Zoals vanzelf spreekt hadden de Van Daans nog veel over de week, die zij na ons in de bewoonde wereld doorbrachten, te vertellen. Onder meer interesseerde het ons sterk wat er met onze woning en met mijnheer Goudsmit gebeurd was.
Mijnheer Van Daan vertelde:
‘Maandagmorgen om 9 uur belde mijnheer Goudsmit ons op en vroeg of ik even langs kon komen. Ik ging dadelijk en vond G. in grote opwinding. Hij liet me een briefje lezen, dat de familie Frank achtergelaten had en wou naar aanwijzing daarvan de kat naar de buren brengen wat ik zeer goed vond. Mijnheer G. was bang, dat er huiszoeking gehouden zou worden, daarom liepen we door alle kamers, ruimden een beetje op en ruimden de tafel af.
Plotseling ontdekte ik op de schrijftafel van mevrouw een blocnote, waarop een adres in Maastricht stond aangegeven. Hoewel ik wist dat mevrouw dit expres achtergelaten had, deed ik zeer verbaasd en verschrikt en verzocht mijnheer G. dringend dit ongelukspapiertje te verbranden.
Ik hield al die tijd vol, dat ik niets van Uw verdwijnen afwist, maar nadat ik het papiertje had gezien, kreeg ik een goed idee. “Mijnheer Goudsmit”, zei ik, “nu valt me opeens in, waarop dit adres betrekking kan hebben. Ik herinner me nu opeens, dat er ongeveer een half jaar geleden een hooggeplaatst officier op kantoor was, het bleek een goede jeugdkennis van mijnheer Frank te zijn, die hem beloofde hem in geval van nood te zullen helpen en die ook in Maastricht verblijf hield. Ik denk, dat deze officier woord gehouden heeft en de Franks op de een of andere manier naar België en vandaar naar Zwitserland zal brengen. Vertelt u dit ook maar aan kennissen, die eventueel naar de Franks zouden vragen. Maastricht hoeft u dan natuurlijk niet te vermelden”.
En daarmee ging ik weg. De meeste kennissen weten dit nu al, want van verschillende kanten heb ik op mijn beurt deze verklaring gehoord’.
Wij vonden het verhaal erg grappig, maar lachten nog meer om de verbeeldingskracht van de mensen, toen mijnheer Van Daan van andere kennissen vertelde. Zo had een familie ons alle vier vroeg 's ochtends op de fiets langs zien komen en een andere mevrouw wist pertinent, dat we midden in de nacht in een militaire auto waren geladen.
Je Anne.
Vrijdag, 21 Augustus 1942
Lieve Kitty,
Onze ‘duik’ is nu pas een echte schuilplaats geworden. Mijnheer Kraler vond het namelijk beter om voor onze toegangsdeur een kast te plaatsen (omdat er veel huiszoekingen naar verstopte fietsen gehouden worden), maar dan natuurlijk een kast die draaibaar is en die dan als een deur opengaat.
Mijnheer Vossen heeft het geval getimmerd. We hebben hem intussen over de zeven onderduikers ingelicht en hij is één en al hulpvaardigheid. Als we nu naar beneden willen, moeten we eerst bukken en dan springen, want het stoepje is verdwenen. Na drie dagen liepen we allemaal met een voorhoofd vol builen, omdat iedereen zich aan de lage deur stootte. Nu is er doek met houtwol tegenaan gespijkerd. Zien of het helpt!
Leren doe ik niet veel; tot September hou ik voor mezelf vacantie. Daarna wil vader me les geven, want ik ben bitter veel van wat ik op school geleerd heb, vergeten.
Veel verandering komt er in ons leven hier niet. Mijnheer Van Daan en ik liggen altijd overhoop, daarentegen houdt hij veel van Margot. Mama doet soms alsof ik een baby ben en dat kan ik niet uitstaan. Verder gaat het wel wat beter. Peter vind ik nog steeds niet aardiger, het is een vervelende jongen, hij luiert de hele dag op zijn bed, timmert een beetje en gaat dan weer dutten. Wat een stomkop!
Het is buiten mooi warm weer en ondanks alles maken wij er zoveel mogelijk gebruik van door op het harmonicabed op de zolder te gaan liggen, waar de zon door een open raam naar binnen schijnt.
Je Anne.
Woensdag, 2 September 1942
Lieve Kitty,
Mijnheer en mevrouw Van Daan hebben erge ruzie gehad, ik heb zo iets nog nooit meegemaakt, daar vader en moeder er niet aan zouden denken zo tegen elkaar te schreeuwen. De aanleiding was zo nietig, dat het niet de moeite waard was om er één woord over vuil te maken. Maar ja, ieder zijn meug.
Het is natuurlijk erg onaangenaam voor Peter, die er toch ook maar tussen moet zitten.
1 comment