Hun huis was stil, de knecht en de meiden waren naar bed. Terwijl Henk zijn sleutel in den zak stak, en den bout dwars voor de huisdeur lichtte, stelde Betsy zich onwillekeurig haar slapenden jongen voor, roze, met gesloten vuistjes, in zijn wit bedje. Zij nam de bougie, van den pijler der trap, en ging naar boven; hij met zijn couranten de eetkamer in. Het gas brandde er, schemerflauw, een verkleinde waaiervlam.
Zoo ook in haar kleedkamer. Zij draaide de kraan open waardoor zich het licht snel uitbreidde, en trok haar bonten rotonde van de schouders. In den kleinen haard wrong zich stuiptrekkend een vurige tong, als van een heraldischen leeuw. Er zweefde door het vertrek iets als de lauwheid van een warm bad, vermengd met den zoeten geur van Violettes de Parme. Even zag zij in de aangrenzende donkere kamer naar het witte bed van haar kind om, begon zich toen, zuchtende, te ontkleeden en liet de kanten japon, als een wolk van zwart, haar heupen afglijden. De deur werd geopend, en Eline kwam, een weinig bleek, binnen, in een wit flanellen peignoir, met los hangend haar.
—Zoo Elly, nog niet naar bed?
—Neen; ik.... heb wat zitten lezen. Heb je je geamuzeerd?
—O zeker, het was alleraardigst. Ik wou alleen, dat Henk niet zoo ondragelijk vervelend was. Hij zegt geen stom woord, en zit met zijn bête gezicht aan zijn horlogeketting te morrelen, tot ze gaan whisten, in de pauzen.
Eenigszins driftig zette Betsy den eenen voet achter den anderen, en schopte een schoentje uit, van goudleêr, met kralen.
Eline rekte zich, kwijnend.
—Heb je gezegd aan mevrouw Verstraeten, dat ik ongesteld was?
—Ja, maar zusje, je weet, als ik ’s avonds thuis kom, verlang ik naar mijn bed. Morgen de rest, vindt je niet?
Eline wist, dat haar zuster, ’s avonds thuiskomende, of zij zich geamuzeerd had of niet, immer in een licht korzelige stemming was, een ergernis, veroorzaakt door den lust zich zoo spoedig mogelijk te ontkleeden.
Toch had Eline even den aandrang met een bits woord te antwoorden, maar gevoelde oogenblikkelijk daarop er zich te loom en ontzenuwd voor. Zij roerde zacht met de lippen Betsy’s wang aan, en liet haar hoofd, geheel onwillekeurig, op den schouder harer zuster neêr, in een onbedwingbaar verlangen naar teederheid.
—Ben je heusch ziek, hè, of....?
—Neen. Alleen een beetje.... een beetje lui.... Adieu.
—Slaap lekker.
Eline ging, loom en bevallig in haar witten peignoir. Betsy raapte den kanten japon op, en ontkleedde zich verder.
II.
In de gang kreeg Eline het onbewuste gevoel van buiten de deur gezet te zijn, dat haar, zeer vaag, onaangenaam aandeed. Den geheelen avond, toegevende aan een gril van loomheid en verveling, had zij alleen gezeten, en langdurige eenzaamheid deed haar spoedig melancholiek worden, en naar een schertsend woord en het bijzijn van anderen verlangen. Besluiteloos bleef zij een oogenblik in het donker staan, en ging, in hare behoefte naar eenige aanspraak, tastende de trap af, de eetkamer binnen.
Henk had zijn rok op de bank neêrgegooid, en stond zich, in vest en hemdsmouwen, zijn traditioneelen grog klaar te maken. Heete wasem wolkte het glas uit, terwijl hij den ketel weêr op de vuurstoof plaatste.
—Zoo meisje! groette hij met zijn joviale stem, en innemende goedmoedigheid speelde in zijn soezige, blauwgrijze oogen en om zijn zwaar en blond beknevelden mond. Heb je je niet erg verveeld, zoo geheel verlaten?
—Wel een beetje. Misschien jij nog meer? vroeg zij, hem behaagziek toelachend.
—Ik? Wel neen. Integendeel, de tableaux waren heel aardig. Wijd zijne beenen uit-een zettende, slurpte hij behagelijk aan zijn gloeienden grog.
—Is de peuter stil geweest?
—Ja. Hij is niet wakker geworden. Blijf je nog op?
—Even de couranten inzien. Maar waarom ben jij nog niet naar kooi?
—Ach.... zoo maar....
1 comment