Jean Jacques Rousseau
Project BookishMall.com’s Jean Jacques Rousseau, by Henriette Roland Holst
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project BookishMall.com License included
with this eBook or online at www.BookishMall.com.net
Title: Jean Jacques Rousseau
Een beeld van zijn leven en werken
Author: Henriette Roland Holst
Release Date: April 9, 2004 [EBook #12009]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO Latin-1
*** START OF THIS PROJECT BookishMall.com EBOOK JEAN JACQUES ROUSSEAU ***
Produced by Marc D’Hooghe
JEAN JACQUES ROUSSEAU
EEN BEELD VAN ZIJN LEVEN EN WERKEN
van
HENRIËTTE ROLAND HOLST
INHOUD
EERSTE HOOFDSTUK: Jeugd
I. Genève aan den aanvang der XVIIIde eeuw
II. Kindsheid
III. De zwerver
IV. Groei
TWEEDE HOOFDSTUK: Parijs
I. De maatschappelijke en geestelijke beweging in Frankrijk
omstreeks het midden der xviiide eeuw.
II. Het moeizame leven
III. De eerste fanfaren
DERDE HOOFDSTUK: De groote jaren
I. Naar de vereenzaming
II. De Katastrophe
III. De werken der groote jaren
VIERDE HOOFDSTUK: De laatste worsteling
Te Yverdun …
VIJFDE HOOFDSTUK: Waan en Vrede
Voor de beide andere groote schrijvers …
EERSTE HOOFDSTUK
JEUGD
I. GENEVE AAN DEN AANVANG DER XVIIIDE EEUW
In de stad aan het donkerblauwe meer, waar in de XVIde eeuw het kalvinisme geboren was—de richting van het protestantisme die zich het scherpst en felst, in vorm en wezen, tegenover Rome had gesteld—bleef het maatschappelijk en geestelijk leven zich geslachten lang in de banen bewegen, waarin de machtige greep van den grooten hervormer het had gestuwd.
Dit kon zoo zijn, omdat het stelsel van Kalvijn nog langen tijd passen bleef bij de sociale en geestelijke behoeften der bevolking van Genève, terwijl in Holland b.v., die andere burcht van het protestantisme, haar heerschend deel spoedig daaraan ontgroeide. Het protestantisme was in de XVIde eeuw ontstaan uit den drang der opkomende burgerlijke klassen van verschillende landen, om zich aan de uitbuiting van Rome te onttrekken. Het spiegelde de denkvormen, de aspiraties en de idealen dier klassen weer, toen zij aan den drempel stonden van geweldige ekonomische en sociale veranderingen. Daar waar de XVIde-eeuwsche burgerij dien drempel overschreed, dat is in diè landen waar de XVIIde eeuw een groote expansie bracht en de overzeesche handel, de koloniale uitbuiting en de bloei der manufaktuur een ongekend-snelle kapitaal-akkumulatie ten gevolg hadden;—waar de krachtige ontwikkeling der produktiewijze een deel der burgerij tot grootburgerlijk bezit en grootburgerlijke levensvormen tilde maar ook het proletariaat deed aanzwellen en de vroegere, betrekkelijk geringe kloven tusschen de stedelijke klassen zich haast plotseling tot afgronden verdiepten,—daar kon het kalvinisme den staat niet blijven beheerschen, de maatschappij niet blijven doortrekken met engen, onverdraagzamen, puriteinschen geest. Die geest was in tegenspraak met de eischen en behoeften van het grootburgerlijk leven. Het moest zich vergenoegen, in Holland als in Engeland, met ééne in het spel der krachten te zijn die het karakter eener maatschappij bepalen, en den godsdienst der lagere klassen te blijven, den godsdienst van kleinburgers, handwerkers, visschers en boeren.
Het meest waardevolle element uit de kleine burgerij, de gezeten handwerkersstand, maakte in Genève de ruggegraat der bevolking uit, en wegens het overheerschend kleinburgerlijk karakter der stad kon het kalvinisme er ongestoord doorwerken. Zij miste de voorwaarden tot onstuimige ekonomische ontwikkeling en grootkapitalistische expansie. De stad lag ver van de zee en van bevaarbare rivieren, aan de zuidpunt van een groot meer: deze ligging maakte, dat de oude productie- en levensverhoudingen zich er langen tijd bestendigen konden. Hoogstens was zij aangewezen, om een centrum van den lokalen handel te zijn. Van kleinbedrijf en handwerk bleef zich de massa der burgerij geneeren, en de krachten ontbraken hier, die elders de wig dreven in hare gelijkvormige massa.
Onder de ambachten was er één, van oudsher inheemsch in Genève, van bijzonder karakter zoowel door de groote kunstvaardigheid die het eischte als door den hoogen welstand dien het verschafte. Dat was de horlogemakerij. Haar beoefenaars vormden het puikje van den handwerkersstand, gezeten burgers waren zij, aan aanzienlijke geslachten der stad vermaagschapt, en ook goede patriotten en mannen van kennis en beschaving, op wier werktafel, naast de fijne instrumenten van hun beroep, de geschriften van Tacitus en Plutarchus lagen.
De horlogemakerij werkte natuurlijk grootendeels voor den uitvoer. Zij verbond de stad, zoo geïsoleerd door godsdienst en regeeringsvorm tusschen haar naburen, aan de wereld daarbuiten. In de schommelingen die dit bedrijf—toen veel sterker dan nu een luxe-ambacht—doormaakte, ondervond het den weerslag van verre oorlogen of van groote finantiëele beroeringen in de machtige rijken rondom. En die wisselvalligheid moest bij den eerzamen ambachtsman tegengaan het verstijven in bekrompen zelfbehagen, zijn blik uitzenden over de wallen der stad, tot waar haar gebied eindigde en een andere wereld begon: die van het katholicisme en de absoluut-geregeerde staten ten zuiden en westen.
De stad was en bleef klein, ook naar den maatstaf dier dagen. In het begin der XVIIIde eeuw telde zij nauwelijks 20.000 inwoners. En haar kleinheid maakte het voortbestaan van instellingen en zeden mogelijk, die, ware de bevolking snel toegenomen, door den stroom van het leven zouden zijn weggespoeld.
Het doet vreemd aan, zich die bescheiden tweederangsch-provinciestad voor te stellen, met de enkele dorpjes buiten haren wallen een onafhankelijken staat vormend, de fiere, zelfbewuste vertegenwoordiger van demokratie en protestantisme te midden van het katholieke feudaal-absolutistisch Europa. Om haar heen gehoorzaamden de kleine steden van Waadtland en Savoye aan edellieden, door de verre regeeringen van Parijs of Turijn gezonden en mestten zich adel en papen van goed en bloed der arme boeren.
1 comment