Ik kan niet half van mensen houden, dat ligt niet in mijn aard. Mijn genegenheid is altijd zó sterk. Van de winter, tijdens een van onze bijeenkomsten, heb ik tegen kapitein Hunt gezegd dat ik niet met hem zou dansen als hij mij de hele avond bleef plagen, tenzij hij zou verklaren dat juffrouw Andrews zo mooi is als een engel. Mannen denken dat wij niet in staat zijn tot echte vriendschap, zie je, en ik ben vastbesloten hun te laten zien dat ze ongelijk hebben. Stel dat ik iemand geringschattend over jou hoorde praten, dan zou ik onmiddellijk boos worden, maar dat is absoluut niet waarschijnlijk want jij bent nu juist het type meisje dat geweldig favoriet is bij de mannen.’
‘Lieve hemel!’ riep Catherine blozend uit. ‘Hoe kun je dat zeggen?’
‘Ik ken je heel goed. Je bent zo levendig en dat is precies wat juffrouw Andrews mist, want ik moet toegeven dat ze iets ongelooflijk slooms over zich heeft. O, dat moet ik je nog vertellen! Net nadat we gisteren afscheid hadden genomen, zag ik een jongeman zo ernstig naar je kijken; ik weet zeker dat hij verliefd op je is.’ Catherine kreeg een kleur en wilde er weer niets van horen. ‘Het is echt waar, op mijn erewoord, maar ik weet wel wat het is: je bent niet geïnteresseerd in de bewondering van anderen, maar slechts in die van één heer, die naamloos zal blijven. Ach, ik kan het je niet kwalijk nemen’ (op ernstiger toon); ‘je gevoelens zijn gemakkelijk te begrijpen. Ik weet heel goed hoe onbetekenend de aandacht van anderen is wanneer het hart echt geraakt is. Alles wat geen verband houdt met het voorwerp van onze liefde is zó saai, zó oninteressant! Ik kan je gevoelens uitstekend begrijpen.’
‘Maar jij zou me niet moeten aanmoedigen om zo dikwijls aan meneer Tilney te denken, want ik zie hem misschien nooit meer.’
‘Hem niet meer zien? Mijn liefste vriendin, dat moet je niet zeggen. Ik weet zeker dat je je diep ongelukkig zou voelen als je dat zou denken.’
‘Nee, je hebt gelijk, dat moet ik niet doen. Ik wil niet doen alsof ik hem niet bijzonder aardig vond, maar ik denk dat niemand mij diep ongelukkig kan maken zolang ik Udolpho kan lezen. O, die vreselijke zwarte sluier! Mijn lieve Isabella, ik weet zeker dat Laurentina’s geraamte zich daarachter bevindt.’
‘Ik vind het zo vreemd dat je Udolpho nooit gelezen hebt, maar ik veronderstel dat mevrouw Morland bezwaren heeft tegen romans.’
‘Nee, dat is niet zo. Ze leest zelf vaak Sir Charles Grandison, maar nieuwe boeken bereiken ons niet.’
‘Sir Charles Grandison!
Dat is een ongelooflijk eng boek, is het niet? Ik herinner me dat juffrouw Andrews niet door het eerste deel heen kon komen.’
‘Het lijkt helemaal niet op Udolpho, maar ik vind het heel onderhoudend.’
‘Is dat zo? Je verbaast me. Ik dacht dat het onleesbaar was. Maar, mijn liefste Catherine, weet je al wat je vanavond op je hoofd wilt dragen? Ik ben vastbesloten in ieder geval precies
zo gekleed te gaan als jij. Dat is iets wat de mannen soms opvalt, weet je.’
‘Maar dat maakt toch niet uit’, zei Catherine heel onschuldig.
‘Maakt niet uit? Lieve hemel! Ik trek me in principe nooit iets aan van wat ze zeggen. Ze zijn dikwijls ongelooflijk brutaal als je niet resoluut tegen hen optreedt en hen op afstand houdt.’
‘Is dat zo? Dat heb ik nooit gemerkt. Ze gedragen zich altijd keurig naar mij.’
‘O, ze zijn vaak zo arrogant! Ze zijn de meest zelfingenomen wezens ter wereld; ze vinden zichzelf zo belangrijk! Overigens, hoewel ik er wel honderd keer aan heb gedacht, heb ik steeds vergeten je te vragen welke gelaatskleur je het liefst ziet bij een man. Houd je van mannen met een donkere of met een lichte huid?’
‘Dat weet ik eigenlijk niet. Daar heb ik nooit zo over nagedacht. Iets ertussenin, denk ik. Bruin, niet licht en niet heel donker.’
‘Heel goed, Catherine. Dat is hem precies. Ik ben je beschrijving van meneer Tilney niet vergeten: ‘een bruine huid, met donkere ogen en vrij donker haar’. Ik heb een andere smaak. Ik heb een voorkeur voor lichte ogen en wat de gelaatskleur betreft, vind ik bleek mooier dan elke andere. Je mag me niet verraden als je in jouw kennissenkring ooit iemand tegenkomt die aan die beschrijving voldoet.’
‘Je verraden? Wat bedoel je?’
‘Nee, breng me niet in verlegenheid.
1 comment