3. 80. Als onze stamheer eens. Ook in Julius Cæsar noemt Shakespeare Æneas den stamheer der Romeinen.—In de Æneis van Vergilius (IIde Boek) verhaalt Æneas aan Dido de overrompeling van Troje door de Grieken, en vermeldt, hoe de Griek Sinon (Ald. reg. 79) de Trojanen overhaalde het verderfelijke paard binnen hun muren te halen. Ook in 3 Hendrik VI, III. 2. 190. en in Cymbeline III. 4. 61 wordt Sinon vermeld; evenzoo in Lucretia 1521.

1 Blijkbaar waren Ovidiusʼ Metamorphosen aan Sh. goed bekend; niet alleen de Titus Andronicus, maar verscheiden stukken van hem kunnen het getuigen. Ook andere gedichten van Ovidius, de Amores (zie het Motto van Venus en Adonis) en de Heroides, (zie 3 Hendrik VI, I. 3. 48) waren hem niet vreemd. De Metamorphosen (Gedaanteverwisselingen of Herscheppingen) waren reeds in Sh.ʼs tijd door Golding in het Engelsch vertaald. Dat Sh. deze vertaling kende, is wel aan te nemen; maar hij kan Ovidius zeer wel in het oorspronkelijke gelezen hebben; hij had op de school te Stratford Latijn geleerd en naar allen schijn met vrucht.—In de Bodleyʼsche bibliotheek te Oxford berust een kleine uitgave der Metamorphosen: “Ovidii Metamorphoseon Libri quindecim”, gedrukt bij Aldus in Venetië, in October 1502; op den titel staat geschreven: Wm. Shr. en op het schutblad de vermelding, geschreven in 1682 door T. N. (Nash?), dat hij dit kleine boek gekregen had van “W. Hall, die zeide, dat het eens aan Will. Shakspere had toebehoord.” Er is geen beslissende reden om de echtheid der schrifturen te betwisten of te betwijfelen; de verkorte naamteekening op den titel kan zeer wel van onzen dichter zelf zijn.

2 Met deze woorden begint Dr. W. J. A. Jonckbloet in zijne Geschiedenis der Nederl. Letterkunde (Tweede druk, II. blz. 165) zijn hoofdstuk over Jan Vos.

3 Wie, zonder het stuk van Jan Vos geheel te doorworstelen, er een goed denkbeeld van wil krijgen, leze de voorlezing: “Shakespeareʼs invloed op het Nederlandsen tooneel der zeventiende eeuw”, van Prof. Moltzer (1874), die ook duidelijk in het licht gesteld heeft, dat Vos den Titus Andronicus door de vertooningen der Engelsche komedianten heeft leeren kennen.

4 De cijfers aan het hoofd der bladzijden zijn dezelfde, waarmede in de uitmuntende, door de uitgevers van den “Cambridge Shakespeare” bezorgde, en weinig kostbare Globe Edition: The works of William Shakespeare (London, Macmillan and Co.), de eerste regel der bladzijde is aangewezen. Genoemde uitgave wordt tegenwoordig vrij algemeen bij aanhalingen gebezigd.