Vulcanusʼ tooi. Shakespeare maakt ook elders van Venus en Mars gewag; men zie Antonius en Cleopatra, I. 5. 18 en Venus en Adonis, 97.

II. 1. 133. Sit fas aut nefas, “Zij het recht of onrecht”, hij wil en zal zijn doel bereiken, “al moest hij over den Styx en door de schimmen heen.” Het schijnt dat de Latijnsche uitdrukkingen aan de treurspelen van Seneca ontleend zijn.

II. 3. 22. De vorst, die zwierf. Natuurlijk wordt Æneas bedoeld, die hier als een dolend ridder wordt voorgesteld.

II. 3. 30. Besture Venus uw begeerten enz. Aan de planeet Venus werd een verhittende, aan Saturnus een bekoelende invloed toegeschreven op wie onder haar gesternte geboren waren.

II. 3. 43. Waarop zijn Philomela tongloos wordt. Lavinia wordt om de verminking, die haar wacht, met Philomela vergeleken. Philomela was de dochter van den Atheenschen koning Pandion, de zuster van Procne. De laatstgenoemde was door haar vader uitgehuwlijkt aan Tereus, een Thracischen koning in Daulis (Phocis) en had dezen een zoon geschonken. Na eenigen tijd verlangde zij zeer, haar zuster Philomela weer te zien; Tereus begaf zich naar Athene en wist Pandion te overreden, dat zijn dochter Philomela een korte poos bij haar zuster zou mogen vertoeven en daartoe met haar schoonbroeder Tereus zou medegaan. Deze, reeds dadelijk voor Philomela ontvlamd, bracht, in zijn land aangekomen, haar naar een eenzaam gelegen huis in een dicht bosch, deed haar geweld aan en sneed, toen zij in haar wanhoop hem dreigde zijn schendige daad te zullen openbaar maken, haar de tong uit, opdat zij niets zou verraden; aan zijn vrouw, Procne, bracht hij het valsche bericht van Philomelaʼs dood. Na een jaar ongeveer gelukte het Philomela, aan Procne haar lot te berichten; zij deed haar namelijk een gewaad toekomen, waarin zij woorden geweven had, die het gebeurde meldden. Procne maakte van een Bacchusfeest gebruik, om in het bosch te zwerven, tot haar zuster door te dringen en deze mede te nemen naar haar paleis. Om op Tereus wraak te nemen, doodde Procne, door Philomela bijgestaan, haar zoon Itys, en zette dezen aan haar echtgenoot als spijze voor. Onder het maal verlangde hij zijn zoon Itys te zien; hierop meldde hem Procne, wat hij gegeten had; en onmiddellijk daarna sprong Philomela te voorschijn, die hem Itysʼ bloedig hoofd toonde. Toen hij nu de wegijlende zusters vervolgde, werden zij in vogels veranderd, de eene in een nachtegaal, de ander in een zwaluw; Tereus zelf werd een hop.—Zoo verhaalt Ovidius in het zesde boek zijner Metamorphosen (reg. 484 en vgg.) de geschiedenis.—Shakespeare gewaagt ook in zijn Cymbeline II. 2. 45 van Tereus en Philomela.

II. 3. 62. Actæon. Deze was een kleinzoon van Cadmus, een beroemde Thebaansche held en een bedreven jager; hij werd op de jacht in het gebergte Cithæron door Diana in een hert veranderd en door zijn vijftig honden verscheurd. Ovidiusʼ Metamorph.