Búiten, was het de lente, jong en transparant, zooals ze enkele dagen zijn kan, in Holland. De kastanjes hadden al groene vlaggetjes, maar nog niet uitgespreid; de latere nog maar groote gouden knoppen.... Kristallen zonneschijn vloot zoet aan uit de blauwe, wolkjeswitte lucht. Uit d'anderen tuin, om de andere villa klonken stemmen, gelach. Op den weg ging een rijtuig ratelend voorbij op pas geleide knarsend voorjaars-grint, en op het achterpad, achter den tuin, zag hij de silhouetten van twee fietsers, scheren langs het hek. Maar angstig bleef hij zitten, heel stil, en tuurde. Weemoed was nog niet zijn angst; eer bitterheid, maar vrees vooral: en vage twijfel....

II

Stappen over het grint....
Een schaduw voor hem, tusschen zijn peinzen en den tuin.... Dag...! Wat heb je nu weêr uitgevoerd? Wat zit je nu weêr te suffen?
Dat was Herman Scheffer, die kwam altijd om vier uur, half vijf. In éen enkel oogenblik vulde hij de kamer met heel veel drukte van gebaren, gooide zijn hoed neêr, zette zijn stok, die kletterend gleed, smeet een paar boeken op tafel. - Ik heb Zola meêgebracht!
Hij wees op de gele deeltjes. Aylva strekte zijn hand uit.
- Wat?
- "La Fortune des Rougon"; "La Curée". De eersten van den "Rougon-Macquart".... Beginnen met de eersten!
Samen zouden zij lezen den cyclus van Zola. Een paar jaar geleden nog op de Hooge-Burgerschool en toen al vrienden samen, hadden zij alleen maar gesnuffeld in "Nana", voor de vuiligheid, zooals zij, vroeger nog, vuile woorden zochten in hun dictionnaires. Het was toen in die jaren, dat men van Zola niets wist dan dat hij "vuil" was, en geschreven had "Nana" en dan nog enkele andere "vuile" boeken, in die zelfde manier. Dat was zoo de vage legende, die bleef. Maar nu wisten zij beter....
- Wanneer lezen? vroeg Herman Scheffer. Nu? Of ben je niet in een stemming: dan niet.... Het je het land?
- Een beetje: over "Torquato."
- Ben je niet tevreden? Ik vond het verleden heel mooi: zoo rijk en zoo vol.
- Ach, rijk....
- Je moet denken uit de Renaissance: rijk mag het zijn....
- Maar niet zoo: zoo wil ik het niet....
- Lees eens voor....
- Neen!
- Toe kom!
- Neen, neen, het is zóo slecht...!
Hij sloeg met zijn vuist gebald op de portefeuille, woedend op "Torquato Tasso."
Maar Herman Scheffer wilde hooren. Aylva las. Om zijn eigen twijfel dreunden eentonig en mat de terzinen, te angstvallig vol zuiver gebouwd, dreunden ze voort met een monotonie der drie rijmwoorden, die bijna vervelend terugkwamen, gemaakt, gewild, terwijl buiten in den tuin de lente zoo eenvoudig was.