Ik zag dat de hemel vol zwarte wolken was. Het kon elk moment gaan plenzen en dan zouden m’n dunne kleren doornat worden. Daarom ging ik niet ver en haalde genoeg maïs voor de rest van die dag. Ik was nog niet terug, of de bui barstte los. En het bleef maar regenen, zodat ik opgesloten zat in m’n hol. Algauw ging ik me vervelen. Ik kon niet uitkijken en had niets te doen. Ik kreeg allemaal sombere gedachten, tot ik in slaap viel.

De volgende ochtend scheen de zon en trok ik erop uit. De stralen brandden op m’n hoofd en ik bedacht dat ik een hoed moest hebben. Voorlopig zocht ik de schaduw van de bananenbladeren. Ik trok aan zo’n blad en merkte dat het taaie vezels had. Het voelde ook koel aan. Meteen klom ik in de plant om goede bladeren voor een hoed te plukken. En wat zag ik daar, tussen al het groen? Een tros bananen! “Hé daar, willen jullie je soms verstoppen?” riep ik. “Dat hadden jullie gedacht!” Ik zag nog veel meer trossen hangen. Gretig hapte ik in een banaan. De schil liet los en ik smulde van het zachte binnenste. Zelfs mama’s gebakken appelen hadden me nooit zo goed gesmaakt; ik at de ene banaan na de andere.

Midden onder feestmaal hoorde ik geritsel. Zo snel ik kon liet ik me naar beneden glijden en holde terug naar m’n grot. Daar bedacht ik dat ik meer had aan een wapen dan aan een hoed. Een speer moest ik hebben! Ik speurde om me heen en m’n oog viel op een recht, dun boompje. Het kostte veel moeite om het af te breken. Wat was dat hout taai en sterk! Met een scherpe steen krabde ik de schors weg. Er kwam rood mahoniehout tevoorschijn. Ik spleet de punt van het boompje, duwde een scherp steentje in de spleet en klaar was m’n speer. Ik mikte een paar keer op een boom. Er kwam telkens een lelijk gat in de bast.

Daarna peuzelde ik nog een banaantje op en besloot toen een hoed te gaan maken. Met handen én m’n tanden maakte ik uiteindelijk van bladeren, doornen en bast een reusachtige punthoed. Het was geen kunstwerk en het zal een gek gezicht zijn geweest. Maar hij was heerlijk koel en ik mocht tevreden zijn.