Niet aan hem denken!

Ze steunt haar hoofd met haar handen en wrijft over haar voorhoofd.

Nee. Nee. Nee.

Ze is gevlucht. Ze is hier. Ze is in Londen. Ze is veilig. Ze zal hem nooit meer zien.

Ze knielt en stopt de vieze kleren uit de wasmand in de wasmachine, net zoals Krystyna haar heeft laten zien. Ze voelt in de zakken van zijn zwarte spijkerbroek en haalt de munten en het gebruikelijke condoom dat in al zijn broeken lijkt te zitten eruit. In de achterzak vindt ze een papiertje met een telefoonnummer en de naam Heather erop. Ze stopt het met het muntgeld en het condoom in haar zak, gooit een wasmiddelcapsule erbij en zet de machine aan.

Daarna haalt ze de droger leeg en zet het strijkijzer aan. Vandaag gaat ze beginnen met strijken en blijft ze gewoon in het washok tot hij weg is.

Stel dat hij niet weggaat?

En waarom verstopt ze zich voor hem? Hij is haar werkgever. Misschien moet ze zich voorstellen. Ze heeft al haar andere werkgevers ontmoet, en dat gaf geen problemen, behalve bij mevrouw Kingsbury, die achter haar aan loopt en kritiek levert op de manier waarop ze schoonmaakt. Ze zucht. Maar alle mensen voor wie ze werkt zijn vrouwen – behalve hij, en ze is op haar hoede voor mannen.

‘Dag, Krystyna!’ roept hij. Door die woorden schrikt ze op uit haar gedachten en let ze niet meer op de kraag die ze aan het strijken is. De voordeur slaat met een gedempte klap dicht en het is weer stil. Hij is weg. Ze is alleen, en opgelucht leunt ze tegen de strijkplank.

Krystyna? Weet hij niet dat zij nu in plaats van Krystyna komt? Magda’s vriendin, Agatha, heeft dit baantje geregeld. Heeft Agatha hem niets verteld over deze verandering van schoonmaakster? Alessia besluit om vanavond na te gaan of de eigenaar van dit appartement op de hoogte is gesteld. Ze maakt nog een overhemd af, hangt het op de kleerhanger, loopt dan naar het tafeltje in de gang en ziet dat hij geld voor haar heeft achtergelaten. Dat betekent toch zeker dat hij niet meer terugkomt?

Ze krijgt onmiddellijk een beter humeur, en met hernieuwde energie rent ze terug naar het washok, ze pakt de stapel net gestreken kleren en zijn overhemden en loopt naar zijn slaapkamer.

De grote slaapkamer is de enige kamer in het appartement die niet wit is: overal grijze muren en donker hout. Er hangt een grote vergulde spiegel boven het grootste houten bed dat Alessia ooit heeft gezien. En aan de muur aan het voeteneind van het bed hangen twee grote zwart-witfoto’s van vrouwen, met hun blote rug naar de camera. Ze wendt zich af van de foto’s en bekijkt de kamer. Het is één grote puinhoop. Snel hangt ze de overhemden in de kast – een kast die groter is dan haar slaapkamer – en legt de opgevouwen kledingstukken op een van de planken. Het is nog steeds een rommeltje in de kast, en dat was al zo sinds ze hier vorige week met Krystyna was begonnen. Krystyna negeerde de puinhoop, en hoewel Alessia alle kleren wil opvouwen en wegbergen, is het een groot project, en daar heeft ze nu geen tijd voor, niet als ze wil pianospelen.

Terug in zijn kamer trekt ze de gordijnen open en ze kijkt door de ramen, die van de vloer tot het plafond reiken, naar de Theems. Het regent niet meer, maar het is een grauwe dag; de straat, de rivier, de bomen in het park zijn allemaal dofgrijs, heel anders dan bij haar thuis.

Nee. Haar thuis is nu hier.