`Je komt op het goede ogenblik om groot nieuws te horen, Pepe! Don Fabian leeft nog!'
`Santa Lauretta! Is dat waar?'
Ìk verzeker het je in naam der wet, en dan is het waar, zoals je wel zult begrijpen!'
`Waar is hij?'
Dat weet ik niet.'
`Dan zeg ik u in naam der wet dat hij waarschijnlijk niet meer leeft.'
U heeft in naam der wet noch iets te zeggen noch te ver-zekeren! Maar wat mijn woorden betreft, ik kan bewijzen dat het de zuivere waarheid is!'
Ìk zou u zeer dankbaar zijn, als u dat bewijs wilde leveren!'
`Luister dan! Carlos Palgenzo, de arriero (muildierdrijver) uit Guernica, was vanmorgen bij me en hij vertelde dat zijn broer Manfredo met een Frans schip was aangekomen dat ter hoogte van Bayonne een bootje had opgepikt waarin een jongetje lag met een lichte snijwond over zijn wang. De hele beschrijving slaat precies op don Fabian de Mediana.'
`Hoe heet dat schip?'
Palgenzo wist het niet; het heeft onmiddellijk weer zee ge-32
kozen; maar ik zal uitgebreide nasporingen laten doen en heb don Lucas Despierto laten komen om zijn mening te vernemen.'
Èn die is', viel de kapitein hem in de rede,
deze ont-
dekking ten spoedigste aan don Antonio de Mediana, die vandaag teruggekomen is, wordt gemeld.'
Hij zou u voor dit bericht niet erg dankbaar zijn', zei Pepe.
Waarom niet?'
Òmdat het juist hij is en niemand anders die de gravin vermoord en het kind ontvoerd heeft.'
Wie? Don Antonio?'
De alcalde sprong op, de kapitein eveneens. Deze mededeling was voor hen zo ongeloofwaardig, zo afschuwelijk dat ze Pepe met wijd open ogen aanstaarden.
la. Don Antonio. Ik heb hem herkend en kom juist van hem vandaan. Hij heeft het me bekend.'
`Je ijlt!' riep de kapitein.
`Luister naar me en spreek dan pas een oordeel uit!'
Hij vertelde het gebeurde en besloot zijn verslag met de mededeling dat hij het als een officiele aanklacht wenste te beschouwen. De alcalde stond volkomen radeloos tegenover dit verzoek, maar moest toegeven dat het onmogelijk was Pepe's beweegredenen tegen te spreken.
`Weet je wel goed wat je doet?' vroeg hij waarschuwend.
Ìk weet het heel goed, senor Cohecho. Ik verzoek u dringend de graaf te arresteren. En als u denkt dat u er niet sterk genoeg voor bent, stuur mijn aanklacht dan naar een hogere instantie.'
`Geef me de tijd deze moeilijke kwestie ernstig te overwegen! En denk er zelf ook aan dat de graaf machtig genoeg is om je te gronde te richten.'
Ìk ben niet bang voor hem, want ik doe mijn plicht!'
Hij verliet de beide onthutste mannen en ging weer terug naar zijn armzalige woning; hij lag nog niet lang in zijn hangmat of de kapitein kwam bij hem binnen.
`Pepe, de alcalde stuurt me naar je toe om je te vragen of het je werkelijk ernst is met je aanklacht.'
'DM is het, kapitein.'
`Dan zal hij het doorgeven omdat het voor hem een te verantwoordelijke zaak is. Maar luister eens, Pepe, waar heb je de brief?'
`Hier in mijn broekzak!'
Hij greep in zijn zak en haalde het papier te voorschijn.
`Laat eens zien!'
`Nu niet, don Lucas Despierto. Deze brief is van grote waarde voor me.'
Wat voor waarde?'
33
'Graaf Antonio zal alles in het werk stellen om me in het verderf te storten; als het hem lukt kan deze brief mijn redding zijn, want — Santa Lauretta! — ik zweer u dat ik hein zal gebruiken als u mij in de steek laat. 1k verberg hem zo op mijn lichaam dat niemand hem kan vinden.
Helpt u me, dan krijgt u hem terug, maar laat u me aan mijn lot over, dan bent u ook verloren!'
De slaperige Pepe was plotseling een scherpzinnige, vastberaden kerel geworden die zich door geen bidden of smeken en door geen dreigementen van de kapitein van zijn besluit liet afbrengen. Don Lucas moest onverrichter zake terugkeren.
Enkele dagen later verbreidde zich het bericht dat Pepe, de Slaapkop, wegens een valse aanklacht tegen graaf Antonio gearresteerd was.
Later hoorde men dat hij als galeislaaf naar het presidio Ceuta (tuchthuis C.) zou gaan om tonijnen te vangen. Maar het kwam anders. Nog voordat men hem aan de ketting smeedde, kreeg hij bezoek van kapitein don Lucas Despierto. De volgende morgen was hij verdwenen; waarheen, dat kon niemand zeggen.
2. De bonanza
Sonora, een van de rijkste staten van Mexico, was vroeger een van de minst bekende streken in Midden-Amerika. De natuur heeft dit land rijk gezegend. De bodem, die nauwelijks door een ploeg wordt bewerkt, levert daar jaarlijks twee buitengewoon rijke oogsten; de bossen vormen een onmetelijke voorraad timmer- en campechehout; het dieren-rijk voorziet in de vorm van grote kudden paarden en run-deren en een onuitputtelijke wildstand in alle levensbehoef-ten van de mens.
1 comment