete heb kunnen delgen.

28 Romagna, het Noordelijkst gedeelte van den Kerkelijken Staat, het land van Bologne, Ferrara enz.

41 de adelaar het wapen der familie der Polentani van welken Guido, vriend des dichters, was en bij wien Dante lang vertoefd heeft en gestorven is.

43 Forli, jaren lang belegerd door de Franschen. Deze werden echter overwonnen en in de pan gehakt door den zelfden Guido.

45 onder de groene klauwen, d. i. onder de familie der Ordelaffi, wier wapen een groene leeuw was.

46 Hofhond, de beide Malatesta’s, heeren van Rimini, Verrucchio geheeten naar een kasteel dicht bij de stad. Zij waren vader en broeder van Paola uit den Vijfden Zang.

47 Montagna, een Rimineesch Ridder, wreedelijk door hen gedood als hoofd der Ghibellijnsche partij.

49 De steden Faënza en Imola, gelegen aan deze beide rivieren, beheerscht door Mainardo Pagano, wiens wapen was een azuren leeuwen-jong op wit veld.

52 Dit is Cesena.

67 den koorden gordel, de dracht der Franciscaner monniken.

70 Hooge Priester, Paus Bonifacius.

70 Vorm, hier in de philosophische beteekenis, volgens welke de ziel, de vorm of idee des lichaams is.

82 Guido van Montefeltro, Heer van Urbino werd Franciscaner monnik in 1296 nadat hij den slag had verloren tegen den Guelf Malatesta.

85 De Vorst, Paus Bonifacius, in oorlog tegen de Romeinsche familie der Colonna’s.

94 Constantijn werd door Sint Sylvester; die zich in een grot van den berg Siratti schuil hield tegen de Christen-vervolgingen, gedoopt en zoo genezen.

102 Praeneste of Palestrina, het land waarom hij met de Collonna’s streed.

105 mijn voorganger, zie III 59.

123 redekunstige = logicus. Men lette op dezen karaktertrek van den duivel dat hij logisch is.

127 dievig wordt dit vuur genoemd omdat het den veroordeelde aan het gezicht ontsteelt.

Acht-en-twintigste Zang.

5 onze spraak, d. w .z. de menschelijke.

6 macht, aldus voor het Ital. seno, dat twijfelachtig is of gebruikt voor lat. sinus of voor duitsch sinn.

8 fortuinig, waar de fortuin vaak haar spel heeft gespeeld.

11 de ringen, den bij Cannae gesneuvelden Romeinschen ridders onttogen en door Hannibal naar Carthago medegenomen tot een gewicht van vierd-half schepel. Livius XXII c. 12.

14 Robert Guiscardo, hertog van Normandië, verjoeg in 1071 de Saracenen uit Apulië en Sicilië.

16 Ceperano, de slag tusschen Manfred, Koning van Apulië en Carel van Anjou, waarbij een aantal Apuliërs tot Carel overliep, had eigenlijk plaats bij Benevent.

17 Bij Tagliacozzo streed Carel van Anjou, koning van Apulië en Sicilië geworden, tegen Conraad, naneef van Manfred. Allard van Valery ried Carel, die met twee derden van zijn troepen verloren had, met het overgeschoten derde den vijand in den rug te vallen en gaf hem zoo de overwinning.

21 wijze nl. van zijn, toestand.

32 Waarom juist de Mahomed? Omdat, als M. er niet ware, de geheele wereld Christen zou zijn.

39 riem, ital. risma, hetzelfde woord als wij gebruiken als papiermaat, hier voor eene afdeeling van zondaars.

55 Dulcino, ketter, die gemeenschap van goederen en van vrouwen predikte, zich in de bergen met zijn aanhangers terugtrok en alleen door de sneeuw en gebrek aan proviand genoopt werd zich over te geven.

73 Pieter van Medicina, gelegen in het land van Bologna. Hij zaaide tweedracht tusschen Guido van Polenta en Malatestion van Rimini, zie den vorigen zang.

74 de vlakte nl. van Lombardije.

76 de twee besten van Fano, twee edellieden, door Malatesta genood tot een onderhandeling in Cattolica, aan de Adriatische Zee. Hij liet hen met een schip afhalen en verder dooden zooals hier voorzegd wordt.

86 die verrader, Malatesta, heer van Rimini. één, die hier hij mij is, d.