In die tijd was het dat er een ruiter langzaam door de straten van de stad kwam aanrijden, steeds weer de weg vroeg naar de woning van don Esteban de Arechiza en toen hij daar aangekomen was, van zijn paard stapte.
Zijn kleding bestond uit een kiel zonder knopen — een kle-dingstuk dat je als een hemd over je hoofd trekt — en een wijde broek, beide van gelooid, baksteenkleurig leer. Deze broek die van de knie tot aan de voet open was, liet zijn benen zien die beschermd werden door met figuren versierd geiteleer. Deze vormeloze laarzen werden vastgehouden door scharlakenrode kniebanden; in een ervan stak een lang mes met schede. Een sjerp van rode Chinese zijde, een grote vilten hoed met een snoer Venetiaanse parels er-omheen vormden een schilderachtig gewaad waarvan de kleuren smaakvol pasten bij die van de sarape die om zijn schouder hing.
Een bediende vroeg wat hij wenste.
`Kan ik don Esteban de Arechiza even spreken?'
Ìk zal eens kijken! Wie kan ik zeggen dat er is?'
`Pedro Cuchillo.'
De bediende ging hem voor en opende al gauw de deur van het vertrek waar zich de man beyond die hij zocht.
Don Esteban, een man van iets meer dan gemiddelde lengte, scheen op het punt te staan te paard te vertrekken. Hij droeg een donkerbruine dolman, rijk versierd met zijden tressen en bijna geheel bedekt door een witte doek met borduurwerk van hemelsblauwe zijde.
Onder een brandende hemel kaatste de witte kleur van dit soort sjerp, paiio del sol genoemd, net als de boernoes van de Arabieren de zonnestralen terug. Aan zijn voeten, die in saffiaanleren laarzen waren gestoken, hield een brede, met gouden en zilveren sieraden bedekte riem ijzeren sporen vast, waarvan de radertjes met hun vijf lange punten en Felder klinkende kettinkjes rinkelden als zilver in een rit-37
me waarnaar de Mexicaanse ruiters de gang van hun paard regelen. Zijn manga (cape) die rijk versierd was met gouden tressen, bedekte zijn wijde broekspijpen die over de hele lengte met knopen van zilverdraad waren bezet.
Zijn oorspronkelijk zwart haar was hier en daar al grijs; de trekken van zijn donkerbruin gezicht leken op die van iemand die vele jaren onder een tropische hemel heeft doorgebracht en schenen de beweeglijkheid te hebben die onstuimige en tomeloze hartstochten verraadt. Zijn zwarte, levendige en enigszins onrustige ogen fonkelden onder een breed en benig voorhoofd dat doorploegd was van vroegtijdige rimpels.
`Wat wenst u?' vroeg hij de bezoeker die er precies zo uitzag als de bandieten die de verbindingswegen tussen de stad-jes in Mexico onveilig maakten. Hij wierp een onderzoekende, doordringende blik op hem die dwars door hem heen leek te gaan en kon een gebaar van verrassing niet onderdrukken.
Ìk heb de eer uwe excellentie de handen te kussen en ben ...'
Cuchillo hield midden in de zin op; hij zag een man voor zich die hij ondanks de jaren dat ze elkaar niet hadden gezien, onmiddellijk herkende.
Wat wenst u, heb ik gevraagd!' klonk het bars.
`Senor, een naam is net een strijdros; is het ene onder me doodgeschoten dan bestijg ik een ander. Is dat bij u niet hetzelfde? Ik ben don Pedro Cuchillo.'
`Mijn naam is Arechiza, onthoud dat!'
Het was aan don Esteban te merken dat hij slechts met moeite zijn opkomende woede kon onderdrukken, maar toch klonk zijn stem iets vriendelijker dan eerst, toen hij voor de derde keer vroeg: 'Wat wilt u van me, don Pedro Cuchillo?'
Niets, ik breng u iets!'
`Wat?'
Ten groot, waardevol geheim.'
Àls het werkelijk van waarde was, zoudt u er wel over zwij gen !'
Ìk kan er geen gebruik van maken en zou u om hulp willen vragen.'
`Zo! Wat is die waarde dan wel?'
Ten bonanza (goudveld) van gewoonweg onvoorstelbare rijkdom.'
Waar ligt die bonanza? In uw verbeelding zeker?'
Àls hij alleen maar daar bestond, dan zou ik hem wel weten te exploiteren, daar kunt u van op aan, senor Capit don Esteban, wilde ik zeggen; maar omdat het een echte 38
bonanza is, die midden in het gebied van de Apaches ligt, kan hij slechts worden leeggehaald door een expeditie die sterk genoeg is om het tegen de Indianen op te nemen.'
`0! En denkt u nu werkelijk dat ik de man ben om zo'n fabeltje te geloven?'
Cuchillo maakte aanstalten zijn mes te grijpen.
`Geloof het of geloof het niet, senor, dat interesseert me misschien niet; maar beledig me niet! Er is verschil tussen het dek van een zeeschip waar de capitdn alles te zeggen heeft en het vrije Sonora waar elk onvoorzichtig woord een messteek of een kogel kost.'
Àch wat! Dek of Sonora, ik zeg mijn mening. Overigens, om aan alle misverstand een eind te maken, je zult het prettig vinden als ik je alleen maar ken als Cuchillo, zoals je je nu noemt. Datzelfde verlang ik natuurlijk ook voor mezelf als onze onverwachte ontmoeting van enig nut voor je zal zijn. En zeg me nu ronduit wat je bij mij zoekt. Je kent me genoeg om te weten dat overdreven verhalen bij mij geen succes hebben.'
'Ik vertel u geen overdreven verhalen maar de zuivere waarheid. Ik weet een bonanza die de man die hem weet te exploiteren, een onuitputtelijk vermogen oplevert.'
Waar ligt hij?'
'Ik voel me niet verplicht u dat te zeggen. Slechts een grote groep mag hopen het goud te kunnen meenemen; ik heb al-le mogelijke moeite gedaan om er een bijeen te krijgen, maar tevergeefs. Toen hoorde ik dat don Esteban de Arechiza in Arispe een grootscheepse expeditie bijeenbracht en heb mijn laatste geld uitgegeven om hierheen te komen en u het geheim aan te bieden.'
Èn de geschiedenis van deze bonanza?'
`LT moet weten dat ik sinds mijn terugkeer uit Europa het beroep van gambusino uitoefen; ik heb al heel wat landen onder Gods hemel afgezocht en goudvelden gezien die geen menselijk oog waarschijnlijk ooit aanschouwd heeft.'
`Je hebt het goud gezien en laten liggen?'
`Spot niet, don Esteban! Ik heb een goudveld gezien dat zo rijk is, dat hij die het bezit, voor zijn geluk verder niets nodig heeft; een goudveld, zo rijk dat iemand met de onver-zadigbaarste eerzucht er tevreden mee kan zijn, want het is absoluut voldoende om een heel koninkrijk te kopen; een goudveld, zo rijk in een woord gezegd, dat ik geen ogenblik zou aarzelen om mijn ziel ervoor aan de duivel te verkopen!'
`Seiior Cuchillo, de duivel is niet zo dom dat hij zo'n hoge prijs betaalt voor een ziel die hij ieder ogenblik voor niets kan krijgen. Maar zeg eens, hoe heb je deze placer (goud-39
veld) ontdekt?'
`Heeft u wel eens de naam Marco Arellano gehoord?'
la, hij moet de beroemdste gambusino van Mexico zijn geweest.'
`Goed. Hij is het geweest die met nog een gambusino deze bonanza heeft ontdekt.
1 comment