Ik wil
niet uitvoerig zijn in mijn beschrijving van den overtocht door het
Kanaal en de golf van Biscaye. Ik was meesttijds zoo zeeziek als
een juffrouw die den overtocht maakt in de Dover-packet, maar had
niet zooveel gelegenheid als deze om er mij aan toe te geven, daar
voor mij de dienst boven in het tuig of als wachthebbende aan dek,
onverbiddelijk was. Wij bereikten ons station en kwamen onder de
orders van den onsterfelijken Nelson, slechts weinige uren vóór den
zeeslag, die hem het leven kostte toen hij ’s lands eer ophield. De
geschiedenis van dien gedenkwaardigen slag is zoo dikwijls en
uitvoerig beschreven, dat ik er niets meer aan weet toe te voegen.
Inderdaad echter verbaast het mij, dat bij zulk een [38]verwarring en de
overeenstemming van alle zeegevechten, van zulk een treffen nog
zooveel bijzonderheden kunnen gemeld worden. Ik maakte destijds een
opmerking, die mij later telkens met verdubbelde overtuiging weer
in de gedachte kwam, en die was: dat de admiraal, als eenmaal het
gevecht aan den gang was, weinig meer aan het oppercommando kon
doen, want hij kon evenmin zien als gezien worden; hij kon geen
partij trekken van ’s vijands zwakke punten of fouten, evenmin als
die aan zijne eigene zijde verdedigen of verbergen; zijn eigen
vlaggeschip, de Victory, een onzer schoonste driedekkers, lag, als
’t ware vastgemeerd, langs zijde van een Fransch linieschip van 80
stukken.
Dezelfde opmerkingen las ik later in een werk over de
zeetactiek, en zij bevestigden volkomen mijne meening. Er was in
het begin van den slag een oogenblik waarin ik, jong als ik was,
een geweldigen angst gevoelde voor den roem en de eer van mijn
vaderland. Het was toen ik de trotsche leiders onzer beide liniën
blootgesteld zag aan het vereenigd kruisvuur van zoovele schepen.
Ik vond, dat Nelson zich te veel blootgaf, en dat denk ik nu nog.
Ondervinding heeft bewaarheid, wat jeugdige phantaisie zich
verbeeldde; ’s vijands centrum had vernield moeten worden door onze
zeven driedeksschepen, waarvan thans sommige, die in de achterhoede
behoorden, weinig aandeel aan den strijd konden nemen. Behalve om
den indruk, dien zij maakten, hadden zij zeer geschikt op de reede
van Spithead kunnen blijven. Het is geenszins mijn bedoeling om
hier een aanmerking te maken op de bevelhebbers dier schepen: neen,
alleen toevallige omstandigheden, zwakke koelte en de plicht aan
elk opgelegd om zijn standplaats in de linie te behouden,
veroorzaakten, dat zij het grootste deel van den dag nolens
volens werkeloos op den achtergrond moesten blijven. Andere
schepen daarentegen hadden benijdenswaardige positiën, doch
maakten, zooals ik later van enkele daarop dienende officieren
vernam, niet al het gebruik, dat zij daarvan konden. Deze fout aan
onzen kant werd echter ruim opgewogen door dergelijke, op gelijke
wijze veroorzaakte misslagen bij den vijand, en zoo is toch stellig
de overwinning door ons behaald. De Britsche vloot had een hooge
waarde; en wij moeten erkennen dat op dien dag »toen Engeland
verwachtte, dat ieder zijn plicht zou doen”, slechts weinigen de
hoop van hun vaderland teleurstelden.
Ik zal nimmer de electrieke schok vergeten, die het ophijschen
van [39]het sein tot het gevecht op de geheele vloot
teweegbracht. Bij niets is het beter te vergelijken dan bij een
lange, in brand gestoken loop buskruit. Aannemende, dat alle
Engelschen in hoofdkaraktertrekken overeenstemmen, was hetzelfde
gevoel, dezelfde geestdrift op elk schip te bespeuren; menigen
verharden zeebonk rolden de tranen langs de wangen, toen de
woorden, die het sein inhield, hardop herhaald werden. Zij brachten
elk vroeger roemrijk feit in herinnering, en vervulden den geest
met nieuwe, stoute verwachtingen, die voor zoovelen, helaas! echter
nooit werden verwezenlijkt. Zonder de minste verwarring nam elk
zijn plaats in de batterij of elders voor het gevecht in, en van
dat oogenblik af lag op ieders gelaat kalme, besliste
vastberadenheid te lezen.
Mijn commandant was, ofschoon ons schip in geene der liniën
behoorde, volstrekt niet bang voor de schoten, en hoewel wij niet
in het vuur behoefden te komen, vóór wij daartoe sein ontvingen,
achtte hij het toch plichtmatig zoo dicht mogelijk in de nabijheid
onzer in den strijd gewikkelde schepen te blijven, om waar het
noodig was, hulp te kunnen bieden. Ik was geplaatst bij de
allervoorste stukken van onze kuilbatterij, toen ook voor ons de
order kwam om slagvaardig te zijn. Ofschoon op een betrekkelijk
kleine schaal, ken ik weinig tooneelen, die zulk een indruk maken
als een schip bij »alarm”. Het sein daartoe wordt op last van den
bevelhebber door den tamboer gegeven en benedendeks herhaald.
Onmiddellijk worden alle loopende werkzaamheden gestaakt, en moet
ieder man aan boord de hem alleen voor die gelegenheden opgedragen
bezigheid vervullen. Slechts kort duurt de schijnbare verwarring,
die hiervan het gevolg is. Aan dek worden de minst handige zeilen
geborgen, op de onderra’s de enterdreggen uitgebracht, in de marsen
en in de rusten de valreepen van het steng- en onderwant met de
gesjorde hangmatten beveiligd, de pompen en brandspuit
gereedgemaakt om water te geven. In de batterijen wordt de noodige
voorraad scherp opgehaald, worden de kanonnen ontsjord, gewischt en
geladen, en eindelijk door elk schepeling het hem aangewezen wapen,
hetzij geweer, pistool, piek of enterbijl ter hand genomen. Het
einde der manoeuvre is, dat elk zijn plaats bij de kanonnen weer
inneemt. Hiermede treedt een volledige stilte in, waarbij slechts
de bevelen gehoord mogen worden, voorzoover dit onder eene kanonade
van zoovele schepen mogelijk kan zijn. Trotsch is het gezicht op de
lange rijen vuurmonden, elk met een tiental matrozen en mariniers
bemand. Achter elk stuk [40]staat de commandant met het richten en
afvuren belast, in het midscheeps worden de lonten brandende
gehouden. Over een zeker aantal stukken beveelt een der officieren.
Aan dek is de commandant, meer dan ooit de groote man, de ziel van
het schip. Hij heeft naast zich den eersten officier, achter zich
een paar jonkers om bevelen naar voren of naar omlaag over te
brengen. Onder het groote luik in het tusschendeks is het
slagverband klaargemaakt, en zijn de dokters in afwachting der
gekwetsten, die hun toegezonden zullen worden: messen, zagen,
tangen, sponzen, kommen met azijn en water, deden op de
verbandtafel liggende of gereedgezet, aan allerlei pijnlijke
operatiën denken; deze dingen althans benemen alle poëzie aan een
zeegevecht. Vóór op den bak is de schipper of opperbootsman
geplaatst; en in de ware beteekenis van het woord »overal” de baas
timmerman met zijn helper.
1 comment