Aanschouwt hier de koerier!'
En hij wees op de korf die twee andere eunuchen torsten.
Het was de koninklijke Post. Met ceremonie van eunuchen die kropen, werden aan Atossa en aan Amestris grote briefrollen en tabletten, goud verzegeld, van Xerxes overhandigd, ook van Masistes, Atossa's tweede zoon en Amestris' oom, ook van vele neven, achterneven en kleinzonen, die allen bevel voerden in het Perzische leger; aan Artystona wastafelen van haar kleinzonen Mardonios en Arsames - de laatste veldheer over de Ethiopische troepen - en aan Parmys van haar zoon Ariomardes, die bevel voerde over de Moschen; aan Artazostra van haar gemaal Mardonios; aan Artaynta van haar vader Masistes. Haar moeder Artaxixa kwam, van de inmaak in de portiek, kijken welke brieven er waren voor haar en ook Faidyma kreeg een brief van haar vader Otanes.
'Is er geen brief van Otanes voor mij, zijn dochter en de koningin?' vroeg Amestris verbolgen.
De eunuchen, tussen alle de brieven die zij kruipende van eerbied over het lege mozaïek tussen de cirkel der divans uitzochten en overreikten, vonden de brief van Otanes aan zijn dochter, de koningin.
Het was een grote ontroering. De koninginnen en prinsessen braken de zegels los en de bijvrouwen en de slavinnen verdrongen zich achter haar, tuk op nieuws. Atossa begon een zin voor te lezen uit de brief van Xerxes, haar bijziende ogen nijpende achter een geslepen beryl, die was haar bril, maar slechts voor één oog zij kneep het andere helemaal dicht: 'Allerhoogste, vorstelijke moeder, dochter van Kyros, gemalin van mijn onvergetelijke vader Dareios,' las Atossa voor. 'Op het punt de schipbrug over de Hellespont over te trekken met onze machtige legers, deel ik, uw zoon, koning der koningen, u mede dat ik gebrek heb aan bijvrouwen en mindere bedgenoten, van wie ons slechts een beperkt aantal hebben gevolgd...'
'De koning schrijft mij hetzelfde!' riep Amestris, de koningin.
En het kwam uit, in geroep van stemmen om aandacht, dat alle de Perzische veldheren - haar zonen, broeders, neven, ooms, kleinzonen en achterneven - schreven aan de vier koningin-weduwen en aan de koningin, dat zij niet voldoende bijvrouwen en bedgenoten in het leger hadden meegenomen om de Hellespont over te trekken. Zij schreven dit uit diplomatie. Xerxes schreef het niet alleen aan Amestris. Masistes schreef het aan Artaxixa, Ariomardes schreef het aan Parmys; de mannen schreven het allen hun moeders en vrouwen. Want indien zij alleen aan de oppereunuch hadden bevolen hun bijvrouwen en bedgenoten te zenden, voor zij Sardes verlieten en de Hellespont overstaken, zou ongetwijfeld een oproer en vrouwenoorlog zijn uitgebroken onder de koninginnen en de prinsessen; nu de koning en de prinsen aan deze allen meedeling deden van het geval en zelfs haar overlieten welke bijvrouwen en bedgenoten zij de eunuch aanbevalen te zenden uit de duizenden vrouwen van het paleis te Suza, nu waren de vorstelijke vrouwen gevleid en ontwapend, hoewel Artaxixa, de zeer mooie moeder van Artaynta, de tip van haar neus rood gefardeerd door de marmelade wier zoetheid zij, inmakende, had gewikt en gewogen, uitriep: 'Mijn Masistes heeft nooit bedgenoten genoeg! O Artaynta, mijn dochter, welk een onverzadelijke vader heeft de zon je gegeven!'
'Heilig!' riepen de vrouwen.
'En mij, welk een man! Kind, ga nu naar de inmaak! Is dat maar lui hurken op divan zonder je moeder met de rozengelei te helpen?'
En zij trok Artaynta de divan af en zette er zichzelve op; Artaynta ruilde, maar was beeldrig mooi; zij verdween pruilende in de portiek; het stoomde naar binnen van rozengeur en zoete stoof, wasem.
Amestris gebood het weefgetouw weg te schuiven. 'Allerhoogste!' riep zij eerbiedig Atossa toe. 'Vindt gij het goed te beraadslagen onder elkaar welke bijvrouwen en bedgenoten wij kiezen zullen om naar Sardes te zenden voor onze mannen en zonen en neven?'
'Roep Ogoas dan midden in de kring.'
De koningin wenkte de oppereunuch binnen de kring.
De oppereunuch, wenkte, achter zich, nog veertien andere eunuchen de kring in, als hem toekomend gevolg.
Atossa en Amestris zonden alle bijvrouwen en slavinnen weg.
Die bleven toch gluren en luisteren achter de zuilen der portieken. De divans met de vrouwen erop werden dichter bij elkaar geschoven.
De beraadslaging begon.
naar boven
VII Twee dagreizen van Sardes, waar die gehele winter Xerxes en de veldheren hadden vertoefd, wachtende tot de Athos zou zijn doorboord en de schipbrug over de Hellespont voltooid, verdeelt zich de heirweg in tweeën; de ene weg, links, leidt in Karië, de andere geleidt naar Sardes zelve, hoofdstad van Lydië.
De weg naar Sardes gaat over een brug de Maiandros over en langs de stad Kallatebos. Daar weligt vooral de honigindustrie; de confiseurs trekken er uit koren en myrica of tamariskvruchten een honig, zeer fijn en geurig.
Een karavaan van muildieren, beladen met myrica-honig in grote potten en martevanen, was op weg naar Sardes toen zij langs een immense plataan kwam. De plataan had reeds zijn nieuwe bladeren ontplooid, die goudig groen als uitgeknipt afstaken tegen de zoel-blauwe voorjaarslucht. En met een boze stap marcheerde een Onsterfelijke, een reus van een kerel, langs de plataanboom over de weg heen en weer.
1 comment