Bij al hun ontmoetingen en onderhandelingen zou Sir Walter Elliot altijd voorrang krijgen.

Niets was mogelijk zonder Elizabeths goedkeuring. Zij was zich ondertussen echter zo op de verhuizing gaan verheugen, dat ze blij was een huurder te hebben die de datum en uitvoering ervan vastlegde en er kwam geen woord over haar lippen dat uitstel van de beslissing noodzakelijk maakte.

Meneer Shepherd kreeg volmacht om de zaak af te ronden en dit punt van overeenstemming was nog niet bereikt of Anne, die het gesprek zeer aandachtig had gevolgd, liep de kamer uit om verkoeling te zoeken voor haar verhitte wangen. En terwijl ze langs een dierbaar groepje bomen liep, sprak ze met een lichte zucht: ‘Nog enkele maanden en dan wandelt hij misschien hier.’

 

 

4

Hij was niet meneer Wentworth, de vroegere predikant van Monkford, hoe verdacht de omstandigheden misschien ook lijken, maar ene kapitein Frederick Wentworth, zijn broer die, omdat hij wegens zijn verdiensten in de slag bij Santo Domingo tot kapiteinluitenant was bevorderd en niet direct weer werk had gevonden, in de zomer van 1806 naar Somersetshire was gekomen; en aangezien zijn ouders overleden waren, had hij voor een halfjaar zijn intrek in Monkford genomen. Hij was toen een opvallend knappe jongeman, bijzonder intelligent, geestig en sprankelend, en Anne een uitzonderlijk mooi meisje, lief, bescheiden, gevoelig en ontwikkeld. Waarschijnlijk was de helft van de som van hun bekoorlijkheden al voldoende geweest, want hij had niets om handen en zij vrijwel niemand om lief te hebben; maar een confrontatie tussen zo veel wederzijdse aanbevelingen kon haar uitwerking niet missen. Ze leerden elkaar geleidelijk beter kennen en waren al gauw tot over hun oren verliefd. Het viel nauwelijks te zeggen wie de hoogste graad van perfectie in de ander had gezien of wie het gelukkigst was geweest: zij met zijn liefdesverklaringen en zijn aanzoek of hij met haar jawoord.

Een korte periode van intense gelukzaligheid volgde - een zeer korte. Al gauw rezen er problemen. Toen Sir Walter om toestemming werd gevraagd, weigerde hij niet zozeer deze te geven, zei hij niet dat er geen sprake van kon zijn, maar zijn opperste verbazing, ijzige koelheid, koppige zwijgzaamheid en stellige verklaring niets voor zijn dochter te willen doen, gaven blijk van zijn misprijzen. Hij vond de verbintenis uiterst onwaardig en Lady Russell beschouwde haar, zij het met een milder, vergeeflijker eergevoel, als zeer teleurstellend.

Dat Anne Elliot, met haar afkomst, schoonheid en verstand, zichzelf op haar negentiende zou vergooien - zich op haar negentiende zou verloven met een jongeman die haar niets te bieden had behalve zichzelf, die niet de hoop had ooit rijk te worden, behalve uit de opbrengst van een zeer onzeker beroep, en geen connecties die zijn carrière binnen dat beroep konden garanderen; aan zo’n man zou ze zich beslist vergooien, en die gedachte sneed Lady Russell door de ziel! Dat Anne Elliot, zo jong nog, slechts in zo’n kleine kring bekend, door een vreemdeling zonder aanzien of vermogen zou worden weggekaapt of liever gezegd, door zijn toedoen in een positie van uiterst afmattende, uitputtende afhankelijkheid zou geraken - dat mocht niet gebeuren zolang de welgemeende tussenkomst van een vriendin, de invloed van een haast moederlijke liefde en een haast moederlijk overwicht het kon voorkomen.

Kapitein Wentworth bezat geen vermogen. Hij had veel verdiend met zijn werk, maar omdat hij alles wat vlot was binnengestroomd even vlot weer had uitgegeven, had hij niets gespaard. Hij vertrouwde er echter volledig op spoedig rijk te worden - levenslustig en daadkrachtig als hij was, wist hij dat hij spoedig een schip zou hebben, dat hij spoedig een post zou bezetten die hem alles bracht wat hij zich wenste. Hij had altijd geluk gehad; hij wist dat hij het weer zou hebben. Zo veel zelfvertrouwen, gebracht met zo’n overtuigend enthousiasme en zo’n betoverende esprit, moest voor Anne wel voldoende zijn; maar Lady Russell keek daar heel anders tegenaan. Zijn opgewekte overmoed had op haar een heel andere uitwerking. Zij zag daarin slechts een verergering van het kwaad. Het maakte hem alleen maar gevaarlijker. Hij was briljant, hij was koppig. Lady Russell had weinig waardering voor esprit en een grote angst voor alles wat naar onvoorzichtigheid riekte. Ze veroordeelde de verbintenis in ieder opzicht.

Tegen Lady Russells weerstand was Anne niet opgewassen. Haar jonge leeftijd en zachtmoedige aard ten spijt had ze haar vaders afkeuring misschien nog kunnen verdragen, al werd deze door geen aardig woord of vriendelijke blik van haar zuster verzacht; maar tegen de met tedere aandrang gegeven adviezen van Lady Russell, voor wie ze altijd veel genegenheid en respect had gevoeld, kon ze zich niet lang verzetten. Ze liet zich ervan overtuigen dat de verloving verkeerd was - ondoordacht, ongepast, met weinig kans en weinig recht op slagen. Toch handelde ze niet puur uit zelfzuchtige voorzichtigheid toen ze met kapitein Wentworth brak. Had ze niet gemeend hem daarmee een grotere dienst te bewijzen dan zichzelf, dan had ze hem waarschijnlijk niet opgegeven. Maar de overtuiging dat ze verstandig handelde en haar belangen hoofdzakelijk voor hem opzij zette, vormde haar voornaamste troost in het verdriet om hun scheiding - hun definitieve scheiding. En alle troost was meer dan welkom, want ze moest bovendien de pijn doorstaan van zijn weerbarstige, totale onbegrip en zijn verontwaardiging omdat hij op een dergelijke manier zijn vrijheid opgedrongen kreeg. Niet lang daarna had hij het land verlaten.

Tussen het begin en eind van hun omgang hadden slechts enkele maanden gelegen; maar Annes verdriet was niet binnen enkele maanden voorbij. Haar genegenheid en droefenis hadden lange tijd alle dagelijkse genoegens overschaduwd en haar tenslotte voortijdig haar fleur en vrolijkheid ontnomen.

Meer dan zeven jaren waren verstreken sinds deze kleine geschiedenis van liefde en teleurstelling zich had voltrokken en in de loop der tijd waren haar speciale gevoelens voor hem grotendeels, misschien zelfs geheel gesleten - maar ze had het te veel van tijd alleen moeten hebben, had geen steun van een verandering van omgeving gehad (behalve een kort bezoek aan Bath vlak na de breuk), of een verandering of uitbreiding van hun kennissenkring. Nooit was er iemand in Kellynch verschenen die de vergelijking met Frederick Wentworth, zoals hij in haar geheugen voortleefde, kon doorstaan. Een tweede verliefdheid, op haar leeftijd het enige natuurlijke, heilzame en toereikende medicijn, was binnen de enge grenzen van hun eigen kring - en voor haar verfijnde geest en kritische smaak - onmogelijk geweest.