`Die vrouw heeft het me gemakkelijk gemaakt. Ruim haar uit de weg — maar goed en degelijk; als beloning daarvoor is alles wat jullie hier vinden jullie eigendom!'

Zonder ook maar een ogenblik te aarzelen, grepen de beide ruwe kerels de gravin en sleepten haar weg. Maar de graaf 19

boog zich over haar zoontje heen en bekeek de gelaatstrekken van het slapende kind.

`Hij heeft het gezicht van de Mediana's en is de zoon van mijn broer. Die vrouw was een vreemde voor me; aan haar dood kan ik rustig denken, maar hem zal ik laten 'even. Als hij nooit te weten komt waar hij geboren werd, zal hij me ook nooit kunnen schaden.'

Juan en Jose kwamen weer binnen; met een onbeweeglijk gezicht zag de kapitein hoe ze hun bloedige dolk aan het wit-zijden dekentje van het wiegje afveegden.

`Mogen we nu onze gang gaan, senor?'

Neem maar wat je hebben wilt; doe het alleen zo snel mogelijk en zoek geen nutteloze dingen uit. Het bootje is klein en er kan niet veel in!'

Èn het kind?'

Neem ik mee. Het krijgt andere kleren aan en wordt ter hoogte van Bayonne in een bootje in zee gezet!'

Intussen lag de miquelete bij zijn lantaren en dacht aan de vele goudstukken die hij voor de zo gemakkelijk verkre-gen ring zou kunnen opstrijken. Hij was een beste, eerlijke kerel, maar ook een mens die voedsel tot zich moest nemen als hij niet wilde verhongeren. Maar omdat de staat hem rustig liet verhongeren, bezorgde de wetenschap dat hij het noodzakelijke langs heimelijke wegen veroverd had hem niet al te veel gewetenswroeging. Maar hoe schitterender de ring aan zijn vinger fonkelde des te peinzender werd zijn blik. Hij kon het geen doodzonde vinden een paar balen goederen erdoor te laten glippen, maar er was geen smokkelwaar in de boot geweest en de touwladder wees in de richting van een onderneming die hem wel eens zwaarder op het hart kon drukken dan een klein onbelangrijk smokkelhan-deltje.

`Santa Lauretta, als ik hier nu eens de hand geleend had tot de een of andere halsmisdaad! Pepe, daar boven in de hemel is er Een die alles ziet wat je doet! Wat moet Hij van je denken als

Hm, ze zijn naar het slot gegaan;

wat willen ze daar?'

Vol onrust draaide hij heen en weer, bekeek de ring die brood voor hem betekende, keek toen nadenkend de lichte mist in, omhoog naar de wolken en kon eindelijk het be-klemmende gevoel dat er onheil te wachten stond niet Langer onderdrukken.

Ìk ga! Ik moet zien wat ze van plan zijn!'

Hij stond op, liet de lantaren staan, klom langs de glooiing naar beneden en sloop onhoorbaar naar de rotsspleet. Toen was het of hij naderende voetstappen hoorde en het onder-20

drukte gesnik van een kind. Snel wierp hij zich op de grond.

Er kwamen drie mannen aan. De voorste droeg een jongetje op zijn arm en probeerde het door zachte dreigementen tot zwijgen te brengen; de twee anderen droegen omvang-rijke pakketten op hun rug. Hier was een misdaad begaan, misschien wel een kind ontvoerd, en de miquelete wilde zich al oprichten om de mannen aan te houden, toen de voorste bleef staan en zich omdraaide.

Leg je spullen neer en sluip naar boven naar het Licht. De kustwacht die daarboven ligt, heeft ons gezien en kan ons later verraden. Jullie weten wat jullie te doen staat!'

Juan en Jose legden hun buit op de grond en maakten zich klaar om het bevel op te volgen; maar daar stond Pepe al met zijn karabijn in de aanslag voor hen.

`Halt, senores! Geen stap verder!'

`Grijp hem!' beval de kapitein.

Er klonk een schot en Jose stortte, in zijn hoofd getroffen, ter aarde. De miquelete trok zijn mes uit de schede en sprong op de kapitein af; deze maakte een snelle draai, de messtoot miste en — de punt van het lemmet schamp-te langs de wang van het jongetje. Dat slaakte een luide kreet van pijn, die de brave Pepe zo van zijn stuk bracht dat hij de volgende ogenblikken ongebruikt voorbij liet gaan.

Maar toen rende hij des te haastiger achter de beide vluchtelingen aan, kwam echter te laat, want toen hij de plaats bereikte waar het bootje had gelegen, beyond het zich al enkele riemslagen ver in zee en verdween enkele seconden later in de dichte mist die loodzwaar boven het water hing.

`Santa Lauretta, daar gaan ze, die onverlaten! Had ik maar een roeibootje of zo, dan zouden ze mij waarschijnlijk niet ontkomen; maar nu moet ik ze laten ontsnappen! Mijn beste don Lucas Despierto, we komen misschien lelijk in de narigheid te zitten en we zullen de gevolgen zelf moeten dragen. 1k zal meteen eens naar die kerel kijken op wie ik geschoten heb; misschien vind ik daar iets wat erop wijst wat ze van plan zijn geweest!'

Hij haalde zijn lantaren en liep langs de oever.