Zij droeg geen ringen, geen braceletten: zij had iets zeer gewild eenvoudigs en jonkvrouwelijk stijfs. Op het voorhoofd en in de nek kroezelden wat fijne lokjes als uitgerafelde zijde.
Vriendelijk, terwijl zij hem bij de deur reeds toelachte, knikte zij de jongen toe, en achter hem gekomen, pakte zij zijn dik hoofdje tussen beide handen, om er, wat bevreesd voor zijn boterige vingertjes en lipjes, een flinke zoen op te drukken.
Toen ging zij zitten, met een tevreden gevoel over haar verzorgde bevalligheid, in haar hersteld gemoedsevenwicht aangenaam gestemd door de lauwe warmte van de kachel, terwijl de sneeuw buiten neerviel in een donzige stilte. Onbewust glimlachend, wreef zij zich haar slanke, witte handen en bezag haar rozige, witgepunte nagels, om daarna behaaglijk naar buiten te zien, waar een fruitvrouw, in tweeën gebogen, mager als een riet, hoekig, in een vuile grijze sjaal, een kar met besneeuwde sinaasappels voortduwde. Behaaglijk ook, met iets egoïstisch verheugds, dat de zaak haar niet zou deren, hoorde zij, zich een broodje snijdend, naar een twist tussen Betsy en de vinnige meid, luide bevelende betuigingen en korte brutale tegenwerpingen, die tegelijkertijd opklonken tussen het gerammel van ijzeren pannen, of het porceleinen geklater van een driftig neergeplaatste stapel borden.
Betsy kwam binnen, met een ontevreden uitdrukking in haar, onder zware wenkbrauwen tintelende, ogen, haar korte, vlezige lippen nijdig samengetrokken. Zij droeg een stapeltje kristallen dessertschaaltjes, die zij nu zelf wilde wassen daar Grete, de keukenmeid, er een gebroken had. Voorzichtig trots haar verbittering, zette zij het stapeltje neer, vulde een spoelkom met lauw water, zocht naar een kwast.
"Die drommelse meid...! Verbeeld je, een van mijn fijne schaaltjes. Dat gaat ze waarachtig met kokend water wassen. Het is ook altijd zo, als je die lomperds wat toevertrouwt."
Hard, met een ruwe nadruk klonken haar woorden. Wrevelig duwde zij Ben, die haar in de weg stond, op zij.
Eline zeer bereidvaardig in haar aangenaam humeur, wilde aanstonds helpen wat Betsy gestreeld, gaarne aannam. Zij beweerde nog veel te doen te hebben, maar liet zich intussen op de bank neervallen en zag toe, hoe Eline voorzichtig de schaaltjes één voor één afkwastte en in de plooien van een theedoek droogde, met kleine, bevallige gebaren, zonder haar vingers te bevochtigen of een droppel te storten. En zij gevoelde het verschil tussen haar eigen bruisende beweeglijkheid, ontsproten uit haar rijke gezondheid, en Eline's lome elegance, gemengd met iets als een vrees zich te zullen vermoeien of te bezoedelen.
"A-propos, gisteren bij de Verstraetens hoorde ik, dat ze vanavond niet naar de opera gingen, om uit te rusten van de tableaux; tante vroeg, of ik de loge wilde hebben. Heb je lust te gaan?"
"Naar de opera? En je gasten?"
"Jeanne Ferelijn wilde vroeg weg, omdat haar kind weer kou heeft gevat, en ik wou Emilie en haar broer vragen, of ze meewillen. Henk kan thuis blijven. Je weet, het is een loge van vier."
"Het is mij wel. Heel goed."
Tevreden over zichzelf zette Eline het laatste schaaltje, doorglanzend met fijn geslepen punten, neer, en de spoelkom weg, toen er in de keuken een twist uitbarstte, doorkletterd met de zilveren ritseling van een neergesmeten bundel lepels en vorken. Grete was met Mina, de werkmeid, aan de gang. Betsy repte zich en weldra volgden ruwe bevelen en brutale tegenwerpingen elkaar op, als in een snelle dialoog.
Ben was intussen, enigszins soezig, met een open mond, op de plek blijven staan, waar zijn moeder hem heengeduwd had, vol van een stille vrees voor al dat rumoer daarbuiten.
"Kom Ben, ga je mee naar tantes kamer?" vroeg Eline en glimlachend strekte zij haar hand naar hem uit. Hij kwam nader en beiden gingen de trap op.
Op de eerste verdieping bewoonde Eline twee kamers, gescheiden door een portière: een slaapkamer en een ruim boudoir. Met een verfijnde zuinigheid en takt had zij deze vertrekken een aanzien van weelde weten te geven, waarover iets als een artistiek waas lag. Het was er bont en vol, terwijl een gewilde wanorde hier en daar natuurlijke stillevens vormde. Haar piano stond schuin in een hoek.