Hij gaf slechts een critiek daarover en sprak zijn eigen meening uit. Het merkwaardige 15
van het artikel lag in den toon waarin het gesteld was. De aanhangers van de kerk beschouwden hem onmiddellijk als één der hunnen. En de tegenstanders, de atheďsten zelf, begonnen ook hem toe te juichen. Eindelijk hebben de verstandige menschen uitgemaakt, dat het heele artikel niets dan een parodie op beide partijen was.
Ik haal dit aan, omdat dit artikel indertijd tot in het klooster van onze stad, dat zich erg voor deze kwestie interesseerde, was doorgedrongen, en daar groote verwarring stichtte. Toen men te weten kwam, dat de schrijver uit dezelfde stad afkomstig was, en bovendien nog de zoon van Fedor Karamozow, stelde men er nog meer belang in. En toevallig gebeurde het, dat de schrijver van het artikel tegelijkertijd zelf in de stad verscheen.
Waarom kwam hij toen bij ons ? dat is iets wat ik mij herinner, mij dikwijls met onrust te hebben afgevraagd. De reden van deze noodlottige komst, die het begin was van zoovele rampzalige gebeurtenissen, is voor mij altijd onverklaarbaar gebleven. Het was onbegrijpelijk, dat een dergelijke jonge man, hoogmoedig, geleerd en voorzichtig, in zoo’n afschuwelijke omgeving bleef, in het huis van een vader, die hem gedurende zijn geheele leven verloochend had, een vader, die hem niet kende, zich hem niet herinnerde, en die hem, voor niets ter wereld, geld zou geven, al had hij erom gevraagd: een vader, die voortdurend in doodsangst zat, dat één van zijn zoons hem geld zou vragen. En zoo’n jonge man neemt zijn intrek in het huis van zijn vader, b lijft er één maand, twee maanden, en kan uitstekend met hem opschieten. Dat heeft niet alleen mij, maar ook vele anderen verbaasd.
Pjotr Alexandrowitsj Mioesow, over wien ik reeds eerder gesproken heb, een verre verwant van de eerste vrouw van Karamazow, was toevallig ook uit Parijs terug gekomen, om zich voor goed op zijn landgoed te vestigen. Ik herinner mij, dat diezelfde Mioesow meer dan iemand anders verbaasd was, toen hij den jongen man had leeren kennen en dikwijls wetenschappelijke disputen met hem hield.
Hij is trotsch,” zeide hij tot ons. Hij zal altijd in staat zijn in zijn eigen onderhoud te voorzien; hij heeft nu zelfs genoeg geld om naar het buitenland te gaan, en hij blijft hier ik begrijp er niets van. Het is zeker, dat hij niet bij zijn vader gekomen is om geld te vragen, alleen al omdat hij het toch nooit gekregen zou hebben. Van drinken en een onzedelijk leven heeft de jongen altijd een afschuw gehad en het merkwaardigste is, dat de oude man zonder hem geen stap meer doen kan!” En dat was inderdaad zoo. De jonge man 16
had schijnbaar invloed op zijn vader, want niettegenstaande de oude erg koppig was, begon hij zich toch fatsoenlijker te gedragen…
Alleen den laatsten tijd bleek het, dat Iwan gekomen was op verzoek van zijn broer Dmitri, dien ik toen ook voor het eerst leerde kennen. De broers hadden er reeds lang over ge -
correspondeerd; nog uit Moskou. De zaak waarover ik spreek, en waarvan ik later de bijzonderheden vertellen zal, ging eigenlijk meer Dmitri aan. Maar ook toen ik van die zaak op de hoogte was, is het toch altijd een raadsel voor mij gebleven: Waarom is hij gekomen ?”
Ik moet u zeggen, dat Iwan altijd getracht heeft om zijn broer Dmitri en zijn vader bij elkaar te brengen. Dmitri voerde toen in optima forma een proces tegen zijn vader.
Ik herhaal dat de geheele familie voor het eerst in haar leven bij elkaar was en eerst toen met elkaar kennis maakte.
Alleen de jongste, Alexej, was al langer dan een jaar in onze stad; hij was veel eerder dan zijn broers gekomen. Over dien Alexej is het mij het moeilijkste om te vertellen. Ik moet het echter uitvoerig doen, voordat ik hem een plaats in mijn roman kan geven. Ik moet ook nog opmerken, dat ik gedwongen ben, mijn toekomstigen held van het begin af aan den lezer voor te stellen in de kloosterkleeding van een leekebroeder. Hij was reeds bijna een jaar in ons klooster en was van plan daar zijn leven lang als monnik te blijven.
IV
DE DERDE ZOON ALJOSJA
Hij was toen twintig jaar (zijn broer Iwan was vier en twintig en zijn oudste broer Dmitri acht en twintig). Allereerst moet ik opmerken, dat de jongen, Alj osj a, allerminst een dweeper was of mystiek aangelegd. Ik moet u vooruit mijn volle meening daarover zeggen: hij was iemand, die te vroeg van den Mensch” ging houden, en dat hij zijn leven in het klooster wilde doorbrengen, was alleen omdat hij de slechtheid van de menschheid wilde ontvluchten, en zich overgeven aan zijn liefde voor zijn naasten.
Dien weg had hij uitgekozen omdat hij in ons klooster den Starets 1 ) Zosima ontmoet had, van wien hij erg veel ging houden. Ik heb trouwens al eerder gezegd dat de jongen, 1) Is bijna een heilige, die als monnik-propheet en trooster voor de zielepijnen in een klooster leeft.
17
reedsvan zijn kinderjaren af eenigszíns vreemd was. Hoe wel hij pas vier jaar oud was toen zijn moeder stierf, had hij haar gezicht en haar liefkoozingen toch zoo goed onthouden, dat haar beeld levenslang in zijn ziel gegrift stond.
Als levend zie ik haar altijd voor me. Zulke herinneringen kunnen in de ziel van een mensch van nog veel j eugleeftijd af, van het tweede jaaaarr af reeds bestaan.
Die herinnering was als een lichtpunt op een groot donker schilderij, dat heelemaal in de duisternis verdwenen was, en waarvan alleen dat lichtpuntje nog zichtbaar was. Zoo was in zijn ziel levenslang dat beeld gebleven: hij zag altijd een stillen zomeravond, een open raam, waardoor de schuine stralen van de ondergaande zon naar binnen vielen (altijd zag hij die zonnestralen), in den hoek van de kamer een Icona, met een brandend lichtje ervoor, en voor de Icona geknield, krampachtig snikkend, zijn moeder, die hem vast in de armen gekneld hield, biddend voor zijn heil, alsof zij de Godsmoeder smeekte hem in bescherming te nemen…
Dan komt plotseling de Njanja 1 ) de kamer binnen en neemt hem uit haar armen weg.
1 comment