Hij kon niet anders. Hij moest...
Zij weende. En, o, ze was zo moe, zo moe van de wijdte der luchten, zo moe van die wijdte van zand. Toen dacht ze niet verder te kunnen gaan en te storten in de beek van haar tranen...
Maar voor haar duisterde hoog de schaduw, somberzwart op de nacht, violet. Zij zag op, en zij moest werpen haar hoofd in de nek om te zien naar de top van de schaduw. De schaduw was rond van boven, en dan heel langwerpig naar achteren toe... Maar zij weende zo, dat zij niet zag... Toen wiste zij met haar handje een poosje haar ogen droog, en tuurde... De schaduw was ontzaglijk, als van een ontzaglijk groot dier. En zij wiste steeds haar tranen af, die vormden een plas om haar heen, en tuurde...
Toen zag zij. Zij zag, gehurkt in het zand, een ontzaglijk groot dier van bazalt, als een leeuw onbeweeglijk. Het dier was groot als een kasteel, hoog als een toren: zijn kop rees tot de sterren toe. Maar zijn kop was het hoofd van een vrouw, slank in bazalten sluier omvangen, die viel recht, links en rechts, langs haar schouders neer. En het vrouwehoofd stond op de borst van een vrouw, twee borsten van een reusachtige vrouw, van bazalt. Maar het lijf, dat hurkte neer in het zand, was een leeuw, en de voorpoten, uitgestrekt, staken als muren vooruit.
De nacht straalde. Van diamanten starren straalde de zoele nacht over de horizonloze woestijn. En in de stralende nacht rustte daar, ontzaglijk, het dier: half vrouw, half leeuw, gehurkt in het zand, de poten vooruit, de borsten vooruit en het vrouwehoofd, reusachtig, omhoog naar de starren geheven. Haar blik uit haar oog van bazalt zag recht voor zich uit. Haar mond was gesloten, bazalten lippen, die nooit zouden spreken.
Psyche stond voor het dier. Om haar was de nacht, om haar was het zand, boven haar de starren van diamant, die straalden. Er dreef een zilveren nevel van licht. Stil huiverend en vol ontzag, stond Psyche.
Toen dacht zij:
- Dit moet Zij zijn: de Sfinx...
Zij weende. Haar tranen vloeiden; zij stond in de beek harer tranen, die trouw achter haar kronkelde mee.