En de benarde stilte die op ons woog, maakte me duidelijk dat ook de andere aanwezigen dat soort beklemming voelden. Het was trouwens belachelijk, want eigenlijk wees niets in de houding van die heer erop, dat men hem kon verdenken.

'Waarom ik niet antwoord,' zei hij, 'wel, omdat ik, gezien mijn naam, mijn hoedanigheid van eenzaam reiziger en de kleur van mijn haar, al aan een dergelijk onderzoek begonnen was en omdat ik tot dezelfde bevinding gekomen ben. Het is, mij dunkt, het beste dat men mij arresteert.' Hij zag er eigenaardig uit toen hij dat zei. Zijn lippen dun als twee onbuigzame lijnen werden nog dunner en spierwit. Zijn ogen liepen rood door.

Natuurlijk meende hij het niet ernstig. Maar toch maakten zijn gezicht en zijn houding indruk op ons. Miss Nelly vroeg heel kinderlijk:

'Maar u hebt toch geen wond?'

'Dat is waar,' zei hij, 'de wond ontbreekt.'

Zenuwachtig stroopte hij zijn mouw op en ontblootte zijn arm. Maar meteen schoot er een gedachte door mijn hoofd. Mijn blik kruiste die van miss Nelly: hij had zijn linkerarm laten zien.

En juist toen ik er een opmerking over wilde maken, gebeurde er iets dat onze aandacht afleidde. Lady Jerland, de vriendin van miss Nelly kwam snel aanlopen.

Zij was helemaal overstuur. Iedereen verdrong zich om haar en pas na heel veel moeite lukte het haar te stamelen: 'Mijn juwelen, mijn parels! ... Alles is weg!..

Nee, alles was niet weg, zoals we later hoorden; het was nog veel vreemder: men had een keuze gedaan!

Men had van de ster van diamanten, van de hanger van ongeslepen robijnen en van de vernielde kettingen en armbanden niet de grootste stenen weggenomen, maar de mooiste en kostbaarste, je zou zeggen die welke de meeste waarde hadden en de minste plaats innamen. De monturen lagen daar op tafel. Ik en wij allemaal zagen ze liggen, beroofd van hun juwelen net als bloemen waarvan men de mooi schitterende en gekleurde bloemkronen had afgerukt. Men had om dit werk uit te voeren, tijdens het thee uurtje van lady Jerland, men had op klaarlichte dag, in een drukke gang de deur van de hut moeten forceren, een tasje vinden dat met opzet diep in een hoedendoos verstopt was, die doos open moeten maken en zijn keus doen!

We riepen allemaal hetzelfde uit! Er was maar één gedachte bij alle passagiers toen de diefstal bekend werd: Dat is Arsène Lupin! En het was inderdaad zijn ingewikkelde, geheimzinnige, onbegrijpelijke manier van werken ... en toch logisch, want hoeveel minder ingewikkeld was het om kleine losse dingen verborgen te houden zoals parels, smaragden en saffieren, vergeleken bij de veel plaats innemende massa die alle juwelen bij elkaar gevormd zouden hebben.

En tijdens het diner gebeurde er het volgende: rechts en links van Rozaine bleef er een plaats leeg en 's avonds hoorden wij dat hij bij de kapitein geroepen was.

Zijn arrestatie, waar niemand aan twijfelde, bracht een ware opluchting. We herademden! Die avond speelden wij spelletjes! We dansten. Vooral miss Nelly was buitengewoon vrolijk, waaruit ik opmaakte dat ze zich weinig herinnerde van de verering die Rozaine haar in het begin had toegedragen. Haar bevalligheid veroverde mij helemaal. Tegen middernacht bij het heldere schijnsel van de maan, liet ik haar mijn genegenheid blijken met een gevoeligheid die haar niet onplezierig scheen aan te doen.

Maar tot ons aller verwondering hoorden we de volgende morgen dat Rozaine vrij was, daar de bezwaren tegen hem ingebracht, niet voldoende waren.

