Maar u kunt tevreden zijn, want u zult over deze zaak niets te weten komen.’
‘En u denkt dat mij dat tevreden zal stellen?’
‘Ik moet zeggen dat ik nooit iemand heb gekend als u. Wat kan het u schelen waar wij het over hebben? Misschien praten we wel over u en moet ik u daarom aanraden niet te luisteren, want het zou kunnen zijn dat u iets minder aangenaams hoort.’
Tijdens dit voorspelbaar gebabbel, dat enige tijd voortging, leek het oorspronkelijke onderwerp volledig vergeten en hoewel het Catherine uitstekend beviel om het een poosje met rust te laten, kon ze niet voorkomen dat ze het totaal verdwijnen van Isabella’s ongeduldig verlangen meneer Tilney te zien wat verdacht vond. Toen het orkest een nieuwe dans inzette, wilde James zijn knappe partner weer naar de dansvloer leiden, maar zij verzette zich. ‘Ik zeg u, meneer Morland,’ riep ze uit, ‘dat zou ik werkelijk voor niets ter wereld doen. Hoe kunt u mij zo plagen? Stel je toch voor, lieve Catherine, wat je broer van mij verlangt. Hij wil dat ik wéér met hem ga dansen, hoewel ik hem vertel dat dit bijzonder ongepast is en geheel tegen de regels. Iedereen zou het over ons hebben als we niet van partners zouden wisselen.’
‘Op mijn woord,’ zei James, ‘in dit soort publieke bijeenkomsten, gebeurt dit net zo dikwijls wel als niet.’
‘Onzin, hoe kunt u dat zeggen? Maar ja, als jullie mannen iets willen doordrijven, doen jullie maar wat in je opkomt. Lieve Catherine, steun me alsjeblieft; overtuig je broer ervan dat dit onmogelijk is. Vertel hem dat je het nogal schokkend zou vinden als je mij zoiets zou zien doen, dat is toch zo?’
‘Nee, in het geheel niet, maar als jij vindt dat het verkeerd is, kun je beter wisselen.’
‘Ziet u,’ riep Isabella uit, ‘uihoort wat uw zuster zegt en toch wilt u zich daar niets van aan trekken. Als u maar goed bedenkt dat het niet mijn schuld is als alle oude dames in Bath er schande van spreken. Kom alsjeblieft mee, mijn lieve Catherine en blijf bij me.’ En daar vertrokken ze om hun voormalige plaats weer in te nemen. John Thorpe was intussen weggelopen en Catherine, die niets liever wilde dan meneer Tilney de gelegenheid geven om het aangename verzoek waarmee hij haar al één keer had geëerd te herhalen, begaf zich zo snel mogelijk naar mevrouw Allen en mevrouw Thorpe in de hoop hem daar nog aan te treffen, een hoop die ze als bijzonder ijdel ervoer toen deze vergeefs bleek te zijn. ‘Zo, lieve kind,’ zei mevrouw Thorpe, ongeduldig wachtend op prijzende woorden over haar zoon, ‘ik hoop dat je een aangename partner hebt gehad.’
‘Zeer aangenaam, mevrouw.’
‘Dat doet mij genoegen. John is zo levendig en charmant, nietwaar?’
‘Lieve kind, heb je meneer Tilney nog ontmoet?’ vroeg mevrouw Allen.
‘Nee, waar is hij?’
‘Hij was zojuist nog bij ons en zei dat hij er zo genoeg van had rond te hangen dat hij vastbesloten was te gaan dansen, dus dacht ik dat hij je misschien zou vragen als hij je zou ontmoeten.’
‘Waar kan hij zijn?’ zei Catherine, terwijl ze rondkeek. Ze zag al snel hoe hij een jongedame naar de dansvloer leidde.
‘Ach, hij heeft een partner. Ik wilde dat hij jóu had gevraagd’, zei mevrouw Allen, en na een korte stilte voegde ze eraan toe: ‘Hij is zo’n innemende jongeman.’
‘Inderdaad, dat is hij, mevrouw Allen’, zei mevrouw Thorpe met een zelfgenoegzame glimlach. ‘Ik ben zijn moeder, maar ik moet zeggen dat er op de hele wereld geen innemender jongeman te vinden is.’
