Deze wijze van berichtgeving was gebruikelijk en wij hadden zowel met de groep
achter ons als met die voor ons doorlopend het contact door koeriers moeten
onder-houden. I k wist dan ook - dit zij voor het verloop van het verhaal
vermeld ~ dat de ingenieur die voor ons de leiding had, als een bekwaam man werd
beschouwd. Bancroft wilde vroeg op de zondag vertrekken. Tevoren achtte hij een
afscheidsdronk noodzakelijk, waaraan ieder kon deelnemen. Ik alleen werd niet
uitgenodigd en Hawkens, Stoneen Parker weigerden te komen. Zoals ik voorzien
had, werd er gedronken tot Bancroft alleen nog kon lallen. De anderen waren al
even dronken. Van de voorgenomen tocht kon voorlopig geen sprake zijn. De
drinkers deden wat zij in deze toestand gewend waren: zij kropen achter de
struiken en vielen in slaap. Wat te beginnen? De koerier moest weg en de
drinkers zouden tot ver in de middag blijven slapen. Ik wilde zelf gaan, maar
weifelde, daar ik wist dat er tot mijn terugkomst over vier dagen niet gewerkt
zou worden. Terwijl ik overlegde met Sam Hawkens, wees hij naar het westen. ‘Je
zult zelf niet hoeven gaan. Je kunt de boodschap aan die twee daar meegeven.’
Zodra ik in de aangeduide richting keek, zag ik twee ruiters naderen. Blanken
waren het en de een herkende ik als de oude scout, die ons enkele malen
berichten van de volgende afdeling had gebracht. Naast hem reed een jongeman die
niet als woudloper was gekleed. Toen ik bij hen was, hielden zij hun paarden in
en de onbekende vroeg me naar mijn naam. Die zei ik en daarop keek hij me
welwillend en onderzoekend aan.
‘U bent dus de jonge Europeaan die hier alle werk doet, terwijl de anderen lui
op de rug liggen! Mijn naam zult u wel kennen, ik ben White.’
Hij was de hoofdingenieur van de volgende groep, westelijk van ons, aan wie wij
een boodschap hadden moeten zenden. Dat hij zelf kwam, moest een reden hebben.
Hij steeg af, drukte mijn hand en keek het kamp rond. Toen hij de slapers achter
de struiken en het brandewijn vat zag, verscheen er een begrijpende maar
allerminst vriendelijke glimlach op zijn gezicht. ‘Allemaal dronken?’
‘Ja. Meneer Bancroft wilde naar u toe en gaf een afscheidsdronk. Ik zal hem
wekken ep „ ‘Nee!’ viel hij me in de rede, ‘Iaat hen slapen. Ik praat liever met
u zonder dat zij het horen. Wie zijn de drie mannen die daar bij u stonden?’
‘Sam Hawkens, Dick Stone en Will Parker, onze drie betrouw-baarste scouts.’
‘Ach, Hawkens, die zonderlinge kleine jager! Flinke kerel! Vaak van gehoord. Die
drie kunnen bij ons komen.’ Ik wenkte het klaverblad en vroeg daarna; ‘U bent
zelf gekomen, mister White. Gaat het om iets belangrijks?’
‘Alleen dat ik hier poolshoogte wil nemen en vooral met u wil praten. Wij zijn
met onze taak gereed, u nog niet met de uwe.’
‘Dat komt door de terreinmoeilijkheden en ik zal ‘Weet ik,’ onderbrak hij mij.
‘Ik weet helaas alles.
1 comment