Toch, deze dag voor het Congres, wilde de prinses haar bezoeken, haar invités om de keizer te zien van het balkon, nergens anders ontvangen dan in deze kamer. Op tafel slingerden nummers van het maandelijks orgaan van de Vrede-bond; andere Vrede-genegen bladen slingerden erbij; brochuren, filozofische en sociologische werken... Een kleine ladder stond tegen een der boekenkasten aan.
De prinses had haar blauwe mantel afgeslagen en streek haar verwarde haren uit het gezicht. Zij droeg een eenvoudige, zwarte fluwelen japon. Dat was haar toilet voor vandaag en voor morgen: haar congrestoilet.
De gesprekken der heren, Duitsers, Fransen, Zweden, die zich hadden gezet, terwijl de namiddagthee gediend werd, hadden een officieel karakter, als een voorbereiding voor de dag van morgen. De prinses antwoordde hier en daar, met een welgekozen woord: een doorzichtige diplomatie, om niet te veel te zeggen. Zij was niet geheel op de hoogte, omdat zij in drie dagen de organen van de Bond had vergeten in te zien, omdat zij de vorige avond zelfs vergeten had de courant te lezen; het imperialistische blad, de Heraut. In eens, met een vage blik van haar onschuldige bloemenogen, sprak zij tot Ella, haar hand leggende op de arm van het jonge meisje.
'Ik heb niet gezien: zat prins Edzard in het rijtuig, dat de keizer volgde?'
'Zeker,' zeide Ella.
Twee, drie heren, om de prinses, lachten.
'Arme prins van Karlskrona: u heeft hem dus niet opgemerkt?' De prinses liet zich plagen, met een zelfbewust lachje. Toen bedacht zij zich. Prins Edzard van Karlskrona zou die avond komen: zij had hem gezegd, dat zij alleen was. Zij wist niet wat zij doen zou, hoe zij met hem zou spreken. In haar nieuw leven - haar leven van mondaine vrouw, dat gevolgd was op haar dwepend jonge-meisjes-bestaan in de communistische kolonie van haar vader, Balthazar Zanti - moest zij toch wel altijd dit in het oog houden: te overdenken. De prins mocht haar niet verrassen. Maar het was ook altijd zo druk. Er was ook altijd iets. Ze had nauwlijks tijd te overdenken... En de heren congresleden begonnen haar te vervelen. Zij hadden nu de keizer gezien: waarom gingen ze niet weg. En integendeel: ze installeerden zich, ze omringden Wlenzci, in drukke woordenwisseling.
De prinses zuchtte. Het Congres verveelde haar al, vóór het plaats vond. Die voorbereidingen ook duurden zo lang, zo lang. Maanden nu reeds hoorde zij van het Congres. Al die voorbereidingen bij te houden was een hele studie. Lipara moest na het Congres nu eens iets anders vinden dan die eeuwige Vrede.
1 comment