Op de schietbaan laadde hij beide en schoot twee maal met zijn rifle. Daarna was ik aan de beurt met de beredoder. Ik kende het wapen nog niet, maar raakte met het eerste schot de rand van het zwart in de schijf. Het tweede schot trof al beter. Het derde was in de roos en de volgende kogels gingen door het gat dat door de derde was achtergelaten. Na elk schot keek Henry verbaasder. Ik moest ook zijn rifle proberen en toen dat hetzelfde resultaat had, werd hij geestdriftig. ‘Je bent van de duivel bezeten, man, of je bent voor het Westen geboren! Zo heb ik nog nooit een greenhorn zien schieten!’
‘Bezeten ben ik niet, mr. Henry,’ lachte ik. ‘Dan is het niet minder dan je plicht, naar het Westen te gaan. Voel je ervoor?’
‘Waarom niet?’
‘Well, eens zien wat we van de greenhorn kunnen maken. Rijden
kun je dus?’
‘Desnoods.’
‘Desnoods? Minder goed dan schieten?’
‘Pshaw! Wat betekent rijden? Het opstijgen is het moeilijkst. Als ik eenmaal in het zadel zit, krijgt geen paard mij eruit.’ Keurend keek hij of ik het meende. Ik trok een onnozel gezicht en hij zei:
‘Denk je dat? Je houdt je zeker aan de manen vast? Dat deugt niet. Het is waar watje zegt: het opstijgen is het moeilijkst. Dat moet men zelf doen. Naar beneden komt men veel vlugger: dat doet het paard.’
‘Bij mij niet!’
‘O nee? Wil je de proef nemen?’
‘Graag.’
‘Kom dan mee. Het is pas zeven uur, je hebt nog een uur de tijd.
We gaan naar Jim Corner, de paardenkoper; hij heeft een rood- schimmel, die je niet aan zult kunnen.’ Wij keerden terug naar de stad en zochten de paardenkoper op, die een met stallen omgeven rijbaan bezat. Corner zelf vroeg ons wat wij wensten.
‘Deze jongeman beweert dat geen paard hem uit het zadel krijgt,’ zei Henry. ‘Hoe staat het, rnr. Corner? Mag hij uw roodschimmel eens proberen?’
De paardenkoper nam mij op en knikte. ‘Lijkt een lenig stel botten te hebben en jongeren breken de nek niet zo gauw als ouderen. Als de gentleman de roodschimmel wil proberen - best." Hij gaf een opdrachten even later leidden twee knechts het gezadelde paard de stal uit. Het was onrustig en wilde zich losrukken. De oude mr. Henry begon zich bezorgd over mij te maken en wilde dat ik van de proef afzag. Ik deelde zijn zorg niet en bovendien was het voor mij een erezaak geworden. Ik liet mij een zweep geven en sporen aangespen. Na enkele vergeefse pogingen, waartegen het paard zich verzette, sprong ik in het zadel. Ik zat nog niet of de knechts maakten benen en het paard deed een luchtsprong en vervolgens een sprong opzij.