Het publiek was dol van vreugde. Het juichte den aap en den jongen toe en jouwde den dresseur en den directeur, die den eerste trachtte te helpen, uit.

Tot wanhoop gebracht was de dresseur naar zijn kleedkamer gevlogen om een zweep te halen. Daarmede ging hij naar de loge terug; doch toen hij Ajax daarmede gedreigd had, kreeg hij, in plaats van één, twee tot woede geprikkelde vijanden tegenover zich, want de jongen was opgesprongen, had een stoel gegrepen en stond nu naast den aap gereed om zijn nieuwen vriend te verdedigen. Niet langer speelde er een glimlach op zijn knap gezicht. In zijn oogen was een uitdrukking, die den dresseur achteruit deed deinzen, en naast hem stond de groote anthropoïde grommend klaar hem aan te vallen.

Wat er gebeurd zou zijn, wanneer niet op het juiste oogenblik hulp was opgedaagd, valt slechts te gissen, maar dat de dresseur minstens leelijk toegetakeld zou zijn, was uit de houding van de twee, die tegenover hem stonden, duidelijk op te maken.

Doodsbleek vloog de huisknecht de bibliotheek der Greystokes binnen, om te zeggen, dat hij Jack's deur gesloten gevonden en geen ander antwoord op zijn tikken en roepen gekregen had dan een vreemd kloppen en een geluid, dat hij voor het rollen van een lichaam op den grond hield. Met vier treden tegelijk vloog John Clayton de trap op. Zijn vrouw en de knecht snelden hem na. Eenmaal riep hij hard den naam van zijn zoon, maar toen hij geen antwoord kreeg, 21

wierp hij zich met zijn volle gewicht tegen de zware deur, die onmiddellijk uiteensplinterde. Daar vlak onder lag het lichaam van den bewusteloozen Mr. Moore, op wien zij met een zwaren plof neerviel. Tarzan sprong door de opening heen en een oogenblik later werd de kamer overstroomd door licht uit een half dozijn electrische bollen.

Het duurde verscheidene minuten vóór de gouverneur ontdekt werd, zoo volkomen had de deur hem bedekt; maar ten slotte werd hij eronder uitgetrokken en zijn prop en zijn banden losgesneden, waarna een rijkelijke besprenkeling met water hem weer gauw tot bewustzijn bracht.

„Waar is Jack?” was John Clayton's eerste vraag; en dan, toen de herinnering aan Rokoff en de vrees voor een tweede ontvoering bij hem opkwamen: „Wie heeft dat gedaan?”

Langzaam stond Mr. Moore op. Zijn blik dwaalde de kamer rond. Geleidelijk herinnerde hij zich de bijzonderheden weer.

„Ik verzoek op staanden voet ontslag,” waren zijn eerste woorden. „U hebt geen gouverneur noodig voor uw zoon –

maar een dierentemmer.”

„Maar waar is hij?” riep Lady Greystoke.

„Naar Ajax gaan kijken.”

Met moeite bedwong Tarzan een glimlach en nadat hij zich vergewist had, dat de gouverneur meer geschrikt dan gewond was, liet hij zijn auto voorkomen en zich naar een bekenden music-hall brengen.

HOOFDSTUK III.

Toen de dresseur met opgeheven zweep een oogenblik aarzelend staan bleef bij den ingang der loge, waarin de jongen en de aap tegenover hem stonden, duwde een groote, breedgeschouderde man hem op zijde en ging de loge binnen. Toen de jongen hem zag, kwam er een lichte blos op zijn wangen.

„Vader!” riep hij uit.

De aap wierp één blik op den Engelschen lord, sprong dan naar hem toe en begon opgewonden kreten uit te stooten. Met van verbazing groote oogen bleef de man staan, als was hij in steen veranderd.

„Akut!” riep hij uit.

De jongen keek verbaasd van den aap naar zijn vader en van zijn vader naar den aap.