- Majesteit van het Heden, antwoordde Emeralda. Mijn vader zegt, dat U van goddelijker oorsprong is dan wij. Ik, uw nederige slavin, acht het dus een overgrote eer, dat U mij zou willen verheffen aan uw zijde, op uw troon. En ik aanvaard uw hulde, maar op één voorwaarde. Die voorwaarde is:
Dat U mij zoekt het Hoogheilige Juweel, Juweel van Mysterie, waarvan de naam niet mag uitgesproken, edele Steen der Oppermacht. De legenden omtrent dit Juweel zijn talloos, onduidelijk en spreken elkander tegen. Maar het Juweel bestaat. Zegt mij, gij wijzen des lands, zeg mij, Astra, mijn zuster: bestaat het Juweel?
- Het bestaat, zeide Astra.
- Het bestaat, zeiden haar alle de wijzen na.
- Het bestaat! herhaalde Emeralda. Prins, ik durf U veel vragen, maar ik vraag U ook het hoogste, dat onze ziel en eerzucht denken kan. Vindt U mij schoon, heeft U mij lief, zo zoek, en brengt U mij eens het Juweel, zo word ik uw vrouw en samen zullen wij zijn de allermachtigste vorsten der wereld.
De prins boog, onmerkbaar ironisch.
- Koninklijke Hoogheid van het Juweel, uw woord ademt de glans van uzelve en ik zal het overwegen. Uw schoonheid is overblindend en met U eenmaal te heersen over de verenigde rijken van Verleden en Heden, lijkt mij inderdaad een goddelijk geluk toe...
- Want andere rijken bestaan er niet, vulde-aan Emeralda.
- Andere rijken bestaan er niet, herhaalde Astra, en de wijzen zeiden het na.
- Ja, murmelde zacht de koning. Er is een ander rijk.
- Welk rijk? vroegen zij allen.
- Het Rijk van de Toekomst, sprak de koning heel zacht. Emeralda lachte schamper. Astra zag medelijdend. De wijzen des lands keken elkander aan; de hovelingen schudden het hoofd.
- De koning wordt oud, fluisterde men.
- De geest van Zijne Majesteit is dikwijls aan het dwalen, mompelden de ministers.
- Onze Vorst heeft altijd veel fantasie gehad, zeiden de wijzen. Hij is een dichter...
Maar nu sprak de prins:
- En U, wijze Astra, koninklijke Hoogheid van de Star, zoudt U evenals Emeralda mij vergunnen te dingen naar uw hart en hand?
- Volgaarne, prins Eros! zei de Astra, met verre blik, met vage stem. Maar ik stel mijn voorwaarde, even goed als de kroonprinses.