Onmiddellijk werd het huis een harem. Gedronken werd er mateloos.

Fedor Pawlowitsj hield er erg van om te spreken over de beleediging, die zijn vrouw hem had aangedaan. Maar hij 8

deed het op zoo’n manier, dat sommige menschen zeiden, dat hij er over sprak, als over een ridderorde, die hij zoo juist gekregen had. Anderen vonden, dat het voor hem een gelegenheid was, om op een nieuwe manier, de belachelijke paljas te spelen. Eindelijk was hij zijn vrouw op het spoor gekomen. Zij was met haar student in Petersburg en voerde een loszinnig leven, dat toen ter tijd genoemd werd, de emancipatie der vrouw. Onmiddellijk ging hij zijn koffers pakken om ook naar Petersburg te gaan, waarvoor wist hij zelf niet; waarschijnlijk om nog meer te drinken en een nog losbandiger leven te leiden. Maar op dat moment kwam het bericht, dat zijn vrouw overleden was. Zij stierf plotseling ergens op een zolderkamertje, sommigen beweren aan typhus, anderen zeggen van honger. Toen Fedor Pawlowitsj te weten kwam, dat zijn vrouw gestorven was, liep hij stomdronken over de straat te zwaaien, met zijn handen in de lucht, terwijl hij luid huilend uitriep : „Nu ben ik vrij !”

Maar al dat geweeklaag wekte alleen maar minachting voor hem op. Misschien was hij inderdaad tegelijkertijd treurig en blij niemand wist het. Maar meestal hebben zelfs de slechtste menschen toch medelijden met tranen —

meer dan wij denken… wij zelf misschien ook wel.

II

DE OUDSTE ZOON AFGELEVERD

Men kan zich gemakkelijk voorstellen wat voor vader en opvoeder zoo’n man was. Er gebeurde dan ook wat er met iederen dergelijken vader gebeuren zou: hij liet het kind heelemaal aan zijn lot over ; niet omdat hij zich wreekte op het kind over de schuld van zijn vrouw, maar omdat hij zijn bestaan eenvoudig totaal vergat. Terwijl hij bezig was voor jan en alleman zijn ongeluk uit te kramen en zijn huis tot een harem in te richten, nam de oude bediende, Grigorij, de zorgen voor het kind op zich en als hij dat niet gedaan had, zou het kindje zelfs nooit een schoon hemdje gekregen hebben. Behalve dat, trok de familie van moeders zijde zich ook niets van het kind aan; de grootvader was reeds lang dood, de grootmoeder was er te ziek voor en de tantes waren allen getrouwd, zoodat de kleine Mitja langer dan een jaar bij den ouden Grigorij in diens hut woonde. Trouwens, als zijn vader aan hem gedacht had, zou hij toch niets voor hem gedaan hebben, want het kind zou hem slechts in zijn onzedelijk bestaan gestoord hebben. maar terzelfder tijd 9

gebeurde er iets. Uit Parijs kwam een neef van Mitja’s moeder, Pjotr Alexandrowitsj Mioesow, die later nog vele jaren in het buitenland zou vertoeven; maar toen hij uit Parijs terugkwam, was hij nog een jonge man. Hij was een uitzondering onder de Mioesow’s : ontwikkeld, geleerd, een echte Europeaan, een liberaal van de veertiger jaren. Gedurende zijn gansche loopbaan stond hij met aanzienlijke lieden van Europa en Rusland in verbinding ; hij kende persoonlijk Prud’homme en Bakoenin en met trots vertelde hij, dat hij tijdens de driedaagsche Fransche revolutie aan de straatgevechten op de barricades had deelgenomen. Het was één van dne aa genaamste herinneringen uit zijn jeugd.

Hij was rijk en onafhankelijk en had bijna duizend lijfeigenen.

Zijn uitstekend beheerd landgoed lag tusschen onze stad en het beroemde klooster. Met het klooster lag hij altijd.

in proces, waarover het ging weet ik niet, df over het vischrecht, df over het recht om hout te hakken, maar hij beschouwde het als zijn plicht, een proces met de clerikalen te voeren. Hij hoorde de geschiedenis van Adelaďda Iwanowna, die hij zich slechts flauw herinnerde, maar die hij toch wel gekend had, en toen hij te weten kwam, dat Adelaďda Iwanowna een driejarig kind had nagelaten, mengde hij zich pas in de zaak. Toen eerst maakte hij kennis met Fedor Karamazow.

Niettegenstaande zijn minachting voor den vader, bood hij toch aan, de geheele zorg en opvoeding van het kind op zich te nemen. Maar toen hij daarover met den vader begon te spreken, stelde deze zich aan, als of hij zich niets van een kind herinnerde en niet eens wist, dat er een kind in huis bestond. Het kan wel zijn dat Pjotr Alexandrowitsj een beetje overdreef, maar iets was er toch wel van aan.

Het lag inderdaad in het karakter van Fedor Pawlowitsj om zich levenslang aan te stellen, zonder de minste noodzakelijkheid, zelfs tot nadeel van zichzelf, zooals bijvoorbeeld in dit geval. Trouwens, ik heb opgemerkt, dat zelfs verstandige menschen dat dikwijls doen. Met groote energie spande Pjotr Alexandrowitsj zich voor de zaak. Hij werd onmiddellijk tot voogd over het kind aangesteld en nam alles wat hem door zijn moeder was nagelaten, het kleine landgoed en het huis, onder zijn beheer. Mitja werd werkelijk bij zijn oom in huis gedaan, maar deze had geen eigen familie en het leven in Parijs trok hem zoo aan, dat hij het kind onderbracht bij een oude tante van hem, die te Moskou woonde.