.? Bijna ging zijn hand koozende naar de kussens uit... Toen hij terug schrikte en bedacht, dat zij hier gerust zoû hebben in Dareios' armen! Hij liet den voorhang plotseling vallen en tastte ontdaan naar de deur. In de galerij wachtte Bagoas, ging hem voor en terug in Alexandros' eigene kamer. Wat was het alles groot, wijd, vreemd, eenzaam. Nog wist hij niet zeker waar zijne wachten waakten. Hij viel over het bed. - Wat zijn uw wenschen, Heer? vroeg de eunuch, staande in vollen maanglans. Alexandros streek zich over het voorhoofd. - Ik ben moê, zeide hij. En voel, dat ik niet slapen kan. - Als een bedwelming is dit te vele, te volle licht, Heer. Ik zal het buiten sluiten. Bagoas trok de raamgordijnen toe. De kameratmosfeer verblauwde en verstilde. Honderden kronkelsnelle bedenkselen spookten larvegrillig in Alexandros tintelende en spitsende brein. Plotseling greep hij den eunuch bij de keel en duwde hem naast het bed op de treê en zette hem ruw den trappenden voet op de bont. - Ge kunt mij vermoorden, zeide Alexandros heesch. Ge kunt moordenaren hier ergens hebben verborgen... Die vreemde, goud schemerende vakken in de wanden zijn wellicht schuifbare deuren, waarachter... - Heer! Heer! smeekte Bagoas. Hoe kunt ge mij wantrouwen! Ik ben uw slaaf, uw hond, uw ding! En hij kuste Alexandros hartstochtelijk den voet. - Ik ben gek, stamelde Alexandros. En hij dacht: - Dit paleis, deze stad zijn verbijsterend... O, hare schim had kunnen liggen op het bed, in die kussens! Ik moèt vergeten, alles van haar, vooral hier! Hij klemde zich het hoofd in de handen. Het scheen hem te barsten. - Bereid mij den wijn, kreunde hij. Kruid hem sterker, zoo als dien keer, toen... Hij strekte zich moê, bijna kermende uit. - Ik ben moede meer dan ik na Issos en Arbela was... dacht hij in zijne daverende, ironiesch kloppende hersenen.
1 comment