De stal was immers zo goed gelukt! De volgende ochtend begon ik meteen. Op de plek van m’n haard groef ik een vierkant gat van zo’n 30 centimeter diep. Dat was de bodem van m’n schoorsteen. Nu had ik stenen nodig. En hoe moest ik die op elkaar metselen? Eens even denken. Ik had ergens leem gezien. Vlug liep ik naar die plek een groef een paar flinke brokken uit. Thuis kneedde ik ze met water. Ik sloeg lege maïskolven fijn en mengde die erdoor, voor de stevigheid. Toen stortte ik me dapper op het metselen, met een grote schelp als troffel. Het vloertje was een makkie. Maar nu de rest!
Ik had geen hamer om m’n stenen wat vorm te geven en ik zou het geheid hebben opgegeven als ik niet had bedacht dat je ook van leem stenen kon maken. Ik ging het meteen proberen. Toen ik een paar stenen had gevormd, legde ik ze in de zon om te drogen. Ze werden zo hard als staal. Daarna maakte ik een stel nieuwe en zo werkte ik ijverig door, tot ik er wel een paar honderd had.
En toen begon ik te bouwen. Eerst lukte het niet, maar al snel kreeg ik door dat ik ze nat moest maken voor ik er m’n cement op streek. Dat werkte goed. Zo bouwde ik een haard van een meter hoog, met een lange schoorsteen erop. Wat was het een feest toen ik eindelijk m’n eerste stuk vlees in m’n haard kon roken! Ik nam een lang vezeltouw en bond aan een uiteinde een homp vlees. Aan het andere bond ik een stevige tak. Ik liet het vlees in de schoorsteen zakken met de boomtak dwars over de opening. Zo liet ik het een tijd roken.
Als ik ooit een geit slacht, kan ik het vlees wel een paar weken bewaren, dacht ik. Maar daarvoor was m’n kudde nog lang niet groot genoeg!
ZEVENDE HOOFDSTUK
M’n verjaardag – en tegenslag
En zo kwam 15 november dichterbij, m’n verjaardag. Ik hield m’n kalender nu weer stipt bij; bij al het bouwen was dat er soms bij ingeschoten. Tweeëntwintig word ik. Een mooie verjaardag zal het zijn, dacht ik. Geen feest, geen cadeautjes, niet eens een taart.
Maar ik kon toch proberen zelf een koek of zoiets te bakken? Ik kon maïs malen tussen twee stenen. Ik zocht een grote, gladde steen en legde er maïskorrels op. Met een wat kleinere steen wreef ik ze fijn.
1 comment