Als zoon van een aanzienlijk handelsman uit Bordeaux had hij papieren laten zien die helemaal in orde waren. Bovendien vertoonde zijn arm geen spoor van een verwonding. 'Papieren! een geboorteakte!' schreeuwden de vijanden van Rozaine, 'die kan Arsène Lupin je verschaffen zoveel je maar wilt! Wat de verwonding aangaat, die heeft hij niet gehad ... of hij heeft het spoor daarvan weggewerkt!'

Hier werd tegenin gebracht dat Rozaine op het tijdstip van de diefstal - dat was aangetoond - op het dek wandelde. Waarop zij antwoordden:

'Is het nodig dat een man van het slag van Arsène Lupin, aanwezig is bij de diefstal die hij pleegt?'

En dan buiten alle vreemde overweging om, was er een punt waarop de grootste twijfelaars geen aanmerking konden maken. Wie reisde alleen, was blond, had een naam die begint met R, als alleen Rozaine? Op wie doelde men in het telegram als het Rozaine niet was?

En toen Rozaine zich, een paar minuten voor de lunch, stoutmoedig in de richting van onze groep bewoog, stonden miss Nelly en lady Jerland op en gingen weg.

Dat was uit pure angst.

Een uur later ging er een handgeschreven circulaire van hand tot hand onder de bemanning, de matrozen en de reizigers van iedere klas: monsieur Louis Rozaine loofde een som van tienduizend franc uit aan diegene die Arsène Lupin zou ontmaskeren of de bezitter van de gestolen stenen zou vinden.

'En,' zei Rozaine tegen de kapitein, 'als niemand mij bij deze bandiet te hulp komt, zal ik wel met hem afrekenen.' Rozaine tegen Arsène Lupin of liever zoals er gefluisterd werd, Arsène Lupin tegen Arsène Lupin, die strijd beloofde interessant te worden!

En de strijd duurde twee dagen lang.

We zagen Rozaine ronddolen van links naar rechts, hij mengde zich onder de bemanning, ondervroeg hen en snuffelde rond. En 's nachts zagen wij zijn schaduw rondsluipen. De kapitein van zijn kant, legde de grootste activiteit aan de dag. De Provence werd van boven tot onder en in alle hoeken doorzocht. Men deed onderzoek in alle hutten zonder uitzondering, onder het zeer juiste voorwendsel dat de voorwerpen niet alleen in de hut van de schuldige, maar overal verborgen zouden kunnen zijn.

'Men zal tenslotte zeker iets vinden, denkt u niet?' vroeg miss Nelly me. 'Hij kan nog zo'n groot tovenaar zijn, maar hij kan het niet klaarspelen dat diamanten en parels onzichtbaar worden.'

'Toch wel,' antwoordde ik haar, 'of men zou de binnenkant van onze hoeden, de voering van onze jasjes en alles wat we bij ons dragen, moeten doorzoeken.'

En terwijl ik haar mijn kodaktoestel liet zien, een 9x12, waarmee ik niet moe werd haar in de meest uiteenlopende houdingen te fotograferen: 'Gelooft u niet dat er genoeg plaats zou zijn voor alle kostbare stenen van lady Jerland in een toestel dat niet groter hoeft te zijn dan dit? Je doet net of je foto's neemt en de poets is gebakken.'

'Maar toch heb ik me laten vertellen dat er geen dief bestaat die niet een of andere aanwijzing achterlaat.'

'Er is er één: Arsène Lupin.'

'Hoezo?'

'Hoezo? omdat hij niet alleen aan de diefstal denkt die hij bedrijft, maar aan alle omstandigheden die hem zouden kunnen verraden.'

'In het begin had u meer vertrouwen.'

'Maar toen had ik hem nog niet aan het werk gezien.'

'Maar wat vindt u er dan van?'

'Volgens mij verliest men zijn tijd.'

En inderdaad, de nasporingen leverden geen enkel resultaat op, of in ieder geval was het resultaat dat te voorschijn kwam, niet overeenkomstig de moeite die men zich gegeven had: het horloge van de kapitein werd gestolen.

Woedend verdubbelde hij zijn ijver en hield Rozaine, met wie hij meer dan één onderhoud had, nog meer in de gaten.