En in die hut vond hen de oude generaalsweduwe, die hun moeder opgevoed had. Zij leefde nog en gedurende al dien tijd had zij nooit kunnen vergeten, dat haar pleegdochter haar zoo beleedigd had. Hoe Sofia al die acht jaren geleefd had, wist zij precies; zij had gehoord, dat zij ziek was en wat voor wantoestanden er in haar huis heerscheen. En zij had meer dan eens tot haar kennissen gezegd: Dat heeft zij ook verdiend, dat heeft God haar voor haar ondankbaarheid opgelegd.”
De generaalsvrouw kwam drie maanden na den dood van Sofia Iwanowna in onze stad en ging regelrecht naar Fedor Pawlowitsj. Zij was niet langer dan een half uur in de stad, maar dien tijd heeft ze goed gebruikt. Het was avond. Fedor Pawlowitsj, dien zij gedurende die acht jaren niet meer gezien had, was een beetje aangeschoten, toen hij haar ontving.
Zonder een woord te zeggen, gaf zij hem twee harde, klinkende oorvijgen, pakte hem in zijn nek, rammelde hem eenige malen goed door elkaar en wierp hem op den grond.
Daarna ging zij zonder een woord te zeggen regelrecht naar de hut, waar de twee kinderen huisden. In een oogwenk zag ze, dat de kinderen vies en verwaarloosd waren en vuile hemdjes aan hadden, toen gaf ze Grigorij ook een 13
oorvijg en zei, dat ze de kinderen zou meenemen. Zonder ze aan te kleeden, wikkelde ze hen in een plaid, zette hen in haar rijtuig en reed weg naar de stad. Grigorij antwoordde met geen enkel woord op de oorvijg, als een trouwe, onderdanige slaaf en toen hij mevrouw naar haar rijtuig gebracht had, boog hij voor haar en zei : God zal u beloonen voor uw zorgen voor de weezen.”
En toch ben jij een stommeling,” zei ze, terwijl het rij -
tuig zich in beweging zette.
Fedor Pawlowitsj begreep, dat het voor hem het voordeeligste was de opvoeding van de kinderen aan de generaalsweduwe over te laten, waarvoor hij dan ook zijn officieele toestemming gaf, maar van de oorvijgen vertelde hij overal in de stad.
Kort daarna stierf de generaalsweduwe; in haar testament liet zij voor elk der beide jongens, duizend roebel na voor schoolgeld. Maar ze had erbij geschreven, dat het moest reiken tot de jongens meerderjarig waren .— voor zulk soort kinderen was dat genoeg en als er iemand was, die zin had meer voor hen te doen, moest hij het maar zelf geven enz. enz. Ik heb zelf dat testament nooit gelezen, maar ik heb gehoord dat het heel raar was. De hoofderfgenaam van de oude vrouw was de eerlijkste en meest geziene man uit het gouvernement, het hoofd van den adel van dit district.
Zijn naam was Jefim Petrowitsj Polenow. Hij schreef aan Fédor Pawlowitsj over de kinderen, maar hij begreep dat van dien kant voor de jongens niets te verwachten was (de vader had nooit ronduit gezegd dat hij niets wilde geven, maar hij had ook nooit iets gestuurd). Polenow stelde veel belang in de weezen en hield erg veel van hen, vooral van Alexej, die zijn heele jeugd in zijn huis doorbracht. Op dat feit moet ik de aandacht van den lezer vestigen.
En als de kinderen goed opgevoed waren en algemeen ontwikkeld, dan hadden ze dat alleen aan Jefim Petrowitsj te danken. Zulke edele en humane menschen treft men heel zelden aan. De tweeduizend roebel, die de generaalsvrouw hun had nagelaten, bewaarde hij, en toen ze meerderjarig waren, waren deze met de rente aangegroeid tot het dubbele.
De onkosten voor hun opvoeding en studie heeft hij zelf bekostigd, wat natuurlijk veel meer was, dan de generaalsvrouw nagelaten had. Ik zal voorloopig geen bijzonderheden van hun kinderjaren vertellen, alleen de hoofdzaak.
De oudste Iwan, was een sombere en gesloten jongen, maar niet laf ; en op tienjarigen leeftijd begreep hij reeds, dat zij behoorden tot die kinderen, die genadebrood eten bij vreemde menschen, en dat zij een vader hadden, over wien 14
het een schande was te spreken.
Hij was van kind af aan een bijzonder begaafde leerling op school en was, ik weet niet op welke manier, op zijn dertiende jaar al intern in het Mcskousche gymnasium, bij een beroemden en ervaren paedagoog, een vriend van Jefim Petrowitsj . Iwan zelf vertelde later, dat hij dat te danken had aan Jefim Petrowitsj, die overvloeide van goedheid voor hem, en geoordeeld had, dat Iwan met zijn aanleg absoluut door een geniaal paedagoog onderricht moest worden. Trouwens, toen Iwan aan de universiteit kwam, waren en Jefim Petrowitsj en de paedagoog beiden al dood.
Jefim Petrowitsj had het geld van de kinderen goed beheerd, maar het heel onhandig belegd, zoodat het een geruimen tijd duurde voordat Iwan het in handen kon krij -
gen. De eerste jaren aan de universiteit had hij het daarom heel krap en moest hij zelf voor zijn eigen onderhoud en studie zorgen. Ik moet hierbij opmerken, dat hij zijn vader nooit om iets gevraagd heeft ; misschien uit minachting en trots, maar misschien ook wel uit de instinctieve overtuiging dat hij van hem toch geen cent los zou krijgen. Hoe het ook zij, de jonge man liet den moed niet zakken, en vond werk : ten eerste gaf hij lessen voor twintig kopeken per uur, en verder liep hij alle redacties van de couranten af, met kleine artikeltjes, niet langer dan tien regels, over de kleine gebeurtenissen van den dag, onder het pseudoniem : een ooggetuige”. Die artikeltjes waren, naar men zeide, heel goed in elkaar gezet en werden graag opgenomen.
Zijn practische geest zeide hem, dat hij ver uitstak boven alle andere arme menschen, die dag en nacht de redacties afloopen en niets beters kunnen doen dan de redacteurs smeeken om vertaal-of copieerwerk.
Iwan Fedorowitsj heeft zijn relaties met die redacties nooit verbroken en gedurende zijn laatste jaren aan de universiteit publiceerde hij talentvolle critieken over allerlei boeken in de couranten, zoodat zijn naam in de litteraire kringen bekend werd, ofschoon hij pas in den laatsten tijd de aandacht van een wij deren kring van lezers op zich vestigde. Het was een heel merkwaardig geval. Hij had toen pas zijn twee duizend roebel in handen gekregen en was van plan naar het buitenland te gaan. Eenige dagen van te voren had hij in een vooraanstaand blad een belangwekkend artikel geschreven; het trok de aandacht, omdat hij natuurkundige was en het artikel de kerkelijke rechtspraak behandelde. Dit vraagstuk was reeds, sinds geruimen tijd, door de couranten aangevat.
1 comment