De twee groote bevelhebbers verwaardigden zich niet
persoonlijk aan dit gevecht deel te nemen, maar [19]lieten dat aan de kleine bakvischjes over.
Zij zetten zich naast elkander op eene hoogte neder, en leiden de
krijgsverrichtingen door bevelen te geven, welke door
veldmaarschalken werden overgebracht. Het leger van Tom behaalde na
een langen en bangen strijd eene schitterende overwinning. Daarna
werd het aantal dooden geteld, de gevangenen uitgeleverd, de
bepalingen voor het volgende geschil gemaakt en den dag voor den
vereischten veldslag bepaald, waarna de beide legers zich met
elkander vereenigden en afmarcheerden, terwijl Tom alleen naar huis
ging.
Toen hij het huis van Jeff Thatcher voorbij stapte, zag hij daar
een hem onbekend meisje in den tuin,—een lief, klein ding met
blauwe oogen, blond, in twee lange vlechten gescheiden haar, een
wit zomerjurkje en een geborduurde pantalon. In een oogenblik
verdween eene zekere Amy Laurence uit zijn hart en was alsof die
nooit had bestaan. Hij had zich verbeeld dat hij halfgek van
verliefdheid op haar was, hij had gedacht dat hij haar aanbad, en
zie, het bleek niets dan eene kleine, voorbijgaande ingenomenheid
geweest te zijn. Maanden lang had hij zijn best gedaan om haar hart
te winnen en zij had hem juist acht dagen geleden bekend, dat zij
hem wederliefde schonk. Een week lang was hij dronken van geluk en
de wereld te rijk geweest, en nu was zij heel uit zijne gedachten
verdwenen, als het vluchtig bezoek van een ons onverschilligen
vreemde. Hij bleef zijn nieuwe engel in stilte aanbidden, totdat
hij bemerkte, dat zij hem in ’t oog kreeg. Toen deed hij alsof hij
haar niet zag en begon allerlei dwaze kunsten en grimassen te maken
om haar aandacht te trekken. Na die zonderlinge grappen een
tijdlang volgehouden te hebben, keek hij te midden van eene
gymnastische oefening toevallig op zijde en zag dat het meisje naar
huis ging. [20]Dadelijk hield hij op, liep naar de haag en
ging met een bedrukt gezicht voor de stekelige doornen staan, in de
hoop dat zij nog even zou toeven. Een oogenblik bleef zij op het
bordes staan en ging daarop naar de deur. Toen zij den voet op den
drempel zette slaakte Tom een diepen zucht, maar zijn gelaat
klaarde terstond weer op, want eer zij de deur inging, wierp zij
een viooltje over de haag. Tom liep naar de plek waar het viooltje
lag, bleef op een paar treden afstand van het bloempje staan en
hield toen de hand voor de oogen, alsof hij iets heel bijzonders op
straat zag. Hij raapte een stroohalm op en deed dien, met het hoofd
achterover op zijn neus balanceeren. Onder die beweging naderde hij
langzamerhand het viooltje; eindelijk rustte zijn bloote voet op
het bloempje; zijne buigzame teenen maakten er zich meester van,
hij hinkte met zijn schat weg en verdween om den hoek van de
straat. Voor een minuut slechts,—alleen maar om zich den tijd te
gunnen de bloem onder zijn buis op zijn hart of waarschijnlijk op
zijne maag te steken.
Zoodra de bloem veilig geborgen was, keerde hij terug en bleef
tot het vallen van den avond om den tuin hangen en kunsten maken;
maar het meisje vertoonde zich niet meer en Tom moest zich
tevredenstellen met de hoop, dat zij wel ergens voor een venster
staan en zijne oplettendheden voor haar zou bemerken. Eindelijk
ging hij met looden schoenen huiswaarts.
Onder het avondeten was hij zoo opgewonden, dat tante zich
verwonderde wat het kind toch zou hebben. Hij kreeg een verbazend
standje over het gooien met de aardkluiten, doch scheen er niets om
te geven. Toen hij trachtte de suiker onder den neus van zijne
tante weg te halen, liet hij zich bedaard op de vingers tikken,
zich slechts de vraag veroorlovende: [21]
“Waarom wordt Sid nooit geslagen, als hij suiker snoept?”
Waarop het antwoord volgde: “Omdat Sid een mensch niet zoo
plaagt als jij. Als ik je niet voortdurend strafte, zou je altijd
met je vingers in den pot zitten.”
Toen ging tante naar de keuken, en Sid, zalig in het bewustzijn
van zijne onschendbaarheid, greep naar de suikerpot, eene wijze van
zich tegenover Tom op zijne rechten te verhoovaardigen, die ten
eenen male onuitstaanbaar was. Maar de vingers gleden uit, de pot
viel op den grond en brak. Tom was boven de wolken van
pleizier,—ja, zoo verrukt, dat hij zijn tong in toom hield en geen
woord sprak. Hij overlegde bij zichzelven, dat hij geen mond open
zou doen, zelfs niet als tante binnenkwam, maar doodstil blijven
zitten, totdat zij vroeg wie het gedaan had. En dan zou hij het
vertellen en hij zou iets zien dat hij nooit had gezien, namelijk,
dat de modeljongen slaag kreeg. In zijne opgetogenheid kon hij zich
nauwelijks inhouden, toen de oude dame binnenkwam en met
bliksemende oogen over haar bril op de verwoesting neerzag. “Ha!”
dacht hij, “nu komt het,” maar, jawel, het volgende oogenblik lag
hij zelf op den grond te spartelen.
De machtige arm werd opgeheven om weder te slaan, toen Tom
uitriep:
“Houd op! Waarom moet ik geslagen worden? Sid heeft het
gedaan.”
Sprakeloos van ontzetting liet tante Polly den arm neervallen,
en Tom keek haar aan om een woord van mededoogen op te vangen.
Helaas! zoodra zij weder tot adem kwam, zeide zij:
“Nu, je hebt toch niet onverdiend slaag gehad; al braakt ge den
pot niet, dan heb je toch zeker ander kattekwaad, uitgevoerd,
terwijl ik in de keuken was.” [22]
Doch nauwelijks had zij dit gezegd, of daar begon haar geweten
te spreken en zij brandde van verlangen om Tom een vriendelijk
woordje toe te voegen. Maar, neen, dat kon als een bekentenis van
schuld beschouwd worden, en zoo iets zou met alle beginselen van
orde en tucht in strijd geweest zijn. Daarom hield zij zich stil en
ging met een onrustig hart aan het werk. Tom zette zich in een hoek
van de kamer en vermeide zich in zijne droefheid.
1 comment