welks water verder op door de vrouwen als waschplaats wordt gebruikt.

103 Het beeld, uit Daniël overgenomen waar ’t de droom is des Assyrischen konings over zijn eigen rijk, is hier het Romeinsche Rijk, voor Dante gelijkstaande met de gansche beschaafde wereld. Het kruis stelt de verdeeling voor in Westersch en Oostersch. De tranen zijn de zonden en dus de ellenden des volks.

Vijftiende Zang.

51 voordat mijn leeftijd vervuld was, zie Zang I: voor dat mijn vijf-en-dertigste jaar vervuld was.

67 blind, bijnaam der Florentijnen, over welks oorsprong verschillende verhalen zijn.

77 Romeinen, Dante’s familie leidde haar oorsprong af van die oude Romeinen, die Florence hebben gesticht.

89 met nog eene uitspraak, zie Boek X.

114 Slaaf der slaven, aldus noemt de Paus zich-zelven.

119 Thesaurus, In het Fransch geschreven werk van Brunetto, waarin verzameld was, „al wat viel te weten” in zijn tijd. Dante had er veel kennis uit geput. Er stond ook een Compendium (verkort overzicht) in van de Ethica van Aristoteles. Of Brunetto L. ook inderdaad Dante’s onderwijzer is geweest, kan niet uitgemaakt worden; immers dit is nergens vermeld, wel door de uitleggers afgeleid uit deze ontmoeting.

121 die te Verona: om het groene laken.

122 als prijs voor den wedloop.

Zestiende Zang.

21 Daar de in dezen kring gestraften altijd moeten loopen, rest hun, nu zij zich met Dante willen onderhouden, niet anders dan zich in een kring te bewegen, de voeten altijd draaiende en de gezichten op Dante gericht. Alle drie zijn edele Florentijnen.

41 Wiens raad. Hij ried den Florentijnschen Guelfen den slag bij de Arbia af. Zie boek X, vs. 86.

102 voor duizenden een woonplaats. Een der edelen van die streek was van plan geweest, maar daarin door den dood verhinderd om dat dal te ontginnen en voor duizenden bewoonbaar te maken.

Zeventiende Zang.

40 Dante kan hier gerust alleen gaan, want voor de aanstekelijkheid der hier gestrafte zonden (die der woekeraars) stond hij van nature ook zonder dat de Rede hem hoefde te waarschuwen, te hoog.

74 en hij stak de tong naar buiten, dat is het gebaar van iemand die aanduidt dat hij sarkastisch bedoelde dat wat hij heeft gesproken: met den oppersten ridder van de drie bokken is een befaamd, nog levend woekeraar bedoeld.

Achttiende Zang.

1 De achtste ommegang. Hier wordt gestraft gewelddadigheid met bedrog (zie zang XI. 52) gepleegd tegen den naaste, maar met wien de boosdoener door geen bijzonderen band van liefde is verbonden geweest; terwijl men in den Negenden O. degenen zal zien die misdeden tegen zulken, die hen vertrouwden, dus Verraad pleegden.

5 put, de eigentlijke Helle-trechter. De tien valleien zijn dus tien Co-centrieke cirkels.

17 rots-wegen, eigentlijk Scogli, lat. Scopuli, voorgebergten, maar zij zijn toch ook hol van onder gelijk een brug of boog zie v. 73.

28 Dit was het Jubel-jaar 1300. De brug was over den Tiber en voerde de bezoekers naar het Vaticaan en de kerk van Sint-Pieter. De ééne helft stroomde er heen met het gezicht naar het kasteel van San Angelo; de andere helft stroomde terug met het gezicht naar den daar tegenoverliggenden Monte Giordano.

61 Sipa, dialectisch in het gebied van Bologna voor „Zoowaar.”

133 Thaïs, uit den Eunuchus van Terentius, als vertegenwoordigster van allen, die door vleierijen hun zin doordrijven. Het hier aangehaalde antwoord wordt eigenlijk door den parasiet Gnabho gegeven.

Negentiende Zang.

1 Simon T. Zie Handelingen VIII. 9–24. Hij bood Petrus geld voor de gave van den Heiligen Geest.

16 Dit waren vakken met openingen rondom het doopvond, waarin de priesters gingen staan om bij het doopen vrij te zijn van het gedrang der menigte. In de Sint Jans Kerk te Florence zijn die constructies anno 1576 gesloopt maar in het Doophuis te Pisa bestaat nog heden een dergelijke constructie.

21 elk mensch enz. n.l. die een verkeerde meening over deze daad van Dante heeft.

46 Uit deze concrete voorstelling, vergeleken, met de meer abstracte van vs. 1 en 3, begrijpt men de geheele symboliek der marteling.

49 Deze strafwijze bestond hierin dat de moordenaar met het hoofd naar beneden aan een paal gebonden werd. De paal werd dan in een kuil gestoken, en de kuil met aarde gevuld. Riep de veroordeelde nog wat tot den biechtvader dan wachtte men met het vullen van den kuil.

56 de Schoone Vrouw is de kerk.

57–60 onthorend: letterlijk scornati, als een beest wien de horenen zijn geknot.

79 Hij die hier spreekt is Paus Nicolaas III, van Orsini (van het berengeslacht); hij wacht zijnen opvolger Bonifacius VIII, die nu (1300) nog leeft maar in 1303 gestorven is, die Florence aan Karel van Valois heeft verraden.

82 één zal komen: Clemens V, paus van 1305–1314, door den invloed van Philips den Schoonen tot zijne waardigheid gekomen.