Maar, toen ze zich van een deel van het goud wilden meester maken, werden ze door de Indianen ontdekt en aangevallen. Zijn kameraad moest de aanblik van het goud met de dood bekopen, en Marco zelf ontsnapte slechts met grote moeite. Het toeval wilde dat ik hem in Tubac ontmoette; hij stelde me voor samen een tweede poging to doen; ik nam het aanbod aan en we begaven ons op weg. We kwamen behouden en wel in het gouddal aan, zoals hij die plaats noemde. 0 hemelse goedheid! U had die blokken goud eens in de zon moeten zien glinsteren! Ongelukkig genoeg konden ook wij er alleen maar naar kijken.
Het is een heilige plaats voor de Apaches, ze hebben daar een grafheuvel opgericht voor een van hun beroemdste opperhoofden, we moesten vluchten; ik kwam alleen terug die arme Arellano; ik had groot medelijden met hem! Welnu, het geheim van dit gouddal wil ik aan u verkopen.'
`Wie garandeert me de waarheid van je woorden en je trouw?'
`Mijn eigen belang.'
`Hoezo?'
'Ik verkoop u mijn geheim, maar ik doe geen afstand van mijn rechten op deze placer. Als leider van de expeditie komt u een vijfde van de opbrengst toe; dat is wel een belangrijk gedeelte van de schat, maar rekent u dat er slechts een handjevol van uw tachtig man zal terugkomen, dan blijft er voor ieder van de overlevenden zoveel over dat hij zich de rest van zijn Leven in weelde kan Baden. Ik eis behalve een redelijk bedrag als prijs voor mijn geheim, als gids van de expeditie een tiende van de buit, want ik zal uw gids en tevens uw gijzelaar zijn.'
'Ik bekijk die zaak natuurlijk op dezelfde manier. Hoe hoog taxeer je je geheim?'
'Ik vraag er slechts een kleinigheid voor. Het tiende deel dat u me zult beloven is genoeg voor me, omdat ik deze ontoegankelijke schatten niet alleen kan bemachtigen. U
moet me ook de kosten voor mijn uitrusting vergoeden, die ik op vijfhonderd piaster schat.'
`Vijfhonderd piaster? Je bent werkelijk verstandiger dan ik dacht, Cuchillo, en dat geeft me vertrouwen in je woorden. Je zult die vijfhonderd piaster zowel als het tiende deel van de buit krijgen!'
`Hoe groot die ook mag zijn?'
40
`Hoe groot die ook mag zijn; je hebt mijn woord! Waar ligt het gouddal?'
Àan de andere kant van het presidio Tubac. Uw expeditie moet van Tubac uitgaan, u hoeft uw route dus niet te wij-zigen.'
`Goed! Je hebt het goud toch met je eigen ogen gezien?'
'Ik heb het gezien zonder dat ik het in mijn vingers kon nemen; tandenknarsend heb ik het gezien, zoals een ver-doemde door de vlammen van de hel een stuk van het pa-radijs zou zien; ik heb blokken gedegen goud gezien van honderden kilo's en zie ze nog steeds in elke droom!'
Hij sprak deze woorden met alle woede van teleurgestelde hebzucht; Arechiza kon niet langer twijfelen aan wat hij gezegd had. Hij haalde uit een kleine, zware geldkist een beurs van hertsleer en telde voor Cuchillo tweeendertig quadrupel uit. Dat was iets meer dan vijfhonderd piaster. Cuchillo stak het geld in zijn zak en stak zijn vingers op om te zweren.
Ìk zweer dat ik niets dan de zuivere waarheid zal zeggen! Tien dagreizen in noordwestelijke richting achter Tubac komt men bij de voet van een bergketen die niet moeilijk te herkennen is, want de toppen zijn dag en nacht in een dichte nevel gehuld. Langs deze heuvelreeks loopt een riviertje waarin een tweede uitkomt. Waar zich op die plaats een laag aarde heeft gevormd, rijst een steile heuvel op; op de top daarvan bevindt zich het graf van een indianenopperhoofd. Aan de voet van de heuvel ligt een meer en daarnaast een smal dal. Dat is het gouddal, waarheen door het water onmetelijke schatten zijn gespoeld.'
`Die route is gemakkelijk te onthouden.'
'Maar des te moeilijker is het die route te volgen. Dorre woestijnen waar men doorheen komt, zijn slechts de kleinste hindernis. leder ogenblik zwerven er horden Indianen door deze steppen; het graf van het opperhoofd is voor hen het middelpunt van een bijgelovige cultus en steeds weer het doel van hun zwerftochten. Bij een van deze pelgrims-tochten hebben ze mij en Arellano verrast.'
Èn heeft deze Arellano het geheim alleen aan jou verraden?'
`Ja.'
`Had hij geen familie? Een vrouw misschien?'
`Gisteren hoorde ik onderweg dat zijn vrouw gestorven is.'
Ten kind?'
Ten zoon had hij.'
Ten zoon? Die kent het geheim toch zeker!'
Ìk geloof het niet; hij was niet thuis toen Arellano van de reis terugkwam. Het is trouwens maar een aangenomen 41
zoon die noch zijn vader noch zijn moeder kent.'
Ìn ieder geval de nakomeling van een arme drommel in de-ze provincie!'
`Helemaal niet; hij komt uit Europa en is hoogstwaarschijnlijk in Spanje geboren.'
Àhar
Don Esteban spitste onwillekeurig zijn oren.
`Dat heeft tenminste de commandant van een Engelse oorlogsbrik die in 1811 in Guaymas kwam, gezegd. Dit kind, dat Spaans en Frans sprak, was na een bloedig treffen met een Franse kotter ook gevangengenomen. Een matroos, ongetwijfeld zijn vader, die steeds om het kind huilde, was gedood of ontsnapt. De commandant wist niet wat hij met de jongen moest beginnen; toen heeft Arellano zich over hem ontfermd en een man van hem gemaakt, want zo jong als hij is, heeft hij de reputatie een rastreador (spoorzoeker) te zijn die nooit faalt en een paardentemmer die zelfs door de wildste beesten wordt gehoorzaamd.'
`Hoe heet hij?'
`Tiburcio Arellano.'
Heb je hem wel eens gezien?'
Neen, maar des te meer van hem gehoord.'
Èn geloof je niet dat deze rastreador die nooit faalt, deze stoutmoedige paardentemmer, een gevaar voor ons kan zijn als hij het geheim van zijn pleegvader kent?'
Wat kan iemand in zijn eentje tegen tachtig man beginnen?'
Ìnderdaad! Voor de rest zijn we het over onze zaken eens en we kunnen de verdere gang van zaken aan de toekomst overlaten. Ik was van plan over drie dagen naar Tubac te gaan, maar zal onder de veranderde omstandigheden morgen vertrekken.
1 comment