De Mens-Berg zal in zijn vrije tijd onze werklieden helpen en bijstaan bij het tillen van bepaalde grote stenen ten behoeve van de afdekking van de muur van het vorstelijke park en andere van onze koninklijke gebouwen.

8. De Mens-Berg zal binnen twee manen een nauwkeurig verslag uitbrengen van de omtrek van ons gebied door het tellen van zijn eigen stappen langs de kustlijn.

Ten slotte: de Mens-Berg zal na zijn plechtige eed alle bovengenoemde bepalingen in acht nemen. Hij zal elke dag een dagelijkse hoeveelheid vlees en drank krijgen die voldoende is voor zeventienhonderd achtentwintig van onze onderdanen. Hij krijgt vrije toegang tot onze Keizerlijke Persoon en andere tekenen van onze gunst. Aldus overeengekomen in ons paleis te Belfaborac, de twaalfde dag van de eenennegentigste maan van onze regering.

Ik bezwoer deze bepalingen en ondertekende ze, opgetogen en tevreden, hoewel een aantal ervan niet zo eervol was als ik had mogen wensen. Dit kwam uitsluitend voort uit de kwaadwilligheid van Skyresh Bolgolam, de groot-admiraal. Daarop werden mijn boeien direct losgemaakt en ik was vrij. De keizer in eigen persoon deed mij de eer aan bij de hele plechtigheid aanwezig te zijn. Ik toonde mijn dankbaarheid door mij aan zijn voeten te werpen. Hij gebood mij echter op te staan. Na veel hoffelijke woorden, die ik niet zal herhalen omdat men mij dan misschien wel verwaand vindt, voegde hij eraan toe dat hij hoopte dat ik een bruikbare dienaar zou blijken te zijn en alle gunsten waardig die hij me al verleend had of in de toekomst zou verlenen. Met de laatste bepaling bij het verkrijgen van mijn vrijheid legde de keizer vast dat ik een hoeveelheid vlees en drank zou krijgen die voldoende was voor zeventienhonderd achtentwintig Lilliputters. Toen ik enige tijd later aan een vriend aan het hof vroeg hoe ze aan dat exacte getal kwamen, vertelde hij me dat de wiskundigen van de keizer de lengte van mijn lichaam met behulp van een kwadrant* hadden gemeten.

Ouderwets instrument om mee te meten

Ze hadden berekend dat mijn lichaam twaalf keer zo lang was als hun lichamen. Doordat onze lichamen wel dezelfde vorm hadden, hadden ze opgemaakt dat het mijne minstens zeventienhonderd achtentwintig van hun lichamen zou kunnen bevatten. Ze dachten dat ik dan ook zoveel voedsel nodig zou hebben als nodig was om dat aantal Lilliputters te voeden. Uit dit voorbeeld blijkt de vindingrijkheid van dit volk en het maakt duidelijk dat de keizer een verstandige en nauwgezette econoom was.

4

Ik leer Mildendo kennen en bied de keizer mijn hulp aan

Nadat ik mijn vrijheid had verworven, vroeg ik als eerste toestemming om de hoofdstad Mildendo te bezichtigen. De keizer vond dat goed, maar hij wees er nog eens uitdrukkelijk op dat ik noch de inwoners noch hun huizen mocht schaden. Bodes kondigden mijn plannen om de stad te bezoeken aan. De muur die om de stad loopt, is tweeënhalve voet hoog en minstens elf duim breed. Een koets met paarden kan er zonder moeilijkheden overheen rijden. Hij wordt geflankeerd door sterke torens op tien voet afstand van elkaar. Ik stapte over de grote westpoort en liep heel voorzichtig zijdelings door de twee hoofdstraten. Ik droeg alleen maar mijn vest, uit angst dat de panden van mijn jas de daken en erkers van de huizen zouden beschadigen. Ik deed alles om te voorkomen dat ik op achterblijvers zou trappen die toch nog op straat zouden zijn, ook al was het de mensen uitdrukkelijk bevolen dat ze voor hun eigen bestwil binnen moesten blijven. De zolderramen en de daken zaten helemaal vol met toeschouwers; op al mijn reizen heb ik nog nooit zo’n dichtbevolkte plaats gezien. De vorm van de stad is precies vierkant; elke muur is vijfhonderd voet lang. De twee hoofdstraten die er dwars doorheen lopen en de stad in vier wijken verdelen, zijn vijf voet breed. De straten en stegen, die zo nauw zijn dat ik er niet in kon, maar die ik alleen kon bekijken als ik er langskwam, zijn twaalf tot achttien duim breed, dus dertig tot vijfenveertig centimeter. De stad kan in totaal vijfhonderdduizend zielen bevatten. De huizen hebben drie tot vijf verdiepingen en de winkels en de marktkramen zijn afgeladen met handelswaar.

Het paleis van de koning ligt in het centrum van de stad, waar de twee hoofdstraten bij elkaar komen.