Zo zou het schijnen alsof hij van zijn eigen kamer zo juist was gekomen en maar even de rozen bezag. De binnendeuren van boudoir en slaapkamer waren gesloten, in de regel, omdat Léonie ronduit zeide, dat zij er niet van hield overvallen te worden.
Zij hield van Theo, om zijn frisse jeugd. En hier op Laboewangi, was hij haar enige ondeugd, een doortrekkende inspecteur en de roze engeltjes niet meegerekend. Zij waren nu als stoute kinderen, zij lachten stil, in elkanders armen. Maar zij moesten voorzichtig zijn. Het was vier uur geworden en zij hoorden in de tuin de stemmen van René en Ricus. Zij namen het erf in bezit voor hun vacantie. Dertien en veertien jaar, genoten zij van de grote tuin. Zij liepen in een blauw gestreept katoenen buisje en broek, op blote voeten en gingen naar de paarden, naar de duiven zien: ze plaagden Doddy's kakatoe, die op het dak der bijgebouwen trippelde. Zij bezaten een tamme badjing. Zij maakten jacht op tokkè's, die zij schoten met een soempitan, tot grote ergernis der bedienden, omdat de tokkè's geluk aanbrengen. Zij kochten aan het hek katjang-goreng van een voorbijgaande Chinees, en scholden hem daarna uit:
- Katja... áng golengan! Tjina mampoes! nadoende zijn accent van kè. Zij klommen in de flamboyant en wiegelden als apen aan de takken. Zij wierpen de katten met stenen; zij hitsten de honden der buren op tot zij zich hees blaften en elkaar de oren stuk beten. Zij knoeiden met water bij de vijver, maakten zich ontoonbaar van modder en vuil en waagden het de Victoria Regia's te plukken, wat zij volstrekt niet mochten doen. Zij onderzochten de stevigheid der groene vlakke Victoriabladeren - als presenteerbladen - en meenden er op te kunnen staan en zij dompelden onder... Dan namen zij lege flessen, plaatsten die op een rij en kegelden met keistenen. Dan visten zij uit de sloot terzijde van het huis met een bamboe allerlei naamloze drijvende dingen op en smeten er elkaar mee. Hun fantasie in uitvindingen was onuitputtelijk, en het uur der siësta was hun uur. Zij hadden een tokkè gevangen en een kat en lieten ze vechten met elkaar: de tokkè opende zijn muil van kleine krokodil en hypnotiseerde de kat, die afdroop, zich wegtrok uit de zwarte kraalblik, - met hoge rug, de haren steil van angst. En daarna aten de jongens zich ziek aan onrijpe manga's. Léonie en Theo hadden door de jaloezie bespied het gevecht van kat en tokkè en zagen de jongens nu rustig in het gras de onrijpe manga's eten. Maar het was het uur, dat de gestraften - een twaalftal - werkten op het erf, onder toezicht van een oude, deftige mandoor, met een rietje in de hand. Zij haalden water in tonnen en gieters van Devoe's-petroleumblikken gemaakt, soms ook in petroleumblikken zelve, en zij begoten de planten, het gras, het grint. Zij veegden dan het erf schoon met een luid geruis van lidi-bezems.
René en Ricus wierpen achter de mandoor, voor wie ze bang waren, de gestraften met afgeknabbelde manga's en scholden ze uit en trokken grimassen en apentronies. Doddy kwam aan, uitgeslapen, spelende met haar kakatoe, die zij droeg op de hand en die kaka! kaka! riep, en zijn gele kuif opzette met snelle nekbewegingen.
En Theo, nu, sloop achter het gordijn weg in het boudoir en, toen een ogenblik de jongens elkaar naliepen in een bombardement van manga's, en Doddy naar de vijver wandelde met haar sleeppas van heupwiegelende kreole, de kakatoe op haar hand, - kwam hij te voorschijn van achter de planten, rook aan de rozen, en deed of hij in de tuin had gewandeld, voor hij zijn bad ging nemen.