En tot grote tevredenheid van Lady Russell, die vanaf het begin voor Bath was geweest, waren Sir Walter en Elizabeth bereid te geloven dat ze er noch qua aanzien, noch qua vermaak op achteruit zouden gaan als ze daar gingen wonen.
Al kende Lady Russell de wensen van haar dierbare Anne, ze voelde zich genoopt er tegenin te gaan. Men kon van Sir Walter onmogelijk verwachten dat hij zich zou verlagen tot het betrekken van een kleiner huis in zijn eigen omgeving. Anne zou meer last hebben van de schande van een dergelijke stap dan ze nu kon voorzien en voor Sir Walter zou het verschrikkelijk zijn. En dat Anne niet van Bath hield, kwam volgens haar voort uit vooroordelen en misvattingen, ontstaan tijdens haar schoolperiode van drie jaar in die stad, vlak na haar moeders dood, en versterkt tijdens de enige winter die ze er ooit met Lady Russell had doorgebracht, waarin ze niet erg gelukkig was geweest.
Lady Russell was, kortom, dol op Bath en wilde graag geloven dat de Elliots zich er thuis zouden voelen; en als haar jonge vriendin de zomermaanden bij haar in Kellynch Lodge zou doorbrengen, zou haar gezondheid geen moment gevaar lopen.
In feite zou deze verandering haar lichamelijke en geestelijke gesteldheid juist ten goede komen. Anne was te weinig van huis geweest, had te weinig meegemaakt. Ze was niet vrolijk. Een grotere kennissenkring zou daar verandering in brengen. Lady Russell wilde dat ze meer mensen leerde kennen.
Een huis in dezelfde omgeving werd voor Sir Walter nog veel onwenselijker toen men besloot tot een uitbreiding, een zeer ingrijpende uitbreiding van het plan, die prachtig bij het oorspronkelijke idee aansloot. Als gevolg daarvan zou hij zijn huis niet alleen hebben moeten achterlaten, maar het bovendien in andere handen terecht hebben zien komen, een beproeving die zelfs sterkere geesten dan die van Sir Walter te veel zou zijn geweest - want Kellynch Hall zou verhuurd worden. Dit was echter een groot geheim; niemand buiten hun eigen kring mocht er ook maar iets van weten.
Sir Walter zou de vernedering niet hebben kunnen verdragen als bekend was geworden dat hij zijn huis wilde verhuren. Meneer Shepherd had het woord ‘adverteren’ één maal uitgesproken, maar het nadien nooit meer in de mond durven nemen. Sir Walter verafschuwde de gedachte dat het huis op welke wijze dan ook in de aanbieding zou worden gedaan en verbood iedereen om ook maar met een woord over zijn bedoelingen te reppen. Alleen vanuit de veronderstelling dat zich onverwacht een onberispelijke kandidaat zou aandienen, wilde hij het, op zijn eigen voorwaarden en bij wijze van grote gunst, verhuren.
Redenen om in te stemmen met wat ons bevalt, zijn altijd zo gemakkelijk gevonden! Lady Russell had er nog een - en een zeer gegronde bovendien - om de verhuizing van Sir Walter en zijn familie naar een ander deel van het land toe te juichen. Elizabeth was kort geleden een vertrouwelijke vriendschap aangegaan die ze graag beëindigd zag worden. Het betrof een dochter van meneer Shepherd, die na een zeer onfortuinlijk huwelijk en met twee kinderen in haar kielzog naar het huis van haar vader was teruggekeerd. Ze was een slimme jonge vrouw, die de kunst van het behagen verstond - althans, de kunst van het behagen op Kellynch Hall - en die juffrouw Elliot zo voor zich had weten te winnen dat ze al meer dan eens bij haar op bezoek was geweest, ondanks alle pogingen van Lady Russell, die de vriendschap ongepast vond, om haar tot voorzichtigheid en terughoudendheid te manen.
Lady Russell had nauwelijks enige invloed op Elizabeth en leek eerder van haar te houden omdat ze dat graag wilde dan omdat Elizabeth het verdiende. Ze had van haar nooit meer dan oppervlakkige aandacht gekregen, niets buiten de inachtneming van de correcte omgangsvormen. Ze had haar niet een keer van haar eigen standpunt kunnen overtuigen wanneer dit niet strookte met het hare. Meerdere malen had ze serieus geprobeerd Anne te laten delen in de bezoekjes aan Londen, gevoelig als ze was voor het schandelijke onrecht van al die zelfzuchtige plannen die Anne buitensloten; en in vele minder belangrijke gevallen had ze gepoogd Elizabeth van haar eigen wijzere oordeel en ruimere ervaring te laten profiteren - maar altijd tevergeefs. Elizabeth wenste haar eigen weg te gaan en nooit had ze zich koppiger tegen Lady Russell verzet dan in deze keuze voor mevrouw Clay; ze keerde zich af van het gezelschap van een waardevolle zuster om haar genegenheid en vertrouwen te schenken aan iemand die voor haar slechts het onderwerp van afstandelijke beleefdheid behoorde te zijn.
