Na een blik op de slapende figuur naast me – nee, ze heeft zich niet bewogen – lees ik de berichtjes van Caroline.
waar ben je?
bel me!
*pruilend*
Wat zit haar nou dwars?
Ze weet hoe het zit; ze kent me al lang genoeg. Even rollebollen tussen de lakens zal mijn gevoel voor haar niet veranderen... Ik hou van haar... op mijn eigen manier, maar als vriend, als goede vriend.
Ik frons mijn voorhoofd. Ik heb haar niet gebeld. Dat wil ik ook niet. Ik weet niet wat ik moet zeggen.
Lafaard. De stem van mijn geweten fluistert. Ik moet het goedmaken. Boven me de glinsteringen van de deining van de Theems, onbelemmerd en moeiteloos. Die kwellen me. Doen me denken aan wat ik heb verloren.
Vrijheid.
En aan wat ik nu heb.
Verantwoordelijkheid.
Shit.
Ik word overspoeld door schuldgevoel. Het is een onbekend en ongewenst gevoel. Kit heeft me alles nagelaten. Alles. En Caroline heeft niets uit zijn nalatenschap. Ze is de vrouw van mijn broer. En we hebben met elkaar geneukt. Nogal logisch dat ik me schuldig voel. En ik weet dat zij zich diep vanbinnen ook zo voelt. Daarom is ze midden in de nacht vertrokken zonder me wakker te maken, zonder afscheid te nemen. Als de vrouw naast me nou eens hetzelfde zou doen.
Ik typ snel een berichtje voor Caro.
Druk vandaag. Gaat het?
Het is iets na vijf uur ’s ochtends. Caroline zal wel slapen. Ik ben veilig. Ik zal later vandaag wel met haar praten... of morgen.
Heather beweegt zich, en doet haar ogen open.
‘Hoi.’ Ze glimlacht me aarzelend toe. Ik beantwoord haar glimlach, maar die van haar verdwijnt. ‘Ik moet weg,’ zegt ze.
‘Weg?’ Dat biedt hoop. ‘Je hoeft niet weg, hoor.’ Het lukt me om niet al te onoprecht te klinken.
‘Jawel. Ik moet naar mijn werk, en mijn rode jurk is niet echt geschikt voor op kantoor, denk ik.’ Ze gaat zitten en klemt de zijden sprei om haar rondingen. ‘Dat was...
1 comment