Zijn gelaatstrekken hadden iets door en door slaperigs en zijn manier van lopen, zijn hele houding was die van een man die rustig Gods water over Gods akker laat lopen. Ondanks zijn kennelijk krachtige lichaam en vurig gemoed scheen hij de luiste en meest vermoeide kerel op aarde te zijn; voortdurend in zijn hangmat liggend, sliep hij dag in dag uit twintig uur en als hij wakker werd en zijn sigaretje aanstak, dacht hij er vol genot aan dat hij al gauw weer zou gaan slapen.
Men zou nu moeten denken dat zijn superieur, kapitein don Lucas Despierto, danig ontsticht zou zijn over dit gebrek aan plichtsbesef; maar dat ging niet op en er was waarschijnlijk wel een goede reden voor. In de aanstelling van don Lucas werd weliswaar een aanzienlijk salaris genoemd, maar daarvan had hij, evenals zijn ondergeschikten, al verscheiden jaren in zijn portemonnaie geen ziertje gemerkt, en omdat de financiole toestand van de staat meer dan belachelijk was, was er ook geen hoop ooit iets uitbetaald te krijgen. Daarom filosofeerde hij als volgt: Àls de koning geen gewetenswroeging heeft wanneer ik ondanks mijn ambt verhonger, dan heb ik het ook niet, wanneer ik ondanks dit ambt probeer in leven te blijven. Ik moet de kust bewaken en honger lijden — goed, ik zal mijn ogen de kost geven en er geld mee verdienen. Mijn carabineros mogen er echter niet het minste van merken, anders zou ik mijn mooie baantje kunnen kwijtraken, en een betrekking zonder salaris is altijd nog beter dan helemaal niets. De pienter-ste van al de miqueletes is toch wel die brave Pepe. Hij slaapt zijn honger weg en zal er zich nooit druk over maken of zijn kapitein privezaken doet. Ik kan op hem en zijn slaapzucht volkomen vertrouwen en zal hem steeds daar in-schakelen waar ik geen ogen nodig heb!' — Pepe was het daar volkomen mee eens en deed niet de minste moeite zijn ambtelijke capaciteiten in een helderder licht te plaatsen. Ook dat had misschien een goede reden.
Op een avond stond hij tegen zijn deur geleund en luisterde naar de nooit zwijgende stemmen van de natuur.
Een dichte novembermist hing boven de zee en vormde in 9
vereniging met het nachtelijk duister een onoverkomelijke hindernis voor het oog. Pepe had in de schemering ver uit de kust aan de horizon een zeil opgemerkt, dat daar scheen te laveren om zo de nacht of te wachten en ongemerkt op de kust te kunnen landen.
Toen weerklonk het geluid van voetstappen en onmiddellijk vielen Pepe's ogen dicht, zijn hoofd knikte voorover op zijn borst en uit zijn half open mond stegen die prachtige klanken op die de leek op muziekgebied met het afschuwelijke woord `snurken' betitelt. De man die naderbij kwam was een kameraad van hem.
`Pepe!' riep hij, toen hij de Slaapkop herkende.
De aangesprokene antwoordde met een kort geknor.
Pepe, wakker worden, ouwe marmot!'
`Waar ... hoe ... wa
wat?' vroeg nu de miquelete,
waarbij het leek of hij uit de diepste slaap ontwaakte.
Tor Dios, die kerel slaapt zelfs nog als hij staat, net als een muilezel met stijve poten die niet meer kan gaan liggen! Wrijf de slaap uit je ogen en maak dat je weg komt; de kapitein wil je onmiddellijk spreken!'
`De kapitein?' klonk het midden in een verschrikkelijk ge-geeuw.
`Ja, kapitein don Lucas Despierto.'
`Zo, de kapitein. Wat zou het heerlijk zijn als een mens eens kon slapen zonder ieder ogenblik wakker te moeten worden! Ga maar, ik zal zien of ik kan komen!'
`Kan komen? Kan? Je moet, zeg ik je; je plicht roept, begrepen, en die gaat voor de slaap!'
`Goed dat je mij eraan herinnert. Nu, dan kom ik maar.'
Hij ging zijn huisje binnen om zijn pet te halen, terwijl zijn kameraad zich snel verwijderde. Toen hij wist dat hij weer alleen was, veerde zijn slaperig in elkaar gezakte gestalte op en in zijn gesluierde ogen kwam die gloed die men alleen bij temperamentvolle en vastberaden karakters ziet.
Ì-lij heeft werkelijk gedacht dat ik staande in slaap gevallen was; Santa Lauretta, wat zijn de mensen goedgelovig!
Wat bezielt de kapitein, dat hij me laat roepen? Is het weer eb in zijn portemonnaie en moet dat zeil daar in zee misschien voor vloed zorgen? Ik zal er gauw genoeg achter zijn!'
Hij begaf zich naar de woning van zijn superieur. Die had blijkbaar heel wat aan zijn hoofd, want hij was zo in gedachten verzonken, dat hij helemaal niet merkte dat dèSlaapkop' binnengekomen was.
Pepe ging tegen de muur staan leunen en deed zijn ogen dicht. Maar hij had heel goed een opgevouwen stuk papier gezien, dat op de grond lag en in ieder geval al door iemand 10
in zijn zak was rondgedragen.
1 comment