In Lady Russells ogen was mevrouw Clay wat afkomst betreft een zeer ongelijkwaardige en wat karakter betreft een zeer gevaarlijke vriendin - en daarom was een verhuizing die juffrouw Elliot uit de buurt van mevrouw Clay haalde en haar een ruime keuze aan geschiktere vriendinnen bood, van het grootste belang.
3
‘Staat u mij toe op te merken, Sir Walter,’ sprak meneer Shepherd op een ochtend op Kellynch Hall terwijl hij de krant neerlegde, ‘dat de huidige politieke situatie voor ons bijzonder gunstig is. Vanwege de vrede zullen al onze rijke marineofficieren naar het vasteland terugkomen. Allemaal hebben ze een huis nodig. Het kon niet mooier, Sir Walter, want dat geeft u een ruime keuze in huurders, in betrouwbare huurders. Er is heel wat fortuin gemaakt in de oorlog. Mocht er toevallig een rijke admiraal in de buurt komen, Sir Walter…’
‘Dan mag hij van geluk spreken, Shepherd,’ antwoordde Sir Walter, ‘dat is alles wat ik daarop kan zeggen. Kellynch Hall zou een mooie vangst voor hem zijn; zeg maar gerust de mooiste van allemaal, al heeft hij nog zo veel buitgemaakt - of niet, Shepherd?’
Meneer
Shepherd lachte om deze kwinkslag, zoals hij wist dat van hem werd verwacht, en voegde er vervolgens aan toe:
‘Mag ik zo vrij zijn op te merken, Sir Walter, dat het met heren van de marine goed zakendoen is? Ik heb enige ervaring met hun manier van onderhandelen en ik kan u eerlijk zeggen dat ze er heel royale opvattingen op na houden en dat ze heus net zulke geschikte huurders zijn als ieder ander slag mensen. Daarom zou ik, met uw welnemen, Sir Walter, willen voorstellen dat, mochten er geruchten ontstaan over uw bedoelingen - wat niet als onmogelijk mag worden beschouwd, want wij weten hoe moeilijk het is om de daden en plannen van het ene deel van de wereld voor het andere deel verborgen te houden - een hoge positie heeft zo haar nadelen - ik, John Shepherd, zou, als ik dat wou, elke familieaangelegenheid geheim kunnen houden, want niemand zou de behoefte voelen mij in de gaten te houden, maar Sir Walter Elliot heeft blikken op zich gericht waar hij zich misschien moeilijk voor kan verschuilen - en daarom durf ik wel te stellen dat het me niet zou verbazen als er, ondanks al onze voorzichtigheid, geruchten over uw ware bedoelingen zouden ontstaan - en uitgaande van die veronderstelling lijkt het me, zoals ik al wilde opmerken, dat, aangezien er ongetwijfeld aanvragen binnen zullen komen, een van onze rijke marineofficieren beslist het overwegen waard kan zijn. En met uw permissie wil ik daar nog graag aan toevoegen dat ik altijd binnen twee uur hier kan zijn om u de moeite van het onderhandelen te besparen.’
Sir Walter knikte slechts. Maar even later kwam hij overeind, begon door de kamer te ijsberen en sprak op sarcastische toon:
‘Me dunkt dat er weinig heren van de marine zijn die niet verbaasd zouden zijn als ze in een huis als dit terechtkwamen.’
‘Ze zouden ongetwijfeld om zich heen kijken en zich gelukkig prijzen,’ zei mevrouw Clay, want mevrouw Clay was ook aanwezig; haar vader had haar meegenomen, want niets was zo goed voor mevrouw Clays gezondheid als een ritje naar Kellynch, ‘maar ik ben het helemaal met mijn vader eens dat een zeeman een zeer geschikte huurder kan zijn. Ik heb heel wat zeelui gekend en ze zijn niet alleen erg ruimhartig, maar ook bijzonder keurig en oppassend in al hun doen en laten! Die waardevolle schilderijen van u, Sir Walter, zouden - mocht u ze willen laten hangen - volkomen veilig zijn.
1 comment