Het kleinste onderdeel zou ik er niet van vergeten, al werd ik honderd jaar.

'Wat ziet u bleek, miss Nelly,' zei ik tegen mijn vriendin die helemaal machteloos op mijn arm steunde.

'En u dan,' antwoordde zij me. 'U bent helemaal veranderd.'

'Bedenk toch eens! Deze minuut is opwindend en ik ben blij deze met u te beleven, miss Nelly. Ik geloof dat u in uw herinnering soms zult verwijlen bij ...'

Hijgend en koortsachtig als ze was, luisterde ze niet. De loopplank werd neergelaten. Maar voordat wij toestemming kregen om erover te gaan, kwamen er allerlei mensen aan boord, douaniers, mannen in uniform en witkielen.

Miss Nelly stamelde:

'Het zou me niets verwonderen als men tot de ontdekking kwam dat Arsène Lupin ontsnapt is tijdens de overtocht.'

'Misschien heeft hij de dood verkozen boven de ontering en is hij liever in de Atlantische Oceaan gesprongen dan zich de laten arresteren.'

'Maak geen grapjes,' zei ze geërgerd.

Plotseling ging er een rilling door me heen en toen ze me vragend aankeek, zei ik haar:

'Ziet u daar dat kleine mannetje staan aan het uiteinde van de loopplank ...'

'Met een paraplu en een olijfgroene overjas?'

'Dat is Ganimard.'

'Ganimard?'

'Ja, de beroemde politieman die gezworen heeft Arsène Lupin eigenhandig te arresteren. Nu begrijp ik dat we geen inlichtingen van deze kant van de oceaan gekregen hebben. Ganimard was daar. Hij houdt er niet van dat iemand zich met zijn zaakjes bemoeit.'

'Dan is het zeker dat Arsène Lupin gepakt wordt?'

'Wie weet. Naar het schijnt, heeft Ganimard hem nooit anders gezien dan gegrimeerd en vermomd. Tenzij hij zijn schuilnaam kent ...'

'O,' zei ze, met die wrede nieuwsgierigheid de vrouw eigen, 'als ik de arrestatie eens kon meemaken!'

'Laten we geduld hebben. Arsène Lupin heeft vast en zeker de aanwezigheid van zijn vijand al opgemerkt. Hij zal er de voorkeur aan geven om als een van de laatsten te vertrekken, als het oog van de oude man vermoeid zal zijn.'

De ontscheping begon. Leunend op zijn paraplu en met een onverschillig gezicht, scheen Ganimard geen aandacht te schenken aan de menigte die zich verdrong tussen de twee balustrades. Ik merkte dat een scheepsofficier die achter hem stond, hem van tijd tot tijd inlichtingen gaf.

De markies van Raverdan, majoor Rawson en de Italiaan Rivolta gingen aan hem voorbij en anderen, vele anderen. En ik ontdekte Rozaine die naderbij kwam.

Arme Rozaine. Hij scheen nog niet van zijn ongeval hersteld te zijn.

'Misschien is hij het toch,' zei miss Nelly tegen me ... 'Wat denkt u ervan?'

'Ik denk dat het heel interessant zou zijn om Ganimard en Rozaine op een zelfde foto te hebben. Neem mijn toestel maar, ik heb mijn handen zo vol.'

Ik gaf het haar, maar te laat dan dat zij er nog gebruik van zou kunnen maken. Rozaine liep voorbij. De officier boog zich over naar het oor van Ganimard, maar deze haalde lichtjes zijn schouders op en Rozaine ging voorbij.

Maar mijn hemel, wie was dan Arsène Lupin?

'Ja,' zei ze hardop, 'wie?'

Er waren nog maar twintig mensen over. Zij bekeek ze beurtelings met een vage vrees dat hij misschien onder die twintig personen zou zijn.

Ik zei tegen haar:

'We kunnen niet langer wachten.'

Zij ging voorop en ik volgde haar. Maar we hadden nog geen tien stappen gedaan of Ganimard versperde ons de weg.

'Wat heeft dat te betekenen?' riep ik uit.

'Een ogenblik, monsieur, waarom hebt u zo'n haast?'

'Ik doe Mademoiselle uitgeleide.'

'Een ogenblik,' herhaalde hij met nog gebiedender stem. Hij bekeek me van top tot teen en toen zei hij, me recht in de ogen kijkend:

'U bent Arsène Lupin, is het niet?'

Ik begon te lachen.

'Nee, Bernard d'Andrézy, heel eenvoudig.'

'Bernard d'Andrézy is drie jaar geleden gestorven in Macedonië.'

'Als Bernard d'Andrézy dood zou zijn, dan was ik niet meer op dit ondermaanse. En dat is niet het geval. Hier zijn mijn papieren.'

'Dat zijn de zijne. Hoe bent u in het bezit daarvan gekomen, dat zou ik wel eens graag willen weten.'

'Maar u bent gek! Arsène Lupin is aan boord gegaan onder de naam R.'

'Ja, dat is nog zo'n streek van je, een vals spoor waarop je hen daarginds gezet hebt! Ja, je bent wel slim, vriendje.

Maar deze keer zijn de kansen gekeerd. Vooruit, Lupin, toon je een goed speler.'

Ik aarzelde een seconde. Hij gaf me een flinke klap op mijn rechterarm. Ik schreeuwde van pijn. Hij had geslagen op de wond die nog niet helemaal dicht was, en waarop in het telegram geduid was.

Niets aan te doen, ik moest erin berusten.