Het kamp

125

6.In het gouddal

156

7. Valkoog

183

8.Rechtspraak in de savanne

213

9. De belegering

247

10.De achtervolging

267

11.Bij het Buffelmeer

291

Nawoord: Karl May en Gabriel Ferry

319

1. Pepe, de Slaapkop

Daar, waar de Golf van Biskaje — iedere zeeman bekend als het `matrozenkerkhor — tussen Frankrijk en het Pyre-neese schiereiland ligt ingeschoven, ligt aan de noordkust van Spanje het kleine haventje Elanchove. Liefelijk en in-drukwekkend tegelijk loopt het landschap in terrassen omhoog, tegen de vraatzuchtige golven van de zee beschermd door een dijk van grote vierkante stenen, vanwaar men de treevormig zich verheffende rots begint te beklimmen om op de enige straat te komen, die op een enorme, door de natuur als het ware voor gigantische wezens gebouwde trap lijkt en zo het dorp Elanchove vormt.

Op de hoogste top van deze rotsketen verheft zich een door weer en wind aangetast slot, dat met zijn leien daken en gotische weerhaantjes tot ver over de zee kijkt en het eigendom is van het oude, rijke geslacht der Mediana's.

Reeds sinds lange tijd woonden de graven van Mediana niet meer in dit slot in deze zo woeste en verlaten streek, maar vertoefden bijna uitsluitend nog in Madrid, waar zij door hun militaire plichten in de nabijheid van de koning werden gehouden. In de tijd dat de legers van Napoleon Spanje als een vloedgolf overspoelden, diende Juan de Mediana, de oudste van twee broers, als officier van vrij hoge rang in het leger. Don Antonio, de jongste broer, had een functie bij de marine aangenomen, maar was op een expeditie naar de Spaanse bezittingen in Midden-Amerika spoorloos verdwenen. Omdat men ook over zijn schip niet het minste meer hoorde, had het gerucht van zijn dood zich al gauw verspreid, zonder dat dit evenwel door een betrouwbaar bericht was bevestigd.

De zegevierende legioenen van de Franse imperator rukten op van de ene provincie naar de andere; de oorlog ontwik-kelde zich in al zijn hartstochtelijke onverzoenlijkheid, en de Spaanse regering zag zich gedwongen tot de grootste inspanning om de stoutmoedige veroveraars een halt toe te roepen. Ook graaf Juan de Mediana kreeg bevel met zijn commando aan de verdedigingsstrijd deel te nemen. Maar voor hij vertrok om zich bij de troepen te voegen, bracht hij dofia Luisa, zijn vrouw, en de kleine Fabian, zijn enig kind, naar slot Elanchove, waar beiden naar zijn mening in de eenzaamheid van deze afgelegen streek vrij van ieder gevaar waren, en vertrouwde hen toe aan de speciale zorg van zijn slotbewaarder, don Juan de Diaz — tot hij te-7

rug zou komen, zoals hij zei. Maar hij kwam niet meer terug om de twee mensen die hem zo dierbaar waren af te halen, want in een van de gevechten die aan de slag bij Bur-gos vooraf gingen, werd hij door een Franse kogel geveld.

Van nu af aan woonde dona Luisa met haar lieveling helemaal alleen in slot Elanchove en treurde om de dood van haar echtgenoot, die haar door zo'n wreed lot was ontrukt.

Met moederlijke zorg waakte zij over het welzijn van de kleine Fabian, die — zij wist en meende niet anders — nu de laatste telg van zijn geslacht was.

De meeste inwoners van het dorp zijn vissers en de hele dag niet thuis. Daarom lijkt Elanchove op het eerste gezicht onbewoond en verlaten. Maar soms stijgt er rook op van de daken van de huizen, die geen schoorstenen hebben; die rook geeft te kennen dat de huisvrouwen de maaltijd bereiden voor de echtgenoten en zoons, die weer thuis komen, en dan verschijnt er dikwijls een gezicht voor het raampje of een vrouwengestalte in een fel gekleurde rok en met lange vlechten voor de deur, om uit te kijken of de mannen die zij verwachten, hun bootjes in de richting van de kust gestuurd hebben. Het eentonige, stille leven hoog op de rotsen, gepaard aan het wild geraas van de golven beneden, geeft Elanchove een vleugje van diepe melancholie, dat door de armzaligheid van de tegen zand en stormen strij-dende vegetatie eerder versterkt dan verzwakt wordt.

Omdat Elanchove daar zo eenzaam lag aan de kust van Biskaje, had het haventje, zoals men zich gemakkelijk kan voorstellen, een sterke, uit iniqueletes bestaande militaire bezetting. Deze soldaten — ingezetenen van het dorp die door de wet daartoe werden aangewezen — bevonden zich niet in de aangenaamste positie. Weliswaar weigerde de Spaanse regering hun geenszins hun soldij, maar zij vergat voortdurend die uit te betalen. Het gevolg daarvan was dat de besten onder hen hun ambitie om door het in beslag nemen van smokkelwaar van tijd tot tijd een premie te verdienen, verdubbelden. Maar diegenen onder de douaneamb-tenaren die een wat ruimer geweten hadden, maakten gemene zaak met de contrabandistas, om de vruchten van dit verboden bedrijf met hen te delen. Zodoende legden alien, van de kapitein der carabineros tot de laagste miquelete, een onvermoeibare activiteit aan de dag, waarbij natuurlijk hun heimelijke belangen lijnrecht tegenover elkaar stonden, zodat ze al hun listen en lagen moesten toepassen om elkaar het profijt te ontfutselen.

Onder de kustwachters was er een die zich voor deze sluikhandel niet in het minst interesseerde; hij ging zelfs zover te beweren dat het smokkelen in Elanchove totaal onmo-8

gelijk was en volkomen ondenkbaar. Men wist dat hij op zijn post altijd en eeuwig in slaap viel en noemde hem daarom nooit anders dan dèSlaapkop', een naam die hij zo veel en zo vaak mogelijk eer trachtte aan te doen.

Hij heette Pepe en was een kerel van vijfentwintig jaar, lang, mager, gespierd en buitengewoon sterk. Zijn donkere, diep achter zware wenkbrauwen verscholen ogen keken gewoonlijk zonder enige belangstelling de wereld in, maar ze konden, als hij wist dat men niet op hem lette, ook blikse-men, wat men er anders niet achter gezocht had.