En dus verliet ik de frisse lucht brigade en wees het aanbod van H. af om samen een huisje aan de rivier te betrekken en 's morgens naar de stad te lopen. Ik heb wel een paar weekeinden bij de familie Caterby in Kent doorgebracht, maar was niet ontroostbaar toen ze hun huis verhuurden en naar het buitenland gingen, omdat ik van mening was dat zo'n gedeeltelijke compensatie niets voor mij was. Mijn voorkeur voor satirische beschouwingen was evenmin een lang leven beschoren. Een tijdelijke dorst, die ik met velen deel, naar boeiende avonturen, zoals beschreven in Nieuwe Arabische Nachten, dreef mij ertoe enkele avonden door te brengen in een paar veelbezochte louche gelegenheden in Soho en verder oostwaarts. Ik kwam uiteindelijk weer tot mezelf na op een broeierige zaterdagavond een uur lang in een rokerig variététheater naast een stevig vrouwmens te hebben gezeten. Ze had kennelijk last van de warmte, want met regelmatige tussenpozen voorzag ze zichzelf en een klein kind van een verfrissing uit een fles met lauw donker bier.
In de eerste week van september was ik gestopt met het zoeken naar verstrooiing en schikte me in de vervelende, maar waardige routine van kantoor, club en kamers. De grootste beproeving kwam, toen de afschuwelijke waarheid tot me doordrong dat de wereld die voor mij van levensbelang was, mij toch niet nodig bleek te hebben. Lady Ashleigh had goed praten toen ze me verzekerde dat men mij zeer miste; maar uit een brief van F., die ook op het feest was, geschreven in 'haast, omdat het schieten juist begint' en als antwoord op één van mijn knapste exemplaren, maakte ik opdat het huisfeest weinig onder mijn afwezigheid had geleden en dat er mijnentwege weinig zuchten waren geslaakt, zelfs onder degenen die door Lady Ashleigh in haar brief discreet waren aangeduid met allemaal toen ze schreef: 'We zullen je allemaal missen.' Een klap die nog harder aankwam, al raakte hij me niet zo diep, was afkomstig van mijn nicht Nesta, die schreef:
'Het moet afschuwelijk voor je zijn om nu in Londen te moeten blijven hakken, al moet het voor jou een groot genoegen zijn'(het gemene kleine nest) 'om zulk interessant en belangrijk werk te moeten doen.' Weer een wraakneming op een onschuldige illusie, die ik mijn familieleden en kennissen had weten aan te praten en waarin ik vooral ongetrouwde dames, met wie ik de afgelopen twee seizoenen was gaan dineren en die vol bewondering en vertrouwen waren, maar iets wijs maakte. Dat deed ik met zoveel overtuiging, dat ik er bijna zelf in begon te geloven. De waarheid was, dat mijn werk belangrijk noch interessant was en op het moment voornamelijk bestond uit het roken van sigaretten, uit het zeggen dat de heer Zus-en-zo tot 1 oktober afwezig was, uit het er niet zijn van twaalf tot twee om te gaan lunchen, en in mijn vrije momenten uit het maken van samenvattingen van -laten we zeggen - de minder vertrouwelijke consulaire rapporten en het samenpersen van de resultaten in ijzeren schema's. De oorzaak van mijn opsluiting was niet een wolk aan de internationale horizon -hoewel ik eren passant bij moet zeggen dat zo'n wolk wel bestond, al was het maar een bevlieging van de kant van een hoog en invloedrijk personage, waar de mensen die beneden hem stonden de gevolgen van te verduren kregen. De zorgvuldig gemaakte vakantieplannen van de jonge werknemers vielen erdoor in duigen en in mijn geval werd daardoor inbreuk gemaakt op de regeling die ik had getroffen met K., die beslist geen hekel had aan de hondsdagen in Whitehall.
Er was nog maar één ding nodig om mijn verbittering compleet te maken en dat hield mij in 't bijzonder bezig toen ik me die avond voor het diner kleedde. Nog twee dagen in deze dode en gistende stad en dan zou het afgelopen zijn met mijn slavernij. Ja, maar -de ironie ten top - ik wist niet waar ik heen moest. Het feest op Morven Lodge liep op z'n eind. Een vervelend gerucht over een afspraak, die bij die gelegenheid was gemaakt, gaf mij de nieuwe zekerheid dat men mij niet had gemist, wat een verdrietig soort cynisme in mij opriep, zoals je dat voelt wanneer je denkt niet belangrijk genoeg te zijn geweest.
Ik herinnerde me ineens weer uitnodigingen vooreen latere datum, die ik in juli had afgeslagen met het prettige gevoel veel gevraagd te worden. Ze lieten me niet meer los. Er was minstens één uitnodiging geweest die ik best had kunnen herroepen, maar nooit was er enige druk op mij uitgeoefend om er nog eens over na te denken. Bovendien zijn er van die momenten, dat er niet veel verschil lijkt te bestaan tussen het jezelf aanbieden of als paradepaardje te dienen voor tegen elkaar opbiedende gastvrouwen. Zo'n uitnodiging wordt dan niet eens overwogen. Vanwege de jicht van mijn vader was mijn eigen familie in Aix; naar hen toe te gaan kwam niet bij me op, omdat ik me daarmee gewonnen zou geven. Bovendien zouden ze binnenkort naar ons huis in Yorkshire vertrekken en een profeet is nooit geliefd in eigen tand. Om kort te gaan, ik was uiterst neerslachtig.
Het geschuifel op de trap, dat altijd voorafging aan het kloppen en binnenkomen van Withers, kondigde ook nu zijn komst aan. (Eén van de dingen die ik al een tijd niet meer leuk vond, was de nonchalance, ook weer te wijten aan het seizoen, van de bedienden van het grote blok met kamers waar ik woonde.) Met een terughoudend gebaar overhandigde Withers mij een brief met een Duits poststempel en 'Spoed' erop. Ik was net klaar met aankleden en haalde mijn geld en handschoenen op. Toen ik ging zitten om hem open te maken brak een gevoel van nieuwsgierigheid door mijn neerslachtigheid heen. Op de achterkant van de enveloppe stond in een hoekje met vlekkerige letters geschreven: 'Het spijt me, maar er is nog iets, een paar wantspanners van Carey en Neilson, maat 1 3/8, gegalvaniseerd.' Dit stond er in de brief:
Jacht Dulcibella
Flensburg, Sleeswijk-Holstein,
21 september
Beste Carruthers, - Je zult wel verbaasd zijn iets van mij te horen, aangezien we elkaar al in geen tijden hebben ontmoet. Het zou ook heel goed kunnen, dat wat ik je ga voorstellen je niet gelegen komt. Ik ken jouw plannen natuurlijk niet en als je al in de stad bent, slap je waarschijnlijk weer net in het harnas en kun je niet weg.
1 comment