Wat zijn kieding betreft, die bestond uit het uniform van een officier van de Spaanse marine. Bij zijn laatste uitroep schoten zijn ogen vuur en hij maakte een beweging alsof hij overeind wilde springen.
`Blijft u zitten, senor, anders krijgt u de kogel! Dat woord
"schurk" heb ik niet gehoord, maar zegt u het geen tweede keer, want ik maak me er ook niet druk over tot welke soort mensenkinderen u behoort! Veertig oncen dus, senor!'
'Ik heb ze niet bij me!'
Dat spirit me voor u, want dan moet ik u als verdacht persoon arresteren!'
Wacht tot mijn mensen komen, met wier hulp ik het bedrag misschien bij elkaar kan krijgen!'
'Ik heb niet de minste lust met die twee kerels handgemeen te worden. Stap uit en volg me! Ik sta hier op wacht en moet iedereen die mij verdacht voorkomt, voorgeleiden.'
Àls ik dus betaal kan ik doen wat ik wil?'
`Veertig oncen!'
'Ik heb ze werkelijk niet bij me, maar hier is een ring die vijfmaal zo veel waard is!'
Hij haalde een ring van zijn vinger en bood die de miquelete aan; deze nam hem aan en onderzocht hem; hij scheen geen besluit te kunnen nemen.
`Neem hem en scheer je weg!' riep de kapitein woedend.
'Ik zal het riskeren en accepteer hem in plaats van die veertig oncen.'
Èn ben je nu doof, blind en stom?'
'Voor zover ik het klaarspeel, ja, vooropgesteld dat u uw zaken zo aanpakt dat ik niet horen, zien en spreken moet!'
Pepe liep zonder nog een woord te verspillen terug naar zijn lantaren en bij het licht daarvan liet hij de briljant fonkelen.
'Ik heb geen verstand van zulke dingen, maar ik geloof dat ik betere zaken gedaan heb dan onze waarde don Lucas Despierto. Als die steen echt is, dan zal ik de regering van het Allerchristelijkste Koninkrijk de achterstallige soldij graag schenken, hoewel ik genoodzaakt ben morgen vroeg al zo hard over mijn onbetaalde loon te schreeuwen, dat iedereen moet denken dat ik de hongerdood nabij ben.'
Hij ging liggen en scheen te slapen; een aandachtig toeschouwer zou echter hebben gemerkt dat hij in zijn linker vuist zijn mes hield, terwijl zijn rechter de karabijn omklemde — een afdoend bewijs dat hij geen reden meende te hebben de kapitein met zijn beide mannen een al te 17
groot vertrouwen te schenken.
Intussen zat de kapitein nog steeds in het bootje op het bericht te wachten dat hem moest doen vertrekken. Toen hoorde hij zachte, sluipende schreden die dichterbij kwamen.
`Capitan!'
`Je bent het! En?'
'Alles naar wens. De doria is nog wakker en de jongen ligt in zijn wieg te slapen.'
`Neem dan de touwladder mee en kom!'
Hij stapte uit de boot, wierp de man de ladder toe en ging voorop lopen, steeds langs het water, tot hij bij een ondiepe spleet in de rots kwam die naar de top leidde. Ondanks de duisternis klom hij omhoog tot aan het slot en bereikte de top op een plaats waarboven zich een balkon beyond dat op stevige stenen pilaren rustte. Hij keek omhoog en ontdekte zijn tweede handlanger, die op hem gewacht had.
Wang de ladder op, Juan, en maak hem aan de balustrade vast!'
Aan dit bevel werd geruisloos gevolg gegeven; daarna klom hij op het balkon en keek door de brede glazen deur een kamer binnen die zo groot was, dat de op een voetstuk staande lamp deze slechts spaarzaam verlichtte.
Bij een wieg zat een jonge, beeldschone vrouw, die met een blik vol liefde naar het jongetje keek dat erin lag te slapen.
Een vuistslag verbrijzelde de ruit en het volgende ogenblik stond de kapitein in de kamer. De jonge vrouw was verschrikt opgesprongen en staarde hem aan als een spook dat vrees en ontzetting met zich mee brengt.
`Lieve hemel, wie bent u, wat wilt u?'
Wie ik ben? Kent doria Luisa haar zwager niet meer?'
`Haar ...! Santa Maria, ja, hij is het, jij bent het, don Antonio, van wie we allemaal dachten dat hij dood was!'
Een hevige opwinding maakte zich van de gravin meester; de graaf keek haar met een rustige, honende glimlach in haar doodsbleek gezicht.
Dat dachten jullie, lieve schoonzuster, ja; maar het lot had niet zulke wrede bedoelingen als jullie meenden. Ik leef nog en moet je mijn excuses aanbieden dat ik een poging doe om je van mijn bestaan te overtuigen.'
`Dan dank ik samen met jou God, die je in zijn genade heeft beschermd en behouden en wel bij ons teruggebracht!
Maar vertel eens waar je tot dusverre geweest bent; niet het kleinste bericht over je heeft ons ooit bereikt!'
'Ik had opdracht gekregen naar Cuba te varen, maar werd door een Franse vloot achterhaald en geenterd. Ons verzet was vergeefs, men bracht mij naar Martinique, waar het 18
me later lukte me met enkele lotgenoten meester te maken van een daar voor anker liggende brik, waarvan we de be-manning overhoop staken om daarna in zee te steken. Van die tijd of kruiste ik in de wateren bij Midden- en Zuid-Amerika, sloeg menige goede slag en kom nu terug om te genieten van mijn successen ter zee.'
Ìk heet je hartelijk welkom in het vaderland, don Antonio!
Maar waarom kom je op zo'n ongewoon uur en op zo'n opvallende manier naar slot Elanchove toe?'
`Kun je dat niet raden, dierbare dotia?'
Bij de toon van deze woorden keek ze hem scherper in zijn gezicht en onwillekeurig rilde ze toen daarop slechts haat en arglist te lezen stonden.
`Wat moet ik raden, don Antonio?'
Dat je me in de weg staat, jij, en die jongen hier die mij mijn erfenis ontneemt, die me tot de rijkste man van het koninkrijk zou maken als mijn broer zich niet door jouw stem had laten verleiden. Ik ben gewend de eigendommen van de Mediana's als de mijne te beschouwen en zal geen ogenblik van die gewoonte afwijken.'
`floor ik het goed! Is het mogelijk dat
`Je hoort het heel goed', viel hij haar in de rede, 'en alles is mogelijk als ik het wil. Ik kom zo laat en op deze ongewone manier naar je toe om op klaarlichte dag als de enige Mediana mijn intocht op slot Elanchove te kunnen houden.
Wat me in de weg staat vertrap ik, en jij staat me in de weg, jij en je kind!'
Met van ontzetting wijdopengesperde ogen staarde ze hem aan; ze kon slechts met moeite begrijpen met welke bedoelingen hij, de broer van haar overleden echtgenoot, naar haar toe gekomen was; maar toen schoot het als een flits door haar hoofd dat ze zichzelf en de kleine Fabian moest beschermen, en met een paar snelle passen rende ze naar de bel. Maar voordat ze aan het schelkoord kon trekken, stond de lugubere bezoeker naast haar en sloeg haar met een bliksemsnelle klap tegen de grond, waar ze bewusteloos bleef liggen.
`Jose! Juan!'
De beide mannen kwamen van het balkon naar binnen. Hun gelaatstrekken getuigden van een ware zeeschuimersmen-taliteit; ze moesten in staat zijn tot elke daad waarvoor ze geld konden verwachten.
1 comment