Dit weinig toepasselijke antwoord zou het begrip van velen waarschijnlijk te boven zijn gegaan, maar vormde geen probleem voor mevrouw Allen, want na even te hebben nagedacht, zei ze: ‘Ik denk dat ze dacht dat wij het over haar zoon hadden.’
Catherine was teleurgesteld en geërgerd. Ze leek het doel waarop ze haar zinnen had gezet op een haar na gemist te hebben en door deze gedachte was ze niet geneigd tot een erg vriendelijk antwoord toen John Thorpe kort daarna naar haar toe kwam en zei: ‘Zo, juffrouw Morland, ik neem aan dat u en ik op moeten staan en weer een rondje moeten gaan hossen.’
‘O nee. Ik dank u vriendelijk voor het aanbod; maar onze twee dansen zijn voorbij en bovendien ben ik moe en niet meer van plan te dansen.’
‘Is dat zo? Laten we dan wat rondlopen en mensen uitlachen. Als u met mij meegaat, zal ik u de vier meest curieuze personen in de zaal laten zien: mijn twee jongere zusters en hun partners. Ik heb al een halfuur om ze staan lachen.’
Catherine verontschuldigde zich opnieuw en uiteindelijk liep hij weg om zijn zusters in zijn eentje te gaan uitlachen. De rest van de avond vond ze heel saai. Meneer Tilney moest hun gezelschap tijdens de thee verlaten om zich bij dat van zijn partner te zetten; juffrouw Tilney, die er wel toe behoorde, zat niet bij haar in de buurt en James en Isabella waren zo druk met elkaar in gesprek dat de laatste geen tijd had om haar vriendin meer te schenken dan één glimlach, één kneepje en één ‘liefste Catherine’.
9
De ontwikkeling van Catherines ongelukkige gevoel over de gebeurtenissen van die avond was als volgt. Het drukte zich eerst uit in een algemene ontevredenheid over iedereen in haar omgeving terwijl ze in de zalen verbleef en dit bracht al snel een aanzienlijke vermoeidheid en een hevig verlangen met zich mee om naar huis te gaan. Nadat ze in Pulteney Street gearriveerd was, ging dit over in een buitengewone honger en nadat deze gestild was, veranderde het in een oprecht verlangen naar bed; zozeer was ze uit haar doen; want eenmaal daar viel ze onmiddellijk in een diepe slaap die negen uur duurde en waaruit ze volledig herboren ontwaakte, in een opgewekt humeur en met nieuwe hoop en nieuwe plannen. Haar eerste hartenwens was juffrouw Tilney beter te leren kennen en bijna haar eerste voornemen was om haar met dat doel die middag in de Koerzaal te gaan opzoeken. Iemand die zo recentelijk in Bath is gearriveerd, moet ontmoet worden in de Koerzaal en ze had al gemerkt dat dit gebouw zo geschikt was voor de ontdekking van de vrouwelijke kwaliteiten, de verdieping van de vrouwelijke intimiteit, zo bewonderenswaardig geschikt voor heimelijke gesprekken en onbeperkte vertrouwelijkheden dat ze in alle redelijkheid mocht verwachten nog een vriendin binnen die muren te vinden. Toen ze een plan voor de ochtend had gemaakt, ging ze na het ontbijt rustig lezen en nam zich voor op dezelfde plaats te blijven
en dezelfde bezigheid voort te zetten tot één uur. Doordat ze eraan gewend was geraakt, ondervond ze weinig hinder van de opmerkingen en uitroepen van mevrouw Allen, wier leegte van geest en onvermogen tot denken zodanig waren dat ze, net zoals ze nooit veel praatte, ook nooit helemaal stil kon zijn en daardoor, terwijl ze met haar werkjes bezig was, hardop commentaar moest geven wanneer ze haar naald kwijtraakte of haar draad brak, wanneer ze een rijtuig in de straat hoorde of een vlekje op haar japon ontwaarde, of er nu iemand in de gelegenheid was haar te antwoorden of niet. Om ongeveer half één werd ze door een opmerkelijk luid geklop naar het raam gelokt en had nauwelijks tijd om Catherine te informeren dat er twee open rijtuigen voor de deur stonden, in het eerste alleen een bediende en in het tweede haar broer die juffrouw Thorpe reed, voordat John Thorpe de trap op kwam rennen en uitriep: ‘Zo, juffrouw Morland, hier ben ik.
1 comment