Het wemelde trouwens van de kokospalmen. Wist ik maar meer van planten af, dan zou ik vast nog meer eetbaars vinden, dacht ik. Ik schopte tegen een paar knollen. Zouden dat bataten zijn, zoals ik die in Marokko had gezien? Verder groeiden er veel gemene distels en een reusachtige aloë, die me de weg versperden.
Tussen de boomtoppen vlogen bonte papegaaien en wilde duiven. Die zouden zich niet laten vangen. Opeens zag ik een slang, die zich om een boom had gekronkeld. Ik schrok me wild. Ik greep naar m’n speer, maar voor ik het wist was de slang sissend weggegleden.
Het werd avond, dus ik moest op zoek gaan naar een slaapplaats. Ik vond gelukkig snel een rotsspleet, maar eerst at ik nog een paar bananen. Ik wilde toch maar liever in een boom slapen en nestelde me in een reus met brede takken. Maar slapen lukte niet; ik moest steeds aan die slang denken.
Zodra de zon opkwam, klom ik omlaag en ging ik verder met m’n reis. Ik bleef nu dichter bij het strand en zag dat er een groot verschil was tussen eb en vloed. En wat een bof, tussen de vele schelpen vond ik zomaar een paar oesters. Eindelijk kon ik die lekkernij voor rijkelui ook eens proeven. Het zout prikte op m’n tong. Ik stopte een paar oesters in m’n tas en ging verder.
Na een paar uur kwam ik in een bosje waarin het heerlijk naar aardbeien rook. Maar in plaats van aardbeien, vond ik er ananassen, waarvan ik er ook snel een paar in m’n tas stopte. Daarna ging ik op zoek naar een plek om alles te veroberen en kwam bij een grote zandhoop. Net toen ik wilde gaan zitten, zakte ik er tot m’n knieën in weg. Gauw stak ik m’n speer in de grond om mezelf eruit te werken. Dat lukte, en toen ik m’n speer uit het zand trok, zag ik dat er gele smurrie aan kleefde. Wat zou dat nu weer zijn? Ik groef het zand weg en vond een nest schildpadeieren. Uit Marokko wist ik nog dat die heel lekker waren. Het was een mooie buit! M’n tas was nu echt bomvol. Ik pakte alles uit op een plekje in de schaduw en begon te eten. Een groot bananenblad was m’n bord. M’n menu was oesters met schildpadeieren, met ananas toe. Daarna wilde ik het liefst een dutje gaan doen, maar ik moest nog een heel eind en het werd hier erg snel donker.
Op de terugweg was er een verrassing: er schoot een dier voorbij. Het leek op een haas, maar had een glanzende goudbruine vacht en korte oortjes. Een agoeti? Ik gooide m’n speer, maar miste.
1 comment