Zij deinsde achteruit. ‘U bent niet van de krant!’ riep zij. ‘U bent die detective. U hebt me bedrogen!’

‘Dat moest ik wel doen, omdat anderen u tevoren hadden bedrogen. Die historie met die mulattin is van a tot z gelogen. Zij hebben misbruik van uw goed vertrouwen gemaakt. Clinton is Williams secretaris niet. In feite heet hij Gibson en het is een gevaarlijke bedrieger, die ik onschadelijk moet maken.’

Zij viel machteloos in haar stoel neer. ‘Nee, dat kan niet! Die aardige knappe man is geen bedrieger. Ik geloof u niet.’

‘Madam, u zult me geloven zodra ik u meer heb verteld.’

Ik zette haar de werkelijke stand van zaken uiteen en had zoveel succes, dat haar toorn zich heftig tegen de ‘aardige knappe secretaris’ keerde. Zij begreep, beetgenomen te zijn en nam het me tenslotte niet eens meer kwalijk, dat ik vermomd bij haar binnengedrongen was.

Wij scheidden als goede vrienden ik stuurde de twee agenten voor het pension naar huis, na hun een kleine beloning voor hun moeite te hebben gegeven. Na alles wat ik gehoord had moest ik dadelijk naar Quintana en ik ging op zoek naar een schip. Er lag wel een stoomboot op vertrekken naar Tampico, maar die deed op de overtocht geen enkele plaats aan. Schepen, die naar Quintana voeren, zouden pas over enkele dagen binnenlopen. Tenslotte vond ik een snelzeilende klipper, die goederen voor Galveston aan boord had en ’s middags de ankers zou lichten. Ik kon meevaren en hoopte te Galveston een snelle reisgelegenheid naar Quintana te vinden. Haastig regelde ik mijn zaken en stapte aan boord. De hoop, in Galveston een schip te vinden, ging helaas niet in vervulling. Wel kon ik naar het verder gelegen Matagorda varen, aan de monding van de oostelijke Colorado. Er werd mij verzekerd, dat ik daar stellig een vaartuig terug naar Quintana zou treffen. Ik nam dan ook passage op dit schip en later bleek, dat ik er geen spijt van hoefde te hebben.

2. Winnetou

De regering te Washington hield de blik destijds gericht naar het zuiden, naar Mexico. Het was in de tijd, toen dit land nog zuchtte onder de bloedige verwarringen van de strijd tussen republiek en keizerrijk, Benito Juarez[2] was door de Verenigde Staten als president van de republiek Mexico erkend en zij weigerden vastberaden, hem terwille van Maximiliaan te laten vallen. Zij bleven deze keizer als een vreemde indringer zien en begonnen druk uit te oefenen op Napoleon III, tot deze tenslotte zijn troepen uit Mexico terugtrok en zijn beschermeling in de steek liet.

Texas had zich bij het uitbreken van de Burgeroorlog voor de ‘Secessie’[3] verklaard en zich daarmee aan de zijde van de slavenstaten geschaard. De nederlaag van het Zuiden droeg er niet toe bij, de bevolking snel tot rust te brengen. Men was verbitterd ten aanzien van het Noorden en toonde zich vijandig gezind ten opzichte van de noordelijke politiek. In feite waren de inwoners van Texas goede republikeinen. Zij liepen warm voor Juarez, de ‘Indiaanse held’, die de moed had getoond, het tegen Frankrijk en een telg van het machtige Habsburgse huis op te nemen. Maar omdat Washington deze ‘held’ steunde werden er heimelijk samenzweringen tegen hem beraamd. Zo werd de bevolking van Texas door een diepe kloof gescheiden.