Met zijn werk voor mij verdient hij een derde van de zes procent op de transacties die hij zelf afsluit (ik pak twee derde, want ik betaal de rekeningen), een bonus voor alle substantiële transacties die ik afsluit en dan nog eens twintig procent van de eerste maandhuren van het zomerseizoen. En dat is geen kattenpis. In een gulle bui wil ik hem ook nog wel eens een kerstgratificatie geven. Aan de andere kant betaal ik geen premies, geen pensioenvoorziening, geen kilometervergoeding. En dat pakt voor mij goed uit. Bovendien stelt deze regeling hem in staat op ruime voet te leven en modieuze sportief-zakelijke kleren te kopen bij een Filippijn met een kleine matenwinkel in Edison. Vandaag draagt hij voor zijn afspraak een rubberachtige, reebruine broek met wijde pijpen waarin zijn opkomende buikje schuilgaat, een kasjmieren slip-over in de kleur van aardbeienijs, spiegelende Brancusi kwastjesmocassins, gele zijden sokken, een getinte pilotenbril en een mosterdkleurig, kameelwollen jasje dat op het ogenblik op de achterbank ligt; het slaat nergens op bij een Tibetaan, maar hij vindt dat hij in die kleren voor een echte tussenpersoon kan doorgaan. Ik heb het er niet over.

En toch, ondanks een verblijf van vijftien jaar in Amerika en gestage studie, staat hij nog verbaasd over veel dingen hier. Als boeddhist begrijpt hij maar niet welke plaats de religie inneemt in ons politieke handelen. Hij is nog nooit in Californië geweest, niet eens in Chicago of Ohio, en heeft daardoor geen oog voor het belang dat Amerikanen toekennen aan de geschiedenis als bindend element van het geografisch geheel. En ook al verkoopt hij vastgoed, hij ziet maar niet in waarom Amerikanen zo vaak verhuizen. Mijn antwoord – omdat ze het kunnen – interesseert hem ook niet. Toch heeft hij in de tijd dat hij hier is een nieuwe naam aangenomen, een huis gekocht, drie keer aan de presidentsverkiezingen meegedaan en wat geld verdiend. Ook kent hij inmiddels de volledige New Jersey Historical Atlas uit zijn hoofd, zodat hij weet te vertellen waar het veersysteem voor ramen en de paperclip zijn uitgevonden (in Millrun en in Englewood), waar de eerste praktijktest van de mestspreider plaatsvond (in Moretown) en welke Amerikaanse plaats zich als eerste kernwapenvrij verklaarde (Hoboken). Met zulke feitjes denkt hij klanten te kunnen overtuigen. Daarin heeft hij erg veel van Amerikanen weg, de Amerikanen wier stamboom tot de Pilgrims teruggaat inbegrepen. Hij heeft zich net genoeg informatie (ook foute) eigen gemaakt om te denken dat hij recht heeft op wat hij wil, dat verbazing een vorm van nieuwsgierigheid is en dat die twee dingen samen het innerlijke vermogen vormen om de krenten uit de pap te halen. En daar heeft hij toch gelijk in? Misschien hoeft hij niet nog beter geïntegreerd.

Interessanter voor de amateurwetenschapper is het landschap dat aan mij voorbijglijdt. Er is een ‘proeftuin’ voor Benjamin Moore-verf, waar snuffelaars de feestdagen gebruiken om al kuierend over de graspaden elkaar een pastelkleurige tegel hier of een kastanjebruine tegel daar te wijzen als waren ze te koop. Ook zijn er belangwekkende borden en banieren: succes is verslavend (van een bank); gezonde partnerrelatiebemiddeling; meer verdiensten met het dollarcollege. En er is de betonnen bunker van de bibliotheek van Ocean County, met ervoor de borden waarop de activiteiten voor de feestdagen staan aangekondigd: een poëzievoordracht op woensdag, een workshop hartmassage op Thanksgiving zelf en op zaterdag komen twee spelers van de Philadelphia Phillies een inspirerende lezing geven over ontrouw, ‘de achilleshiel van de profspeler’.

‘Ik snap het gewoon niet,’ zegt Mike opnieuw, omdat ik de eerste keer geen antwoord gaf. Zijn puntige kin staat nog steeds omhoog, alsof hij door de onderkant van zijn dure gele brillenglazen heen kijkt. Hij wendt zijn hoofd naar mij. Met zijn zilverkleurige, bumperbrede nep-Rolex oogt hij daar achter het stuur als een maffiosootje dat uit golfen gaat. Vanuit andere Suburbans moet hij een vreemde aanblik bieden.

‘Wat snap je niet? “Strakke billen zou ik wel willen”?’ vraag ik. ‘Dat is vrij basaal.’
‘Ik snap ex-zelfmoordenaars niet.’ Hij houdt de oprit naar de Parkway, een meter of tachtig verderop, nauwlettend in de gaten.
‘Met “welkom mislukte zelfmoordenaars” werkt het niet,’ zeg ik. Charles Boyer, Socrates, Meriwether Lewis en Virginia Woolf dwarrelen door mijn hoofd. Succesverhalen qua zelfmoord.
‘Een natuurlijke dood is waardig,’ zegt hij. Dit soort ‘spirituele’ gesprekken, waarin hij nog beter kan bewijzen dat hij superieur is aan mij, bevalt hem wel. ‘De dood uit de weg gaan lokt lijden en angst.