Maar aan de kust van Malabar hebben de menschen niet veel op met dien dierendienst en vooral uit het binnenland komen Brahmanen, die heilige ossen rondleiden, hier herinneren aan de vereering, die men aan die beesten schuldig is. Die wandelingen zijn wezenlijk niet meer dan een der duizend middelen, door de Brahmanen aangewend, om aan geld te komen. Als de rondreis is gedaan, laten ze de heilige ossen in het veld los, waar ieder er eerbied voor moet hebben, en keeren rustig met den buit naar huis terug.
Die soort van onverschilligheid van de kasten aan de kust van Malabar, vooral voor den os, een der begunstigde goden van de aanhangers van Siva, geeft een goed denkbeeld van hun innerlijke godsdienstigheid. Buiten de vaste gebruiken, de feesten, pelgrimstochten, plichten in de pagoden, waaraan men zich sinds eeuwen trouw houdt, en die door allen worden gevolgd met mechanische regelmatigheid, denken de menschen hier weinig aan hun goden. Toch treft men hier en daar kleine pagoden aan, gewijd aan den dienst der dieren, voornamelijk aan de slangen, en ieder van die heiligdommen heeft zijn eigen jaarlijksch feest, waar bij voorbeeld de slangen zich te goed doen aan de eieren en kannen met melk, die de geloovigen hun geven. De bewaker van de pagode trekt voor dien plechtigen dag een grooten mantel van kokosbladeren aan, die hem geheel omhult en waarop, evenals op zijn lichaam, slangen ruw zijn geteekend.
Om op de slangen in de vrije natuur terug te komen, de engelsche statistiek heeft uitgemaakt, dat jaarlijks ongeveer 25000 personen in Indië door slangen worden gebeten en gedood, en het ware cijfer moet stellig vier maal grooter wezen, want vooral in de kleine dorpen, waar men het met de statistiek niet zoo nauw neemt, komen die ongelukken voor.
De olifant ontmoet men zoowat overal aan de kust van Malabar, waar hij vooral gebruikt wordt voor het vervoer van hout. De regeering onderhoudt olifanten voor de groote werken, en moet nog enkele keeren van particulieren de nuttige dieren leenen. Vooral de hooge en rijke kasten hebben olifanten, de Naïrs meer bepaald. Daar een olifant voor tien roepijen per dag wordt verhuurd of voor een roepij per uit het bosch aangevoerden boom, vertegenwoordigt zoo’n dier een niet onbelangrijk kapitaal voor zijn eigenaar.
Laat ons nu eens kijken naar de plantenwereld, de handelsflora en de industriëele. De kust van Malabar is ten gevolge van het gebrek aan havens ter verscheping, een weinig buiten de handelsbeweging in het overige Indië geraakt. Er zijn slechts drie havens, die men aantreft op ongeveer 500 kilometer afstands van elkander, Cochin, Calicut en Tellicherry, ver van elkander dus en slecht in orde. Dus zijn ook de industrie en de culturen beperkt tot de plaatselijke behoeften, en het aantal der uitgevoerde producten is zeer gering.
Toch had Mahé eenige beteekenis in het begin der 18de eeuw. Het was toen de stapelplaats voor de aan de kust voortgebrachte peper, voor het cardamon, de santal, het sapanhout; ook was het de voornaamste haven van de producten van den kokospalm en zelfs van de eetbare vogelnestjes en de vinnen van haaien. Maar toen de Engelschen de stad veroverden in 1779, vernielden ze alles, de openbare en de bijzondere gebouwen en de entrepôts. De handel met Frankrijk schijnt nooit veel te hebben beteekend. Getallen, die van 1821 dagteekenen, geven als totaal van den invoer voor een waarde van 14340 francs en van den invoer een van 58788 francs alleen met de stad Bordeaux; het laatste cijfer vertegenwoordigt enkel de waarde van de peper. In 1899 werd voor 8591 francs aan voortbrengselen uitgevoerd en voor 21564 francs ingevoerd, dus voor den geheelen handel is er een vermindering met de helft van de getallen in het begin der vorige eeuw.
In het bergland wordt de koffie gekweekt, die er door de overvloedige regens tweemaal bloeit, eerst in Maart en dan weer in April, en cardamon, dat een boschrijke omgeving noodig heeft. Zoowat overal groeit de peperboom, een der rijkste culturen. Op goede onderstammen geënt, zooals op den mangoboom en den jacquinia, brengt een peperboom van tien meter hoogte per jaar voor 15 tot 20 roepijen op, dat is 12 tot 17 gulden holl.
In alle tuinen treft men den kokospalm aan; men zou haast kunnen zeggen, dat die boomen de tuinen maken. Die palm is de boom bij uitnemendheid van dit land; hij geeft te eten en te drinken, brengt weefsel op voor de vervaardiging van touw, olie om te branden en om in de spijzen te gebruiken, het vleesch der noten, dat gedroogd uitgevoerd wordt onder den naam van copra, en hij verstrekt materiaal voor de bedekking der hutten. Alle deelen van den boom zijn bij uitstek nuttig; men heeft daar het noodige en het overtollige, van hoeden af tot een gegisten drank, dien de Malayali zeer op prijs stellen. De bladeren voorzien ook in de behoefte aan boeken en schriften van de leerlingen op school. Zelfs maakt men er toortsen van. Wanneer men des nachts een licht ziet, dat afwisselend helder en duister brandt, dat zich in geregelde beweging van beneden naar boven beweegt, is men eerst verbaasd. Het is een inboorling, die een armvol kokosbladeren zwaait van boven naar beneden of horizontaal, om ze aan het vlammen te krijgen. Dat is de landslantaarn, de tsjoeta. Als het donker is, en de maan den weg niet verlicht, is de stad Mahé stikdonker als een graf en even stil. Men ziet wel hier en daar lantaarns met petroleum, maar die schijnen wel aangebracht, om enkel den glimwormen concurrentie aan te doen; ze verlichten niets anders dan den top van hun paal. Het zou zelfs beter wezen dat ze er niet waren en dat het gemeentebestuur, door ze weg te laten, een aanzienlijke besparing vond op het budget.
Ik zag vaak op het marktplein van Mahé in de smalle zijstraatjes, die er als open tunnels uitzagen, de kleine Malayali met hun vuile lendendoeken en hun groote, verbaasde oogen op mij gevestigd, hun boeken en schriften onder den arm dragen in den vorm van kokosbladeren, elk afzonderlijk of aaneengehecht, terwijl ze op weg waren naar de school. Er wordt namelijk nog aan de kust van Malabar op die bladeren geschreven met een stalen punt, die de zonderlinge letters van de taal vormt, welke dan later met wat inkt voor den dag worden gebracht.
1 comment